Hoofdstuk 26 Angst

36 1 0
                                    

Ik rem af, als ik het meer zie. Groot en blauw, zoals altijd. Ik hoor hoefgetrappel achter me. Ik moet naar Zora's domain. Vluchtig kijk ik rond. Waar is in godinnennaam die ingang? "Zelda", Link's stem klinkt kalm achter me. Ik hoor hoe hij een zwaard uit een schede haalt. "Dacht, je dat je weg kon", vervolgt hij rustig. "Hè, laat haar met rust, wat moet je van haar?", vraagt Tatle boos. "Haar deel van de Triforce", zegt hij. "Die krijg je niet!", zegt Navi dit keer. Dankbaar kijk ik naar de feetjes. "Jullie zijn dom, nog dommer dan ik dacht", zegt hij. Zonder te waarschuwen, laat ik Zidane galopperen. Een kring van zwart vuur, verschijnt om me heen. Zidane hinnikt. Ik trek aan de teugels en draai om. Link staat daar aan de andere kant van het vuur. "Slaap lekker, Zelda". Alles word zwart voor mijn ogen.

Ik knipper met mijn ogen. Waar ben ik? "Zelda, word wakker", de stem van Navi klinkt in mijn rechteroor. Ik werk mezelf overeind. Met mijn handen wrijf ik in mijn ogen. Lake Hylia, Link, Zidane en dan dat vuur. Het was zo raar. Ik open mijn mond, maar mijn stembanden lijken niet te werken. Geen enkel geluid rolt uit mijn mond. "We zijn in één of ander fort van Ganondorf", zegt Tatle. Nog een fort?! Verbazend genoeg heb ik nog wel al mijn wapens. Voetstappen klinken op stenen. De deur van de kamer ,waarin ik zit opgesloten, wordt open gedaan. Een figuur staat in de deuropening. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes bij het felle licht. Een hand grijpt mijn arm beet en trekt me ruw overeind. Zijn blauwe ogen kijken kil in de mijne. "Zit je weer gevangen", zegt hij met een glimlach. Ik haal mijn schouders op. "We zullen je voeren aan Lord Jabu-Jabu", zegt hij en loopt de kamer weer uit. "Hij weet toch wel dat je daar juist heen moet voor de Zora Saffier?", zegt Navi vragend. "Misschien weet ie het niet eens", zegt Tatle. Volgens mij weet hij het wel, hij denkt alleen dat ik niet zal slagen.
De deur gaat weer open. Twee wachters nemen me mee. Langzaam volg ik. De gangen zijn donker. Verlicht door een paar enkele paarse fakkels. Gedruppel van water klinkt in mijn oren. Zitten we onder de grond? We slaan af. Een fel licht komt in mijn ogen. Ik knipper.
Daar ligt hij. Een grote logge vis. Zijn mond gesloten. Link staat met zijn armen over elkaar geslagen, naar ons te kijken. Van een afstandje natuurlijk. "Lord Jabu-Jabu, aanvaard dit offer", schreeuwt Link. Offer? Ben ik het offer? De wachters duwen me vooruit. Lord Jabu-Jabu opent zijn bek. Grote tanden, een kleverige tong en nog meer walgelijkheid. Koppig blijf ik staan. Echt niet dat ik daarin stap. De wachters beginnen me te duwen.
Ik weet niet hoe ik het doe, maar ik heb mijn stem terug. "Ik ga niet die gore vis in!", schreeuw ik hard. " We moeten daarin", sist Midna. "Het is vies en slijmerig", zeg ik. "Ugh, Link klaagde nooit zo", zegt Tatle. "Ik ben Link niet!", zeg ik boos. Dan duwen de wachters me de vis in.

Mijn kleren plakken. Mijn haar is slijmerig en alles is sompig. "Ieuw", zeg ik bij elke stap. "Stel je niet aan", zegt Navi. Wankel sta ik op en begin ik te lopen. Mijn laarzen zakken in het slijmerige ding, wat zijn tong is. De 'wanden' bewegen. Ik hou mijn eten met moeite binnen. Langzaam beweeg ik vooruit. Het is walgelijk. "Kom op!", zegt Tatle en vliegt vooruit. Met moeite glijd ik door zijn slokdarm.

"Wat is dat ding!", roep ik uit. Een pilaar met schijven, met stekels. Draait rond en beweegt. Beschermt door kwallen. Ik duik voor een kwal weg. Het ding knettert van de elektriciteit. Ik gooi de boemerang die een paar dingen laat verdwijnen. Dan maak ik de fout om met mijn zwaard te slaan. De elektriciteit giert door mijn lijf. Lijkt in elk hoekje van mijn lichaam te komen. Dan val ik. Op de vieze bewegende vloer. Ik rol achterover en ontwijk zo een ding. Nog één zo'n kwal. Ik gooi de boemerang die de kwal vernietigd.
Met mijn zwaard begin ik op het pilaar ding in te hakken. Na een paar slagen lost ie op. De saffier van de Zora's schijnt helder. Blij pak ik het aan. "Jeee, je hebt het!", zegt Navi blij. Ik glimlach.
Alles begint te trillen en je wilt niet weten waar we uitkomen.

Een plens koud water komt in mijn gezicht. Ik komt proestend uit het water. Wat ben ik blij dat we uit die vis zijn! Voorzichtig zwem ik naar de oever. Link en zijn wachters zijn verdwenen. Gelukkig. Nat en doorweekt zit ik daar op het zand. Alle stenen leg ik voor me neer. Ze glimmen in de zon. Mijn blijdschap kan niet op. Er is bijna een einde aan dit alles.
Opeens besef ik iets. Er was één iemand niet bij me. Geen enkele opmerking heb ik van hem gehoord. En ik schaam me dat ik hem niet heb gemist.
Waar is Ivan?

Sorry, dat ik zo lang niet het geüpdatet. Ik had genoeg inspi, ook al was dit hoofdstuk best moeilijk om te schrijven. Met moeite, maar het is af. Helaas moet ik jullie mededelen dat dit boek bijna ten einde is. Nog drie a vier hoofdstukken. Sorry, maar elk boek moet tot een einde komen.
Als iemand dit boek in het Engels kan vertalen zou dat geweldig zijn. Zeg dan wel ff dat ik het boek schreef en dat jij de vertaler bent. Tot hoofdstuk 27.

Vraag!
Wat is je favoriete four swords Link?
Mijne Vio, ik lijk best op hem.
Ik heb trouwens ook alle manga boekjes gekregen voor mijn verjaardag(die vorige week was)

Time to rescue a Hero!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu