Hoofdstuk 1

520 27 2
                                    

(Deze hoofdstukken zijn allemaal geschreven vanuit Jasper, als er iets veranderd meld ik het wel!)


Onrustig liep ik heen en weer door de woonkamer, mijn familie werd gek van me. "Jaspers doe nou is rustig, je gebruikt je gave op iedereen!" het was Emmett's stem die door het huis bulderde. snel stopte ik met lopen en hield ik mijn gave in, om vervolgens nog onrustiger te worden dan ik was. plots voel ik een hand op mijn keel en word ik met een klap tegen de muur gegooid, Emmett was weer is chagrijnig en ik maakte het alleen maar erger.

Esme kwam gauw aan lopen. "Emmett Cullen gedraag je nou is een keer tegen over je familie!" foeterde ze op hem. Het enige wat hij deed was chagrijnig naar mij kijken, hij luisterde nooit naar wat Esme te zeggen had. Het zoveelste schilderij aan de muur was kapot gevallen op de grond, gelukkig waren er nog geen barsten in de muren.

zo ging het nou al de hele week, allemaal door het nieuwe meisje op mijn werk. Mary Alice Bradon, het meisje dat nooit iets anders zei dan haar eigen naam. ik maakte me grote zorgen om haar, mijn collega's leken haar volledig te negeren. zo kon het toch niet verder? kinderen wilde niet met haar spelen, ze zat altijd afwezig in een hoekje. Natuurlijk had ik er al is met Carlisle over gepraat, hij zou onderzoek doen naar haar thuissituatie en haar achtergrond.

Elke dag werd er thuis iemand boos op mij, omdat ik mijn gave even niet meer onder controle had. gewoon omdat ik me te veel zorgen maakte. Edward probeerde me in elk geval te helpen, hij wist het hele verhaal omdat hij elke dag mijn gedachten las. hij praatte met mij, hij gaf me advies. vertelde me dat ik misschien Alice wel zou kunnen helpen. en dat deed ik ook.

Elke dag zat ik bij haar, speelde ik spelletjes met haar. Meestal wilde ze graag tekenen, ze bracht al haar emotie in die tekeningen. gister tekende ze iets uit haar leven, maar veel kon ik er niet uit opmaken. ik praatte tegen haar, probeerde haar sommige woorden te laten zeggen, maar het had geen zin. het enige wat ze zei was "Alice" haar eigen naam.

Haar vader was anders ook geen prater, hij zei bijna niks tegen ons. hij kwam haar ophalen, zonder woorden. Zo gauw haar vader er was, stonden haar ogen verdrietig. dan voelde ik verdriet en pijn, maar wat kon ik hier tegen doen? Ze zwaaide altijd als ze weer naar huis ging, maar ook alleen maar naar mij. ze keek me recht aan en zwaaide bewust naar mij. Haar ogen wilde me dingen vertellen, maar ik begreep er niks van.

Ik moest er hoe dan ook achter zien te komen wat er aan de hand was, ik was er bijna zeker van dat er iets niet helemaal pluis was. Carlisle had belooft alles zo snel mogelijk uit te zoeken, Edward hielp veel. Ik ging haar helpen, hoe dan ook!

Her Name is Alice, why do i care?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu