hoofdstuk 34

300 28 0
                                    

Claire

'Wie was die wolf?' Ik haal mijn schouders op, voor de zoveelste keer vandaag.

'Voor de zoveelste keer: ik weet het niet!' Ik grom geïrriteerd en sla mijn armen over elkaar heen.

'Claire, jij bent de enige die hem heeft gezien. Je moet toch íets weten?!' Ik kreun en grijp met mijn armen naar voren. Meteen vlieg ik weg.

'Claire! Kom terug!' Ik kijk achter me en vlieg tegen een muur op. Meteen val ik hard naar beneden en bots tegen de grond op.

'Au!' Ik probeer op te staan, wat niet lukt. Oh ja, die vervloekte wolvenbeet. Ik grijp weer naar voren, maar kan ook niet meer vliegen.

'Claire, gaat het?' Ik kijk op. André... Hij tilt me op.

'Nee, ik wil niet meer terug naar mijn vader!' Ik begin weer te bewegen in zijn armen, waardoor hij zijn armen strakker om me heen houdt.

'Rustig! We gaan naar onze slaapkamer. Het is al laat genoeg.' Ik zucht opgelucht en ontspan me weer. Ik leg mijn hoofd tegen zijn schouder en sluit mijn ogen.

Ik voel dat we de trap oplopen en voel even later het zachte matras onder mijn tengere lichaam. André loopt naar de deur en sluit deze. Even later zakt het matras naast me in en voel ik weer twee armen om me heen.

'Slaap lekker.' Zijn lippen belanden op mijn voorhoofd en ik glimlach.

'Slaap lekker.'

'Claire?' Ik draai me kreunend om.

'Claire!' Ik schrik overeind. Ik kijk zoekend om me heen, en mijn blik valt op mijn moeder, die even verderop een heuvel staat.

'Mam!' Ik ren blij naar mijn moeder en geef haar een knuffel.

Maar...

Wacht eens even...

Ik ga door haar heen!

'Mam?' Ze glimlacht naar me.

'Pas op. Let goed op. Kijk om je heen en vertrouw niemand!'

Ze begint te verdwijnen.

'Mam?'

'Mam!'

Ik zak op de grond neer. Tranen als watervallen over mijn wangen.

'Mam, kom terug.'

'Claire.'

'Claire!'

Ik open mijn ogen en kom in een beweging omhoog. André kijkt me bezorgd aan.

'Gaat het?' Ik knik langzaam.

'Je zweet helemaal en bent warm.' Hij houdt zijn hand tegen mijn voorhoofd en trekt hem meteen terug. 'Jemig, die is warm!' Hij haalt een thermometer tevoorschijn en stopt hem in mijn oor. Na het piepje haalt hij de thermometer uit mijn oor.

'41 graden koorts. Jij blijft in bed vandaag.' Ik kreun en ga weer liggen. 'Ik heb poortwacht.' Ik kreun nogmaals.

Ik hoor de deur open gaan. 'Blijf!' Ik wijs met mijn hand naar de deur en de deur gaat dicht en op slot.

'Claire, doe die deur open!' Ik schudt mijn hoofd.

'Je moet blijven!'

'Ik moet de poort bewaken!'

'Je blijft!'

'Ik ga! Doe die deur open!'

Een pijnscheut gaat weer door mijn hoofd. Ik begin weer te gillen en zie mijn vader nu voor me, met dezelfde zwarte wolf voor zich.

'Claire, wat zie je?!'

'Papa, zwarte wolf. Rennen!' Ik open de deur en grijp in de lucht. Ik kan nu wel weer vliegen en vlieg door de gang, de voetstappen van André hoor ik achter me rennen.

Ik stop bij de deur van de slaapkamer van mijn ouders en open die. André trekt me achter hem en stapt naar binnen.

'Hij is al weg, André.'

André draait zich om. 'Hoe weet je dat?'

'Ik voel geen bedreiging. Net nog wel.'

André schudt zijn hoofd vol ongeloof. 'Je blijft me verbazen.'

'Ik verbaas mezelf ook.'

my big secret. *1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu