Moordvrouw - vermist

Voetstappen

-Carla-

We hebben ons eten op en we stappen weer in de auto. Bram ploft neer op de achterbank en niet veel later is hij alweer in slaap gevallen. Menno zit achter het stuur en ik zit ernaast. "Ga jij nou ook maar slapen Carla!" "neejoh, ben je gek?" "Jij kan het ook gebruiken hoor. Dit zijn ook geen makkelijke dagen voor jou, je ziet er slecht uit." "Het moet dan maar hè" Bij Menno kom je er nooit onderuit. Ik ga in een comfortabele houding zitten en Niet veel later val ik in slaap.

Als ik later wakker word zie ik dat we bij de grens van Kroatië staan. Menno geeft onze paspoorten af. De agent kijkt ons even aan en vergelijkt ons met de foto die op ons paspoort staat en laat ons doorrijden.

-Liselotte-

Ineens, als ik het raam open probeer te maken begint Fenna te praten. "Ik hoor voetstappen! Liselotte weg daar!" ik probeer hem nog open te krijgen maar wordt weggetrokken door Evert. De deur van de kamer gaat open en het is Chiel. Hij pakt onze borden en zegt nog wat. Ik kon het niet verstaan maar ik zie Evert en Fenna geschokt naar elkaar kijken. Chiel loopt weer weg en doet de deur weer dicht. We horen hem nu op slot gaan en het geluid van de voetstappen wordt zachter. "Wat is er!" vraag ik geschokt. "Hij zei dat we hier vannacht weggaan." Shit! Ik ren weer naar het raam en ga verder met het slot openmaken.Één slot hoor ik eraf gaan. Nu de andere nog. Fenna en Evert kijken elkaar hoopvol aan. Als ik de speld in het slot steek begin ik ermee te draaien. Deze gaat overduidelijk lastiger dan de vorige. Ineens breekt de speld af en blijft er een deel in het slot steken. Ik heb de halve speld in mijn handen en kijk paniekerig naar Evert en Fenna. Ze kijken teleurgesteld en ik voel me schuldig. we hadden hier weg kunnen zijn. "Geeft niks Lies, het kon de beste overkomen!" zegt fenna. Ik raak in tranen en Fenna komt naar me toe gelopen. Ik zak langs de muur op de grond en Fenna komt naast me zitten. Even later ben ik weer rustig en gaan we op het bed zitten. Niet veel later valt Fenna in slaap. Evert en ik zitten nog even te praten. Fenna heeft onderhand het hele bed al in beslag genomen. Ik begin ook moe te worden maar ik wil Fenna ook niet wakker maken. Ik ga in de hoek van de kamer zitten en probeer een goede houding te vinden. Evert doet het zelfde. "Kom hier maar Lies." Ik ga naast Evert zitten en leg mijn hoofd op zijn schouder neer. Niet veel later vallen we beide in slaap.

-Menno-

We zijn onderhand op een half uur rijden verwijderd van Marina, de plek waar Chiel Fenna, Liselotte en Evert vasthoudt. Carla en Bram liggen beide te slapen en ik begin ook moe te worden. Ik rij door tot we er zijn. Ik zie dat de benzine bijna op is. We kunnen er nog ongeveer een uur mee rijden. Ik tank wel even tegenover ze. Daar zit toch een tankstation en dan kunnen we tegelijkertijd een ingang zoeken om naar binnen te komen.

-Fenna-

Ik wordt wakker en zie Liselotte bij Evert liggen slapen. Ik ben wel een beetje jaloers op hoe zij daar bij hem ligt. Waar lig ik eigenlijk? Ik kijk onder me en zie dat ik op het bed lig. Ooh, zij zijn degene die jaloers moeten zijn op mij! niet andersom. Ik ga ze iet wakker maken om op het bed te komen liggen. Eigenlijk lig ik best wel goed hier. Ik hoor voetstappen in de loods. Ik kan horen dat het niet één persoon is. De deur gaat van het slot af en ik ga snel weer liggen en doe alsof ik slaap. Er komen drie mannen binnengelopen. Chiel en nog twee. Chiel komt op mij aflopen en denkt blijkbaar dat ik slaap. De andere twee mannen open naar Lies en Evert. Ik krijg een doekje op mijn neus en mond. Ik schiet overeind. Bij Liselotte en Evert gebeurt hetzelfde en zie ze wakker worden. Liselotte trapt de twee mannen weg. "Fenna! Het is chloroform! kijk uit." Het geluid vervaagt en ik val weg.