Hoofdstuk 3

421 28 2
                                    

Ons kinderopvang was opgedeeld in groepen, wij hadden de groep van 5 - 10 jaar, er was ook een groep van 1 - 4 jaar en een groep van 11 jaar en ouder. Dit was gewoon een kinderopvang voor in de vakantie, zo gauw de kinderen naar school gingen werd het een Buitenschoolse opvang. de kinderopvang bleef voor kinderen van 1 - 4 jaar.

snel liep ik even naar een de andere groepen om te kijken of alles daar goed ging, zij hadden minder kinderen en daar door ook minder hulpkrachten die daar konden helpen. omdat wij meestal met z'n 3en waren kon 1 van ons af en toe is heen en weer lopen om de andere groepen te helpen.

aangezien alles goed was besloot ik terug te lopen naar mijn eigen groep, vanaf de gang hoorde ik een herrie uit mijn lokaal komen, ik begon sneller te lopen en keek naar het tafereel dat zich afspeelde. mijn collegas waren naar buiten gegaan en stonden te roken, alle twee geen oog op de kinderen. De oudere kinderen hadden zich verzameld en zich op Alice gestort.

ze waren haar aan het pesten, trokken aan haar haren en scholden haar uit. ze riepen dat ze gek was en sloegen haar omdat ze niet reageerde. Alice daar in tegen bleef stil, ze reageerde niet, deed niks en liet alles over zich heen komen. alsof ze het wel gewend was.

"hou hier onmiddellijk mee op!" bulderde mijn boze stem door het lokaal. Alle kinderen keken op en begonnen door elkaar te praten. Ik stapte op ze af. "zijn jullie helemaal gek geworden, met z'n allen een klein meisje pesten!" riep ik boos. "ga buiten spelen." zei ik woedend. 

Gelijk deed iedereen wat ik zei, ze renden naar buiten en gingen daar spelen. De 2 dames die hadden staan roken kwamen naar binnen lopen. "laat dat kind toch." zeiden ze en liepen weer naar buiten. Zuchtend liep ik naar Alice en tilde haar op, ik zette haar op tafel en controleerde of ze verder niks had.

"au." fluisterde ze heel zachtjes. ze keek me recht aan, haar ogen vertelde weer hele verhalen die ik nooit begreep. "waar heb je au?" vroeg ik zachtjes.  Ze wreef over de zelfde arm als vanochtend, ik deed de mouw van haar shirt omhoog en zag de grote blauwe plek terug op haar arm. Blauw? nee. eerder rood paars, er was iets gebeurd wat niet pluis was, ik wist het zeker.

De Deur vloog ineens open, ik keek recht in de woedende ogen van een man. Alice haar vader? kwam hij haar nu al halen. Snel liet ik Alice los, hij liep recht op me af en gaf me een fixe duw, ik moest mee geven omdat het anders te veel zou opvallen dat ik zo sterk en hard was.

"Blijf van mijn dochter af, ze moet naar de tandarts." snauwde hij naar me. Hij trok haar ruw van de tafel en sleurde haar mee. ik liep een stukje de gang op en zag verder op hoe Alice naar me zwaaide, haar ogen stonden angstig.

Haar vader schreeuwde naar haar en duwde haar hard voor zich uit. ze struikelde, wist overeind te blijven en liep gauw verder. En vanaf dat moment wist ik zeker dat Alice niet naar de tandarts zou gaan.


Her Name is Alice, why do i care?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu