Hoofdstuk 1 - Opnieuw een fijne verjaardag

128 14 2
                                    

Felicitaties kreeg Melody niet op haar zeventiende verjaardag. En in plaats van taart te eten, liep ze door de grauwe winkelstraat van een stad die ze amper kende. Toch vond ze het niet erg. Dat ze niet werd begroet door een gezocht poster, toen ze door de smalle steeg het plein op riep, was een groot genoeg cadeau.
Ze zou zich straks onbezorgd in bed begraven en kunnen doen alsof het meisje dat Melody heette niet meer bestond. Haar verjaardag was nu niets meer dan een bittere herinnering aan alles wat er gebeurd was. Het was beter te doen alsof het allemaal niet echt was. Dat het meisje dat zichzelf een krap jaar geleden had verteld dat ze alles kon zijn, dood was.

Want moordenaar en schoonmaker in een schimmig bedrijf dat niet om papieren vroeg, hadden beiden niet op de lijst van de oude Melody gestaan.

Ze had geluk gehad, probeerde zichzelf te herinneren. Het had veel erger kunnen aflopen. Ze had een baan met collega's die geen vragen stellen, ze had onderdak en ze had al maanden geen posters of artikelen over de moord gezien. Soms durfde ze er bijna in te geloven dat iedereen het vergeten was.
Maar helemaal veilig voelde Melody zich nooit. Gelukkig kon ze op regenachtige dagen als deze haar gezicht verschuilen onder haar capuchon. De mensen die haar voorbij liepen, gunden haar geen blik waardig. In plaats daarvan haasten ze zich over het plein, om zo snel mogelijk een droge plek te bereiken.
Het was een vreemd contrast met de starende ogen van de mensen op het Niverium. Maar deze vreemden kenden haar schaduwen niet. Ze wisten niet van het gevaar dat zich nog altijd onder haar huid verstopt hield, ze hadden geen idee van de duisternis die zich in haar hart verschool. Voor hen was ze slechts een jong meisje, misschien net een vrouw. Een vaag gezicht dat ze snel weer zouden vergeten. En het was beter zo.

'Jongedame, heb je een momentje?' sterke een hand pakte haar schouder vast.
'Raak me niet aan,' snauwde ze instinctief. Haar hartslag schoot omhoog. Hadden ze haar gevonden? Met een ruk draaide ze zich om. Daar stond een kale man onder een door de wind scheefgetrokken paraplu. In zijn hand hield hij een stapeltje doorweekte flyers. Dit was geen niverial en ook niet een van Louis' mannen. Of hij moest zich erg goed vermomd hebben.
'Sorry,' de man strompelde achteruit. 'Ik wilde je niet laten schrikken.'

'Het is al goed.' Ze forceerde een glimlach. 'Ik schrok alleen.'

'Sorry,' zei de man nogmaals. 'Wij staan hier om aandacht te trekken voor onze petitie voor een verbeterde wetgeving rond gave gebruik.' Hij wees naar twee kletsnatte vrouwen en een man in een rolstoel, die een eindje verderop onder een afdakje stonden. Net als hem hadden ze een stapeltje flyers vast.
'Oké, daar mag je me meer over vertellen,' zei Melody, alleen omdat ze medelijden met het groepje had. Niemand anders leek interesse in hun verhaal te hebben. En daarnaast, natter dan dit werd ze toch niet.

De man glimlachte breed. 'Wij zijn van mening dat het huidige systeem een te grote kloof schept tussen mensen met en zonder een gave. We willen de maatschappij herenigen door mensen met gaven naar dezelfde school als niet begaafden te laten gaan en geen extra loon meer uit te keren aan werknemers met een gave.'

'Interessant.' Ze kon wel iets vinden in zijn woorden, maar ze vond het alles behalve interessant. 'Maar hoe ga je om met jongeren met een gevaarlijke gave?'

'Dat is simpel, als je extra lessen hebt en de focus van die lessen is hoe je voorkomt dat je een gave gebruikt. Daarnaast kun je extra begeleiding geven aan individuen met een dusdanig gevaarlijke gave. Maar het is niet oké dat begaafden uit hun families worden gerukt en vervolgens leren hoe ze hun krachten zo sterk mogelijk kunnen maken, dat ze er vreselijke dingen mee kunnen doen. Gaven zijn onnatuurlijk ontstaan. Als het geen gave maar een ziekte was, hadden we al lang een protocol in plaats gesteld om het te stoppen. Maar omdat het gaven zijn vieren we het. Dat terwijl er steeds sterkere gaven onder steeds kinderen voorkomen,' ratelt de man. 'Kinderen, geen volwassenen, maar kinderen. Zij zouden de verantwoordelijkheid van zo'n kracht niet moeten hebben.'

'Dus jullie zijn tegen het hebben van gaven?'

'Nee, je kunt er niks aan doen als je een gave hebt. We zijn tegen hoe er nu met gaven wordt omgegaan.'

Hij had een punt, dat kon Melody niet ontkennen. Of ze het overal mee eens was, wist ze niet. Maar ze was een levend voorbeeld van de dingen die hij beschreef. Niet dat ze dat zelf op straat zou lopen schreeuwen, maar verschil moest er wezen. 'Waar kan ik die petitie ondertekenen?'

'De petitie heb ik...' Hij haalde een onleesbaar A4'tje onder zijn flyers vandaan. 'Oh, de petitie... moeten we opnieuw printen.' Hij keek haar teneergeslagen aan.

'Jammer.' Ze moest haar best doen om niet in lachen uit te barsten.

'Maar we gaan zo terug naar het clubhuis. Daar kun je hem ondertekenen. We hebben koffie en thee.'

Melody aarzelde. Ze wist niet of ze nog meer van zijn verhaal wilde aanhoren. Maar het aanbod van een warme kop thee en een minder eenzame verjaardag was te aantrekkelijk om te laten liggen. Ze wierp nog een laatste blik op het groepje dat onder het afdakje stond. Ze zagen er niet uit als mensen die haar in de problemen zouden brengen. Voor deze ene keer, besloot ze. Ze schonk hem een glimlach. 'Dat is een goed idee.' 

Schaduw spel | Deel 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu