Hoofdstuk 18 - Hoop

72 13 0
                                    

De dag nadat Melody met de zwerver had gesproken, voelde ze zich een stuk beter. De zon was door het wolkendeken gebroken en scheen op het parkbankje waar ze zat. Met een kleine glimlach keek ze om zich heen. Het mooie weer had veel mensen naar buiten gelokt. Een moeder fietste met haar twee kinderen door het park. Hun fietsten slingerden gevaarlijk heen en weer. Even verderop maakte een oud koppel een wandeling. Hun ogen dwaalden voortdurend naar de meeuwen in de lucht. Ze leken zo gelukkig dat het Melody jaloers maakte. Zij wilde ook weer onbezorgd en naïef kunnen zijn. Maar voor nu moest ze nog iets langer vechten.
Ze maakte haar tasje open en haalde er een van de krentenbollen uit. Plotseling werd ze opgeschrikt door zacht geritsel. Met een ruk draaide zich om, recht in de bruine ogen van een kleine hond die tussen de takken uit dook.

Een lach ontsnapte uit haar mond. 'Hé, wat doe jij hier?'

Het langharige dier keek haar met een scheef kopje aan.

'Nee, dit is mijn ontbijt. Ga maar naar je baasje.' Ze keek om zich heen. Het oude koppel droeg geen riem, dus waarschijnlijk waren ze niet de eigenaar. Ook toen haar ogen verder door het park gleden, vond ze niemand die het dier in de gaten hield. 'Waar is je baasje?'

Het dier kroop voorzichtig haar richting uit en ging voor de bak zitten. Melody stak haar vrije hand uit. Even deinsde de hond weg voor hij aarzelend naar voren stapte en aan haar handpalm snuffelde. Ze liet haar vingers voorzichtig langs zijn oortje glijden. Er zaten klitten in zijn vacht. Misschien had hij net als haar geen huis meer.

'Vooruit dan maar.' Met een zucht opende ze haar tas. Ze pakte de zak met bruin brood en haalde er een boterham uit. Ze scheurde er een klein stukje vanaf en wierp het de hond neer. Hij sprong er gretig op af. In een hap was het weg. Zijn ogen gingen weer haar richting uit. Smekend om meer.

Ze glimlachte en wierp de rest van de boterham zijn richting uit. Binnen een paar seconden was hij verorbert.

Melody at haar krentenbol verder op, terwijl ze haar best deed om de smekende ogen van de hond te negeren. Pas toen ze de zak weglegde terug in haar tas stoppen verloor hij zijn aandacht voor haar. Hij dribbelde naar een boom een paar meter verderop en snuffelde eraan.

Ze hield hem een poosje in de gaten voor ze overeind kwam. Het was tijd om verder te gaan. Een plan te maken, iets te doen. Waar ze moest beginnen wist ze niet, maar hier zitten ging haar problemen niet oplossen.
Ze liep langzaam over het grindpad, naar de uitgang. Toen bewoog iets langs haar been. Zodra ze naar benenden keek, zag ze de hond. Hij liep nu vlak naast haar. Melody perste haar lippen op elkaar. Hij was schattig, maar ze kon hem niet helpen. Ze wist niet eens of ze volgende week nog leefde. 'Ksst,' zei ze zacht.
De hond kwispelde vrolijk en rende een stukje voor haar uit. Daar bleef hij wachten.

'Ksst, ik kan je niet helpen.' Ze liep verder. De hond wachtte netjes tot ze bij hem was voordat hij met haar meeliep. Hij begreep het niet. Melody zuchtte zacht, misschien ging hij vanzelf wel weg. Als hij doorhad dat ze hem niet kon voeren, zocht hij vast een betere plek. Voor nu liet ze hem winnen.

Samen met de hond liep ze door de straten van de stad. Eerst volgde hij haar nog, maar toen ze op een kruispunt te lang aarzelde sloeg hij een straat in. Kwispeldend wachtte hij tot ze hem volgde. Melody deed het uiteindelijk maar, want ze had geen beter plan.
Na een poosje te wandelen kwamen ze bij de bibilotheek. In de etalage van het gebouw stond een man die de posters van de lichtshow lostrok. Melody schonk hem een kleine glimlach. Toen zag ze de kranten om de hoek achter het gebouw uitsteken. Zou de zwever er nog zitten?
Voordat ze over het antwoord na kon denken liep de hond de hoek om. Even later klonk een warme stem. 'Hé, ben je daar weer Balou?'
Melody kwam tot stilstand. Misschien was de hond toch niet zo verdwaald als ze had gedacht. Een kleine glimlach verscheen op haar lippen. Moest ze hallo zeggen? Nee, besloot ze direct, de man had haar al genoeg geholpen. Haar ogen gingen richting de bibliotheek. Boeken, computers, activiteiten, toneel stond er op het raam geschreven.
Op dat moment kwam er een idee in haar op. Via een computer kon ze op instagram kijken. Misschien had Dominique een foto geplaatst. Als ze konden afspreken, zou haar vriendin haar kunnen helpen. Snel liep ze door de draaideur naar binnen. De geur van papier en kwam haar tegemoet.
Ze liep langs de boekenkasten tot ze bij een metalen zuil kwam. Haar ogen gleden over de gekleurde vlakjes en pijlen tot haar ogen op het woord computers viel. Dat was waar ze moest zijn.

'Kan ik je helpen?' vroeg een vrouwenstem.

Ze draaide zich om. Achter haar stond een vrouw van een jaar of veertig. Ze had een grote stapel boeken in haar handen. 'Ja, zijn de computers alleen voor leden?'

'Nee hoor,' de vrouw glimlachte. 'We willen dat onze bibliotheek een toegankelijke en inclusieve plek is voor iedereen. Alleen voor het lenen heb je een lidmaatschap nodig, maar dat is heel goedkoop. Ik kan je wel inschrijven en dan krijg je dire-'

'Nee bedankt,' kapte ze de vrouw af. Daar zat ze niet op te wachten.

'Oh oké,' de dame glimlachte geforceerd. 'Weet je waar de computers zijn?'

'Ja, ik red me wel.' Melody haastte zich de trap op. Ze was niet van plan om in deze stad te blijven, laat staan lid te worden van de bibliotheek. Wat had ze er aan als ze dood ging? Kon haar geest dan boeken lezen?
Ze moest zacht lachen bij het idee. Ze had al tijden niet meer de concentratie gehad om een boek op te pakken. Hield ze eigenlijk wel van lezen? Melody had geen flauw idee. Maar ze was niet van plan om haar geest voor altijd in een bibliotheek op te sluiten, om er daarna achter te komen dat ze boeken haatte.

Ze liep via de houten trap omhoog. Zodra ze bij de derde verdieping was, zag ze de computers. Ze waren grotendeels verscholen achter een kast met atlassen. Ze liep er omheen en liet haar ogen over de kleurrijke stoelen glijden.De meesten waren bezet door oude mensen. Een jongen van haar leeftijd liep heen en weer en gaf ze aanwijzingen.
Snel ging Melody achter een van de weinige vrije beeldschermen zitten en startte hem op. Ze voelde de ogen van de jongen in haar rug branden, maar hij zei gelukkig niets. Zodra hij werd afgeleid door een oude vrouw die moeite had met het openen van google, startte ze haar computer op en zocht Instagram op.
Nadat ze de site geopend had, maakte ze een account met een nieuw e-mailadres. Het was een stuk lastiger dan op de app. Geen wonder dat niemand Instagram op de computer gebruikte.

Ze voelde een kriebel in haar maag toen ze Dominiques gebruikersnaam in typte. Zou haar vriendin hun afspraak herinnerd hebben? Wat als ze eerder had willen afspreken? In de chaos had ze er niet aan gedacht om op Instagram te kijken.
Nerveus opende ze het profiel van Dominique. Direct zag ze de zwart-witte foto van een roos. Maandag 10:00 met Lucile, stond er in de beschrijving.

Een opgeluchte glimlach vulde Melody's gezicht. Als ze maandagnacht overleefde, zou ze haar vrienden opnieuw zien Dan stond ze er niet meer alleen voor. Dominque en Lucile hadden vast een beter plan dan zij. Misschien was er een wereld waarin dit goed kwam.

Schaduw spel | Deel 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu