Hoofdstuk 2 Hij is terug!

118 5 3
                                    

De lucht is blauw. De wolken drijven langzaam voorbij. Ik zweef door de lucht. Mijn handen strijken door de wolken. Verderop zie ik iemand staan. Link! Ik ga staan midden in de lucht en ren naar hem toe. Hoe dichterbij ik kom, hoe verder weg hij gaat. Hij draait zich om. Ik schrik van de blik in zijn ogen. Kwaadaardig. Duister. Hij draait zich weer om en loopt weg. Link! Wil ik schreeuwen. Het lukt niet. Mijn mond wil niet open. Ik begin hem achterna te rennen. Dan lost hij op, in zwarte wolken.

"Link!", schreeuw ik. Ik kom hijgend overeind. Wat was dat? Die droom, hij leek zo echt. En die blik van Link. Hij is in gevaar. Ik moet naar de oude stad! Waar dat dan ook is. Ik hang het schild van Link op mijn rug en pak mijn boog op. Ik zoek naar wat geld en loop de krakende trap af. De herbergier wenkt me, naar de toonbank. Ik leg het geld neer. Hij pakt het op en wijst naar de deur. Ik ga naar buiten. De zon schijnt helder en laat de straatstenen glanzen. Ik loop de straat door en kom op het plein. In het midden staat een fontein, die water spuwt. Mensen zitten op de rand en praten met elkaar. Kinderen rennen heen en weer en spelen tikkertje of verstoppertje. Het huis van de oude man is hier ergens. Ik bekijk de bordjes. Het moet nummer 8 zijn. Bij huis nummer 8 klop ik aan. Ik hoor geschuifel en grendels die opzij worden geschoven. De deur gaat op een kier. "Naam" hoor ik een oude krakerige stem zeggen. "Zelda" zeg ik zacht. Niemand mag weten dat ik buiten het paleis ben. De deur gaat verder open. Daar staat de oude man. Hij draagt een geel gewaad en heeft een oude, eikenhouten staf in zijn hand. Ook heeft hij een witte baard. "Kom binnen" zegt hij. Ik loop naar binnen. Het huis is knus. Achter me sluit de oude man de deur. "Ga zitten" zegt hij. Hij wijst naar een stoel. Aarzelend ga ik zitten. "Thee?", vraagt hij. "Nee bedankt. Ik heb slechts een vraag" zeg ik. Hij gaat zitten en knikt. "Stel je vraag". "Weet u waar de oude stad is?", vraag ik. "De oude stad? Welke? Er zijn er zoveel" zegt hij. "Gewoon. De oude stad" zeg ik gefrustreerd. "Gewoon, de oude stad. Daar heb ik niet veel aan, kind" zegt hij, al wrijvend over zijn baard. Ik onderdruk een kreet van frustratie. "Maar, ik denk dat ik wel weet welke je bedoelt. De oude stad die jij zoekt, ligt in het woud. Het woud ten westen van hier. Ga nu maar weer. Ik heb nog veel te doen" zegt hij. Hij opent de deur weer. Ik loop naar buiten en de deur valt met een klap achter me dicht. Ik hoor de grendels weer verschuiven. Het westen dus. Toch moet ik eerst een wapen hebben. Tijd om naar de winkel te gaan!

Zodra ik de deur open van de winkel, hoor ik een bel. Een wat te overenthousiast mannetje komt op me aflopen. "Welkom, welkom" zegt hij, druk met zijn handen zwaaiend. "Ik zoek een zwaard" zeg ik. "Een zwaard? Ik heb nog veel meer. Schilden, noten, bommen. Alles!" Zegt hij opgewonden. "Alleen een zwaard, graag" zeg ik. Hij trekt even een chagrijnig gezicht. Daarna kijkt hij weer vrolijk. "Momentje" zegt hij. Hij verdwijnt ergens, achterin de winkel. Ik tik met mijn vingers op de toonbank. Dit duurt lang. Moest Link ook altijd zolang wachten, als hij iets wou kopen? Na een tijdje, komt de man aan met een zwaard. "Dit is het beste zwaard wat ik heb. En slechts 200 rupees". 200! Dat is best veel. Toch zal ik dat zwaard nodig hebben. Wie weet wat voor gevaren ik tegen kom. Ik pak het geld en leg het neer op de toonbank. De verkoper geeft me het zwaard. "Je mag altijd terugkomen, als je meer nodig hebt!" Zegt hij. Ik ga de winkel uit. Ik heb nu een zwaard en boog en schild. Heb ik niet nog iets nodig? Een paard misschien? Het woud ligt best wel ver van hier. Misschien moet ik langs de ranch gaan. Terwijl, ik over straat loop, hoor ik iets. "Sommigen zeggen dat het kwaad weer terug is. Dat Hij weer terug is" zegt een vrouw tegen iemand. "Wie heeft je dat vertelt?", vraag ik direct. "Die man daar" zegt ze. Ze wijst naar een man, gehuld in een zwarte mantel. Ganondorf, kan niet terug zijn. Ik heb hem zien sterven. Ik wil naar de man toelopen ,maar hij vlucht een steeg in. Hij is weg. Geweldig, denk ik. Hier moet ik later maar over nadenken. Eerst een paard regelen en Link vinden. Dat is nu het belangrijkst.

De ranch is dicht. Ik heb al gezocht naar een ander ingang ,maar ik kan niks vinden. "Is er iemand!", schreeuw ik. "Rustig", hoor ik achter me. Ik draai me om. Een meisje met rood haar en een witte jurk staat achter me. "De ranch, is maar voor een paar dagen gesloten" zegt ze. "Maar, ik heb nu een paard nodig" zeg ik. "Het spijt me. Je kant het wel bij de wat kleinere ranch, verderop kunnen proberen" zegt ze. Ze wijst naar een pad, dat bijna niet zichtbaar is. "Bedankt", zeg ik. Zwijgend loop ik het pad af. Eigenlijk schaam ik me wel een beetje, dat ik zo heb geschreeuwd. Laat ik hopen, dat ze daar een goed paard hebben. Alsjeblieft!

Dit was dan hoofdstuk 2. Eerlijk gezegd heb ik niet veel te zeggen. Weet iemand wat ook alweer de naam is van het geld en het meervoud daarvan? Ik weet wel wat het is, maar ik weet niet hoe je het schrijft. Best wel slecht eigenlijk. Nou, ja. Tot hoofdstuk 3

Time to rescue a Hero!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu