In gevaar

633 28 4
                                    

-Evert-

Ik sta nog voor het raampje van het busje te zwaaien en te doen maar opeens zie ik de auto niet meer. Ze zijn ons toch niet kwijtgeraakt!? De pijn in mijn pols neemt toe en wordt ondragelijk. Ik kijk naar waar we heen rijden. Als ik achter me kijk, het busje in zie ik dat Fenna en Liselotte nog niet wakker zijn. Ik ga naar ze toe en probeer ze van elkaar af te leggen. Ze liggen namelijk op elkaar. Het lukt nauwelijks met één hand. Als Liselotte en Fenna van elkaar af zijn worden de wonden van Liselotte pas echt goed zichtbaar. Ik schrik ervan. Ik maak me nog steeds zorgen over Fenna. En over ons kindje natuurlijk.


-Menno-

We zijn het busje kwijt geraakt maar rijden door . Misschien is hij verder naar voren gegaan. Als we over een andere weg heen rijden begint Carla te roepen. "Daar rijden ze Menno! Snel hier naar rechts." Ik kan de afslag nog net pakken en we komen op dezelfde weg terecht als het busje. Elke auto probeer ik in te halen en we rijden weer achter het busje. Bram zit zacht te huilen op de achterbank. "Wat is er Bram?" vraagt Carla. "Straks leeft Liselotte niet meer." Zegt hij zacht. "Liselotte?" Bram wordt rood. "En Evert en Fenna natuurlijk." Ik had al enig vermoeden dat Bram Liselotte leuk vindt. Volgens mij andersom ook maar durven ze het niet aan elkaar te vertellen.


-Evert-

Ik kijk door het raampje en zie de auto weer achter ons. Ik kan mijn geluk niet op! Ze hebben ons weer gevonden. Maar hoe kan ik ze duidelijk maken dat wij hierin zitten en nog leven? Ik kijk om me heen. Ik zoek iets waarmee ik op het raam kan schrijven. Helaas kan ik niks vinden. Als ze maar achter ons blijven is het goed. Ze weten wel wat ze moeten doen in dit soort situaties. Ik draai me om en ga naast Fenna zitten. Zachtjes begin ik te huilen. Ze heeft dit allemaal helemaal niet verdiend. Als ik in één keer raak schoor had dit allemaal niet hoeven gebeuren. Ik kijk naar Fenna en ik zie haar voet langzaam bewegen. Ze komt weer bij! Ik schud een beetje aan haar met één arm. "Fenna! Fenna wordt wakker!" Fenna begint wat te kreunen en even later gaan haar oven open. Ze begint ineens te schreeuwen van de pijn. "Fenna, rustig ik ben bij je! we mogen niet te veel geluid maken. Het komt allemaal goed!" Fenna houdt maar niet op met schreeuwen en ze begint heel hard te huilen. Eindelijk begint ze met praten. "Ik heb zo'n pijn Evert!" Ik kijk naar haar lichaam en zie dat haar voet er slap bij hangt. We rijden over een hobbel in de weg en ze schreeuwt het weer uit. Snel trek ik mijn trui uit en leg het onder haar voet als kussen en een soort schokdemper. Fenna kijkt mij lief aan en probeert me een knuffel te geven. Ik ga weer naast haar zitten en we zitten beide te huilen. We kijken tegelijk naar Liselotte en ik zie dat Fenna schrikt. "Wat is er allemaal gebeurt? En met Liselotte!?" "We hebben een doekje met chloroform op onze mond en neus gekregen en jij was eigenlijk gelijk weg. Ik was alleen verdoofd en verzwakt en ik kon dus nog kijken wat er allemaal gebeurde. Liselotte begon de mannen weg te trappen. Toen kwam er een man binnen en die sloeg haar zo hard dat ze op de grond viel. Ze trapte nog om zich heen maar te vergeefs. Daarna zijn we meegenomen en in dit busje gegooid. Alsof we oud afval waren." Fenna begint te huilen. Ik leg haar hoofd op mijn borst en troost haar. "Het komt allemaal goed, belooft! Menno, Carla en Bram rijden achter ons!" "Wat! dat meen je niet. Hoe weten ze dat wij hierin zitten?" "Geen idee maar het kan nooit lang meer duren!" Ik kijk om me heen en zie in een netje aan de zijkant van de auto verbanddoos zitten. Ik pak het en verbindt Fenna's voet. Ze kijkt dankbaar naar mij. Als ik door de verbanddoos ga zie ik onderin een dikke zwarte benzinestift zitten. Ik Loop ermee naar het raam en begin in spiegelbeeld en met mijn verkeerde hand te schrijven, in de hoop dat ze het kunnen lezen. Menno, help. Lies en Fenna zijn in gevaar. schiet een band lek! Het staat erop en hopelijk kunnen ze het lezen. Het is namelijk net het handschrift van een kind van drie.


-Bram-

"Menno! er staat wat op dat raam!" schreeuw ik. Ik probeer het te lezen maar het gaat moeizaam. "Er staat iets met gevaar en schiet een band lek. ik kijk om me heen en er zijn niet veel weggebruikers te bekennen. "Bram schiet!" roept Carla naar mij. Ik doe het raam open en schiet op de achterband.

Moordvrouw - vermistWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu