Hoofdstuk 9 Fi

67 2 3
                                    

We zijn nu al een tijde op weg. Midna is veranderd in haar Imp vorm en ze is met Ivan aan het praten. "Weet je al waar we heen moeten?", vraagt Ivan. "Nee", zeg ik. "Dat helpt", zegt Midna. Ik zucht. Hun zijn echt vermoeiend. Hoe heeft Link ooit, die reis met Midna kunnen maken?, vraag ik me af, terwijl we door lopen. Het is bijna nacht, maar ik wil zo snel mogelijk weg uit dit bos. Link zal nu wel de Wester sleutel hebben. Ik moet één sleutel hebben wil ik hem tegenhouden, maar ik moet ook degene vinden die hem hielpen. Ik trap gefrustreerd tegen een steen aan. "Volgens mij is ze boos", zegt Midna tegen Ivan. Hun worden vast beste vrienden. Ze zijn allebei vervelend. Ik ga zitten op een steen. "Wil je nu gaan rusten?", vraagt Midna verbaasd. Ik knik. Ik moet gewoon even nadenken. Ik sluit mijn ogen en luister naar de geluiden van het bos. Ik hoor het gefluit van vogels en de roep van een uil. Het geritsel van dieren onder de bladeren. Ik ruik de geur van het bos. "Fi", hoor ik plotseling. Ik sta op. Wie zij dat? ik kijk om me heen, maar zie niemand. "Wat is er?", vraagt Ivan. "Ik hoorde iets", zeg ik vaag. Moet ik nu zoeken, naar iemand die Fi heet? Ik heb nog nooit van Fi gehoord. "We moeten iemand zoeken die Fi heet", zeg ik tegen Midna en Ivan. "Nog nooit van Fi gehoord", zegt Midna, terwijl ze haar schouders ophaalt. "Ik ook niet", zegt Ivan. Jullie helpen echt! Ik begin na te denken. Wie zou mij kunnen helpen op mijn zoektocht naar ene Fi? Wie weet überhaupt iets over die Fi? Ik sta op en loop rond. Midna en Ivan praten vrolijk verder. "Jullie kunnen ook helpen", zeg ik boos. "We zijn aan het denken, Kat", zegt Midna. Ik zucht en ga gewoon maar liggen. Misschien dat wat rust me goed doet. Zonder op een antwoord van hun te wachten, val ik in slaap.

Ik sta voor een beeld. Een beeld van de godin Hylia. Wat doe ik hier? "Meesteres", hoor ik plots, achter me. Ik draai me om. Er zweeft iemand. Is dat Fi? "Ben jij Fi?", vraag ik voorzichtig. Ze knikt. "Je moet me alleen wekken", zegt ze. Het land onder me begint te verdwijnen en af te brokkelen. Ik val in een eeuwige leegte.

Ik schrik wakker. Hijgend kom ik overeind. "Mooi, je bent wakker", zegt Ivan. Ik luister niet. Ik moet Fi wekken. Dat zou moeten betekenen, dat ik haar al bij me heb. Maar waar?, is de vraag. "Meesteres",hoor ik opeens. Het Master Sword! Ik haal het zwaard tevoorschijn. "Wat ga je doen?", vraagt Ivan. Hoe moet ik iemand wekken uit een zwaard? Hoe doe je dat? Ik zwaai met het zwaard. "Hè! Voorzichtig", roept Midna. Dat werkt niet. Wat dan? "Wat probeer je eigenlijk te doen?", vraagt Ivan. "Fi, uit het zwaard wekken", zeg ik. Zodra ik de naam zeg, begint het zwaard te gloeien. Fi komt tevoorschijn. "Dat is Fi?", vraagt Midna ongelovig. Ik knik. Dat is Fi. Al twee van de weet ik hoeveel. "Wie nu?", vraagt Ivan. Fi kijkt rond en keert terug in het zwaard. "Roep me, als je me nodig hebt", zegt Fi. "Misschien, dat ik nog een aanwijzing zal krijgen", zeg ik. "Laten we anders eerst een sleutel zoeken. Één is al genoeg om Link tegen te houden", zeg ik. "Eindelijk zeg je iets verstandigs", zegt Ivan. "Ach, hou je kop", zeg ik. "Waar zijn we het meest dichtbij?", vraag ik. "Het oosten", zegt Ivan. Ik pak de kaart. Vlak bij Eldin Volcano. Een vuurtempel dus. Daar heb ik zin in. "Goed laten we gaan", zeg ik. We beginnen naar het oosten te lopen.

"Voordat we verdergaan, laat me wat inkopen doen", zeg ik. "We komen nu toch voorbij de stad", vervolg ik. Midna knikt en Ivan lijkt het er ook mee eens te zijn. Ik loop de stad binnen. Welke winkel? Waar te beginnen? Voor een vuurtempel, zal ik vast iets vuurbestendig nodig hebben. Ik loop naar dezelfde winkel toe, als waar ik eerst naartoe was gegaan. Het overenthousiaste mannetje komt alweer aan rennen. "Ah, je bent terug. Wat zal het dit keer zijn?", vraagt hij opgewonden. Ik kijk rond in zijn winkel. Een vuurbestendig schild zal ik niet nodig hebben. Dat is het schild van Link al. Een Goron Tunic zou handig zijn. Maar die verkoopt hij niet. Wat bommen misschien? Ik pak een zak met bommen. "Goeie keuze. Dat is dan 50 rupees", zegt hij. Afzetter, denk ik. Ik geef hem de vijftig rupees. Hij glimlacht. Ik loop de winkel uit. "Heeft iemand mijn insecten gezien?", hoor ik plots. Een meisje loopt heen en weer op het plein. "Wat is er mis?", vraag ik. "Ik ben mijn insecten kwijt. Ik zou een bal houden, maar ze zijn niet komen opdagen", zegt ze. "En wat is je naam?", vraag ik. "Aghita", zegt ze. "Wacht! Als jij ze alle 26 voor mij kunt vinden, geef ik je een prijs", zegt ze opgewonden. Ik aarzel. Insecten vinden, is toch niet zo erg belangrijk? Aan de andere kant, misschien heeft ze beloningen en ik kom geld tekort. "Als ik er een zie, neem ik hem mee", zeg ik tegen haar. "Mooi", zegt Agitha blij. "Tot dan". Ze huppelt vrolijk weg. Geweldig. Ik mag dus insecten gaan vangen. "Tattle", hoor ik plots. Iemand zei dat, wie weet ik niet. Maar ik moet dus opzoek naar Tattle.

Hoofdstuk 9 is klaar! Schrijf ik Tattle goed? Geen idee. Ik had ook gezegd dat er niet veel van vroegere games in voor zou komen, maar dat komt het dus wel. Tot hoofdstuk 10!

Time to rescue a Hero!Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu