Hoofstuk 16 Verandering

53 5 1
                                    

Met de steen in mijn hand en Navi die naast mij vliegt, loop ik naar de kamer met de kooi. Ik kijk voorzichtig om elke hoek. Er lopen enkele wachters rond met knotsen, vol met spijkers. Ik zou ze zo uit kunnen schakelen met slechts een vork. Op dit moment ben ik met elk wapen dodelijk. Ik pak de deurknop beet en open de deur. De kooi staat er nog. De feetjes vliegen wat lusteloos rond en Fi zit er maar wat bij. "Zelda!", roept Tatle blij. Ik leg een vinger op mijn lippen. Ze snapt het gebaar en houdt haar mond. "Ik heb ze allemaal", fluister ik. "Dat is mooi, maar we moeten hier weg", zegt Ivan. "Hoezo?", vraag ik. "Ik heb Ganondorf en mini-Ganondorf horen praten over, dat ze jou morgen willen gebruiken". "Waarvoor?", vraag ik dringend. "De Triforce", zegt hij slechts. "Vanavond, gaan we weg", zeg ik dan. "En hun?", vraagt Tael. "De steen kan ik verbergen, maar jou Navi, dat weet ik niet", zeg ik. "Ik verstop me hier wel ergens", zegt ze. "Tot vanavond", zeg ik dan maar. Ik neem de steen mee en loop terug naar mijn kamer.

Met een mes in mijn hand sluip ik weer eens door de gangen. Ik kan het Master Sword ophalen, maar Link ligt ook te slapen, dus dat wordt onmogelijk. Ik open de deur en ga naar de kooi. Onmiddellijk valt de deur dicht, in het slot. "Ik had al zoiets verwacht", zegt een stem. Ik draai me om en zie Ganondorf staan. "Heb je zo'n zielig leven, dat je me komt opwachten?", zeg ik spottend. "Als jij Link terug wilt, zul je me jouw deel van de Triforce moeten geven", zegt hij. "Ik vind dan wel een andere manier", zeg ik. Ik zit hier met hem vast. Ik heb slechts een mes en hij heeft een groot zwaard. Geweldig. "Ik kan je laten gaan, op één voorwaarde. Jij komt nooit meer terug en je zult Link niet gaan redden". "Vergeet het", zeg ik. "Wachters", schreeuwt Ganondorf. De wachters schieten uit de schaduwen en pakken mijn armen vast. Alles wordt zwart.

Ik knipper met mijn ogen. Waar ben ik? Wat is er gebeurt? Ik lig op mijn buik op de grond. Ik duw mezelf omhoog, een golf van misselijkheid komt op. Ik ga zitten en kijk naar de wel bekende celdeuren en tralies. Ik zit weer eens vast. Wat zou er met de feetjes zijn gebeurt?, schiet me te binnen. "Je bent wakker", zegt de kille stem van Link. De warme Link is weg, de koude is terug. "Klopt", zeg ik. "Ik dacht nog wel dat je....", begint hij. "Jij dacht, dat ik om je gaf?! Ik geef totaal niks om je. Ik geef alleen om de echte Link en niet om jou!", barst ik uit. Link is even stil, dan komt er een kwaadaardige glimlach. "We zullen zien" en hij loopt weg. Wat zullen we zien? Wat is er aan de hand. Ik ga met mijn handen door mijn haar. Ik voel bloed. Ik heb een hoofdwond. Nog beter. Ik kijk rond in mijn cel. Dit keer geen bed of bureau of wat dan ook. Wat stro in een hoek en een dunne, kapotte deken. Ik sluit mijn ogen en denk na. Wat zou er met de feetjes zijn gebeurd? Misschien zijn ze weg? Of gedood? Of zitten ze nog steeds vast? Wat zou er ondertussen met Midna zijn gebeurt? Zou ze een veilige plek hebben kunnen vinden? Zou ze de sleutel hebben verstopt? Bloed druppelt op mijn jurk. Ik moet die hoofdwond echt verbinden. Ik scheur een stuk van mijn jurk af en bind dat om mijn hoofd. Hoe zou ik eruit zien? Vast niet als de prinses van Hyrule. Misschien als een vechtster? Met de repen stof om mijn hoofd en de jurk, die nu tot mijn knieën komt, vast wel. Een wachter opent de celdeur en pakt me beet. "Lopen", zegt hij en duwt me vooruit. Bij de Godinnen, ze kunnen zowaar praten! Hij blijft me vooruit duwen met een speer. "Rustig", zeg ik. Hij grauwt en duwt harder. Ik word naar buiten geleid. Het is lang geleden dat ik de zon heb gezien. Hij schijnt zo fel, dat ik eraan moet wennen. Ik zie zand waaien op de open plek, waar ik me bevind. We zijn dus in een woestijn. Nog beter. Een schok gaat door mijn lichaam, als ik een tafereel zie. Impa, geblinddoekt en wel, staat rechtop. Achter haar bevindt zich een wachter met een zwaard. Ze gaan haar doden! In de schaduwen, aan de andere kant, zie ik Link en Ganondorf staan met hun duivelse glimlach. Ik wil ze wurgen. Allebei. "Impa!", schreeuw ik, terwijl ik naar haar toe ren. "Prinses", zegt Impa. Wachters pakken mijn armen vast en duwen me terug. Ik duw vooruit. "Impa!", schreeuw ik wanhopig. Ik moet naar redden! Impa haalt haar blinddoek weg. Ze kijkt me aan met haar heldere ogen en zegt:"Het komt allemaal goed". Uit mijn ooghoek, zie ik Ganondorf een gebaar maken. De wachter steekt toe, recht door Impa's hart. "Nee!", schreeuw ik. De wachters laten me los. Ik zak neer op mijn knieën. Zand stuift op en valt neer. Ik huil. Met horten en stoten komen mijn tranen eruit. Wazig zie ik Impa's lichaam. Met een verdrietig glimlach, kijk naar de laatste glimlach, die ze ooit heeft gedaan. Ze glimlachte de dood tegemoet. Zij was dapper. Nu moet ik ook dapper zijn. Ik sta op en kijk Link en Ganondorf aan. "Kom maar op!", zeg ik strijdlustig.

Tadaaaaaaa! Hoofdstuk weet ik hoeveel.... Ik hou het ook niet meer bij. (Eigenlijk wel, maar ik heb geen zin om het telkens op te schrijven). Ik heb niks te melden of te zeggen. O ja! Mijn zelf gemaakte plaatje, bij dit hoofdstuk, meer niet. Een vraag!

Wat is jullie minst favoriete Zelda game?
Mijne Majora's Mask. Ik weet eigenlijk niet waarom. Het ging meer om de maskers, dan echt om het verhaal, maar dat zal wel aan mij liggen. Tot hoofdstuk weet ik hoeveel!

Time to rescue a Hero!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu