hoofdstuk 24

431 33 0
                                    

Claire

Na tien minuten lopen komen we aan bij een ander dorpje dan de vorige keer. Dit dorpje is kleiner dan de anderen, maar dat maakt het niet minder leuk. De huizen zijn geschildert in vrolijke kleuren. Ik kijk verwonderd om me heen. 'Waarom zijn we hier?'

'We moeten je trainen.' Met een ruk draai ik me naar hem toe. 'Trainen?' 'Ja, trainen. Je moet weten waar je een vampier moet raken met een staak en technieken om de zwarte weerwolfen te doden.' Ik knik een beetje, half verward, half begrijpend.

'Oke, we beginnen. Kom eens voor me staan.' Ik loop langzaam door, totdat ik voor hem sta. 'Ik ben een witte weerwolf en jij een zwarte.' - 'hoezo ben ik een zwarte?!' Verschrikt kijk ik in André's ogen. Hij zucht. 'Ik bedoel om te oefenen. Het gaat om de illusie. Je bent even een zwarte weerwolf.' Ik knik begrijpend.

'Goed, ik ga je nu tegen de grond aanwerken met een beweging, en die leer ik zometeen aan jou. Oke?' Ik knik langzaam. 'Vertrouw je me?' Weer knik ik, dit keer zonder twijfels. 'Ik zorg dat je niet hard op de grond komt.' Opgelucht zucht ik, waarna ik knik dat het goed is. André komt op me af en binnen een paar seconden lig ik op de grond, met André bovenop me.

'Dit is de snelste manier om iemand op de grond te krijgen.' Hij staat op en pakt mijn hand, om me te helpen met opstaan. Meteen schiet er een pijnscheut door mijn been heen. Snel duik ik naar mijn knie en pak mijn knie met een pijnlijk gezicht vast. 'Gaat het?' Ik hoor de bezorgdheid in André's stem en knik. 'Mijn knie is nog niet hersteld.'

Ik voel een hand op mijn onderrug en even later wordt ik opgetild, in bruidstyle. Eens een keer niet over iemand's schouder.

We lopen het kasteel weer binnen en André draagt me de trap op. Hij legt me voorzichtig op bed en geeft een kusje op mijn slaap. Ik glimlach en voel hoe André naast me komt liggen en ik leg mijn hoofd op zijn borst. Hij slaat een arm om me heen en ik sluit even mijn ogen. Genietend snuif ik zijn geur op. Hij ruikt naar zweet en Axe, een goede mengeling.

'Wat was er met mijn ouders?' 'Dat hoef je niet te weten.' Ik kom overeind en staar hem kwaad aan. 'Dat hoef ik wel te weten! Het gaat verdomme om mijn ouders!' Kwaad stap ik het bed uit en loop de trap af, naar buiten.

'Claire!' 'Laat me met rust! Ik wil even alleen zijn.' De voetstappen op de trap stoppen en ik loop snel door, voordat hij van gedachten veranderd. Ik loop de hal door naar de voordeur en loop snel naar buiten, de pijn in mijn been negerend. Ik loop richting de muur, waar nog een paar bomen staan en ga in de schaduw zitten. Buiten begint het al donkerder te worden en ik sluit even mijn ogen, waarna ik ze weer open en kijk naar de lichtblauwe lucht, die langzaam donkerder kleurd.

Opeens zie ik in mijn ooghoeken iets bewegen en mijn adem stokt in mijn keel. 'Lucas.' Zijn naam komt grommend uit mijn mond en ik sta snel op. 'Goed geraden, darling.' Zijn hand gaat langs mijn wang en ik kijk bang in zijn kastanjebruine ogen, die flikkeren in het maanlicht.

'W-wat moet je van me?' Ik probeer het zo krachtig mogelijk uit mijn mond te laten komen, maar mijn stotterende stem helpt daar niet echt bij. Lucas lacht, een bulderende lach, waardoor er kippenvel op mijn armen komt te staan. Ik slik. 'Ik wil jou. Dat weet je toch? Maar een klein hapje.' Hij komt dichterbij, het licht van de maan valt op zijn ontblootte hoektanden. Ik buig van hem af en probeer weg te komen, maar Lucas pakt me snel vast.

Mijn borst gaat wild op en neer, en ik voel dat het niet lang duurt tot ik flauwval of een paniekaanval krijg. 'Ontspan, schatje. Dan is het minder pijnlijk.'

Zijn hoektanden zetten zich vast in mijn huid en ik laat mijn hoofd naar achteren zakken. Het voelt alsof ik een drankje ben dat wordt opgedronken, leeggeslurpd.

'Hee, wat moet dat daar?!' Lucas trekt weg en even later hoor ik klapperende vleugels, en voetstappen die mijn kant op komen. Ik zak neer op de grond. 'Claire!' Iemand komt naast me zitten en tilt me op. De wind snijdt langs mijn huid, maar ik voel verder niks. Even weet ik niet meer hoe te ademen, en dreig ik te stikken, maar het persoon laat me zijn/haar ademhaling beluisteren en rustig haal ik weer adem.

'Volhouden, Claire!'

Ik zak weg in een diep zwart gat, steeds verder en verder. Met geen enkel lichtpuntje in deze donkere ruimte. Mijn lichaam schudt en dan is alles pikzwart.

Ik hoor niks.

Ik zie niks.

Ik voel niks.

Alleen leegte om me heen.

my big secret. *1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu