Laatste dag

602 24 1
                                    

-Fenna-

Ik kijk Evert angstig aan. "Moet ik opnemen?" "Doe maar hier in het ziekenhuis zijn we gewoon veilig. Niemand kan ons hier wat maken." Angstig pak ik de telefoon in mijn handen en neem hem op.

F=Fenna S=Simone

F: Hallo, met Fenna.

S: Hey, Fenna met Simone!

F: Simone!? Wat doe je met de telefoon van Chiel!?

S: We zijn aan het onderzoeken met wie hij allemaal contact had en met wie hij samenwerkte.

F: Hoezo bel je mij dan?

S: Jouw nummer stond in zijn recente contacten.

F: Maar jij werkt toch niet meer bij ons?

S: Carla heeft gevraagd of ik terug wilde komen omdat Liselotte eruit ligt. Als zij weer terug is ga ik weer weg.

F: Ooh, wat leuk. Jammer dat we niet in Nederland zijn!

S: Ik zie je nog wel hoor! Zo snel ben ik niet weg!

F: Is goed! Ik ga ophangen hoor, ik wil namelijk slapen.

S: Is goed! Slaap lekker en de groetjes aan de rest daar!

F: Zal ik doen!

Ik hang de telefoon op en kijk blij naar Evert en Liselotte. "Wie was dat dan?" zeggen Liselotte en Evert tegelijk. Ik lach en geef antwoord. "Het was Simone. Ze proberen te achterhalen met wie Chiel allemaal heeft samengewerkt en mijn nummer stond dus bij de recente contacten." "Ik dacht al, jij en Chiel hebben het wel gezellig aan de telefoon!" grapt Liselotte. Ik moet lachen en ga liggen. Het is nog niet heel laat maar we zijn allemaal moe dus gaan we maar slapen. Ik kruip tegen Evert aan en ik ga in een houding liggen die niet pijn doet aan mijn ribben. Niet veel later is Liselotte al diep aan het slapen en zijn Evert en ik nog wakker. We geven elkaar een kus die wel uren lijkt te duren. "Ik hou van je" Zeg ik zacht. "Ik ook van jou Fen!" En we vallen niet veel later ook in slaap. Daar lig ik, in het ziekenhuis veilig in Evert zijn armen.

-Carla-

We hebben besloten om een hotel te zoeken. We kunnen nu gewoon rustig aan naar Nederland terugrijden. Geen haast. We zijn zo ver mogelijk doorgereden en het is nu half twee s'nachts. We zijn in zuid-Duitsland. We rijden een beetje rond op zoek naar een hotel. Na niet al te lang zoeken zijn we bij een hotel aangekomen. Het ziet er gezellig uit en we lopen naar binnen. Menno is hier degene die het beste Duits kan spreken dus hij neemt het woord.

"Gutentag, Haben Sie eine zimmer frei?" "Möchten Sie eine Doppelzimmer?" "Ein Dreibettzimmer bitte" "Oke regelmäßig" Menno krijgt de sleutel en we lopen naar de kamer.

vertaling: "Hallo, heeft u een kamer vrij?" "Wilt u een tweepersoons kamer?" "Een driepersoons kamer alstublieft." "Oké, is geregeld."

Menno doet de deur open en Bram ploft op het bed neer. We douchen, kleden ons om en duiken het bed in. Morgen rijden we verder naar Nederland en dan komen we weer thuis.

-Fenna-

We worden wakker en Jasper staat naast ons bed. "Hallo, lekker geslapen?" "Jawel" "Ik heb goed nieuws voor jullie." We kijken elkaar aan. "Wat is het?" "Jullie mogen morgen naar huis!" Ik kan mijn geluk niet op. "We moeten nog even Liselotte gipsen en dan kunnen jullie hier morgen weg. En we hebben ook besloten om Evert maar de gipsen, gewoon voor de zekerheid." "Helemaal goed, kom maar op!" zegt Evert. Hij loopt achter Jasper aan en komt even later met ook donkerblauw hips om zijn pols naar ons terug gelopen. "Dan moet ik ook maar donkerblauw hè!" zegt Liselotte. Nu komen ze met het gips naar ons toe. Een half uurtje later is ook Liselotte helemaal gegipst en zijn we er klaar voor om naar huis te gaan. We moeten alleen nog even één dagje wachtten. "Maar wie moet ons eigenlijk op komen halen!?" denk ik hardop.

Moordvrouw - vermistWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu