Hoofdstuk 17 Eindelijk weg?

46 3 0
                                    

Ik kijk hun aan. Ik ben woedend, razend zelfs. Ik bal mijn handen tot vuisten, ik heb moeite ze niet aan te vliegen. De wachters pakken me beet en sleuren me weg. Dan gebeurt er iets. Midna komt tevoorschijn uit mijn schaduw. Had ze zich daar de hele tijd verstopt? "Je hebt je zelf, aardig in wat problemen gewerkt Kat", zegt ze beschuldigend. "Kun je me ook helpen?", vraag ik, terwijl ik me probeer los te rukken van die wachters. "Tuurlijk", zegt ze. Er verschijnen rare dingen. Ik weet niet hoe ik ze moet omschrijven. Ze sluiten zich om Midna heen en ze word groot. Ze heeft een grootte speer vast en verwoest het hele gebouw. Link en Ganondorf vluchten weg. "Wacht, de feetjes! En Fi!", schreeuw ik tegen haar, maar ze komen al tevoorschijn. "Rustig maar Zelda, Midna had ons al bevrijd", zegt Tatle. "Mooi", zeg ik. Binnen een paar minuten is echt alles verwoest. "Het Master Sword?", vraag ik aan Ivan. "Dat hebben we ergens verstopt, samen met het schild en een betere outfit voor je", zegt hij. Midna haalt die dingen weer weg en is weer haar zelf. "De sleutel?", vraag ik. "Ergens verstopt, op een geheime plek", zegt ze geheimzinnig. Ik zal maar niet vragen waar. "Volg mij", zegt Ivan. Ik stap over het puin heen en volg Ivan. Midden de woestijn in.

De avond valt, als we eindelijk bij de rand van de woestijn zijn. Welke weet ik niet. Of die van Lanaryu of die van Gerudo. Ik plof neer in het zand. Mijn voeten doen zeer van dat lange lopen. Ze zitten vol blaren. "Hier is het!", roept Ivan. Ergens verstopt onder een rots, ligt het Master Sword en het schild. Ik pak de kleren die er ook liggen en verstop me achter een struik. De kleren zijn weer precies hetzelfde als die van Link, alleen rood. "Het is een Goron Tunic", zegt Midna plots. Ik deins achteruit. "Midna!", roep ik boos uit. "Sorry, maar we vonden hem ergens op een plek", zegt ze. Ik zucht en loop de struiken uit. Ik doe het Master Sword en schild op mijn rug en ben helemaal klaar. De wond om mijn hoofd is nog niet helemaal genezen. "Ik moet echt naar de stad, om dit te genezen", zeg ik tegen ze. "Tuurlijk meesters, het spijt me dat ik er niet voor u was", zegt Fi. "Het geeft niet Fi", zeg ik. Fi gaat terug in het Master Sword en Midna gaat weer in mijn schaduw. Alleen de feetjes blijven nog over en de King of Red Lions natuurlijk. Ik loop naar een rivier, als er plots een boot tevoorschijn komt. "Wat?!", roep ik verbaasd uit. "Ik ben de King of Red Lions, bij rivieren, oceanen, en zeeën verander ik in een boot", zegt hij. "Goed om te weten", zeg ik. "We kunnen hem wel gebruiken, om sneller te reizen", zegt Navi. Ik stap in de boot en aarzel. "Ik heb nog nooit gevaren", zeg ik. "Geeft niet, ik help wel", zegt de King of Red Lions. Ik pak het zeil op, wat in de boot ligt en begin te varen.

"Ik zie een stad verderop", zegt Tatle. "Ik zie het ook", zegt Tael. Ik meer aan en ga op de kant. "Moet ik je hier achterlaten?", vraag ik. "Als je ver genoeg gaat, ga ik weer in de steen", zegt de King of Red Lions. Ik knik en begin naar de stad te lopen. Zou dat Hyrule Town zijn? Ik weet het niet. Ik begin te rennen richting de stad. Het is Hyrule Town! Ik ren zowat naar binnen, door de poort. "Rustig meisje!", roept een soldaat. Ik kom langzaam tot stilstand en begin te lopen. Waar is een dokter? Ik bekijk alle borden en zie het staan. "Dokter Leonard drankjes", staat er. Ik open de deur en hoor een bel klingelen. "Aaah! Een klant!", hoor ik. Achter de toonbank, komt een klein mollig mannetje tevoorschijn. Hij heeft wit haar wat letterlijk, alle kanten uit piekt. Hij draagt ook een bril met dikke glazen. De witte jas die hij aan heeft is beklad met roet en drankjes. "Wat mag het zijn?", vraagt hij. "Ik heb een wond opgelopen en ik hoopte, dat u hem kom genezen", zeg ik. "Dan ben je aan het juiste adres. Laat de wond maar eens zien aan dokter Leonard", zegt hij, wrijvend in zijn handen. Ik doe mijn rode muts af en laat het verband zien. Hij haalt het er ruw af. Volgens mij trekt hij er ook nog haar uit. "Hmmmmm", zegt hij. Hij loopt naar achter en komt terug met een rood drankje. "Drink", zegt hij alleen. Aarzelend pak ik het drankje aan. Is dit wel veilig? "Drink maar. Mijn Link dronk het ook zo vaak, als hij gewond was", zegt Navi. Ik giet het drankje naar binnen en voel me direct een stuk beter, ook is de wond helemaal geheeld. "Bedankt", zeg ik. Ik wil weglopen, als hij kucht. "Mijn rupees?", vraagt hij. "Ik heb geen", zeg ik. "Als je hier weer eens komt, betaal je het dubbele voor zo'n drankje", zegt hij, met zijn armen over elkaar geslagen. Ik knik en loop naar buiten. Ik rek me uit en val zowat om van de slaap. Is er ergens een herberg? Ik zou terug naar het paleis kunnen gaan, maar daar kom ik dan nooit meer weg. Katten komen op me af en geven me kopjes. "Wat moeten jullie, lieverds?", vraag ik. Eentje zit in mijn tas te snuffelen. "Oh, jullie willen de melk, hè? Hier". Ik gooi de melk op staat. Misschien was dat dom, maar dat boeit me niet. De katten likken het gretig op. Ik glimlach, terwijl ik naar ze kijk. "Hij is terug!", schreeuwen veel mensen opeens. Wie? Wie is terug? Dan zie ik een bekend gezicht, die ik hoopte voorlopig niet te zien. Ook al was het maar twee dagen geleden. Link.

Keep Calm and be Orange Link. Dat ga ik nu gewoon de hele tijd zeggen, want mijn lezertjes. (Leuk hè? Dat ik jullie zo noem), ik heb een poster daar over gemaakt. Of poster, meer een ding. Ik zal hem plaatsen bij het volgende hoofdstuk. Dus jongens en meisjes, stress niet, be Orange Link. Doei! (Bijna klaar met The Wind Waker!)

Time to rescue a Hero!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu