Hoofdstuk 10

340 27 8
                                    

Edward en ik liepen weer naar beneden na dat we een tijdje gepraat hadden, ik was blij dat er toch iemand in de familie was die me wilde en kon helpen, al was het alleen maar op te praten over alles wat mij dwars zat. Maar zodra we beneden waren, was daar het volgende probleem. Emmett liet het niet zomaar toe dat iemand hem een paar klappen zou verkopen, vooral van mij niet.

Hij stond al op en negeerde Rosalie die tevergeefs een poging deed om hem af te leiden. Binnen een fractie van een seconde had ik de eerste vuist al in mijn gezicht en struikelde ik naar achter. Normaal had ik mij kunnen verdedigen, maar dit ging mij allemaal zelfs te snel. De volgende klappen kwamen hard aan. Oké een vampier voelde geen pijn, maar geloof mij, als een andere vampier zo hard op je in slaat dan doet dat echt wel pijn.

Klap na klap na klap voelde ik op mijn lichaam komen,  niemand kon hem tegen houden. Hij was veel te sterk voor ons allemaal. Plots hoorde ik een klein hoog gilletje, gevolgd door geschreeuw. Ik probeerde te kijken waar het vandaan kwam en zag dat het Alice was. Foute boel! Foute boel!  Haar ene oog was zwart geworden,  dat betekende dat ze op het punt stond iemand heel veel pijn te doen.

"Emmett! Emmett!! Stop!!!" schreeuwde ik. Alice kwam naar ons toe gerend en drukte haar vingers in Emmetts borst bij zijn hard, hij viel kreunend op de grond van de pijn. Ik bleef even op de grond liggen, het drong nog niet door wat Alice zo juist aan het doen was. "Jasper stop haar!" gilde Rosalie bang. Snel kwam ik overeind en deed een poging Alice van Emmett af te trekken, met het gevolg dat Emmett het uitschreeuwde van de pijn.

"Alice? Alice! stop alsjeblieft,  hij heeft er van geleerd,  hij is onze broer. Je kan hem niet doden, zo ben je niet. Je bent veel te lief en veel te goed op dat te doen." zei ik smeekend.  Ze leek mij te horen,  haar ogen werden lichtgrijs van kleur en ze heelde de wond van emmett en keek daarna verdrietig naar mij.

"Kom is kleintje, kom is hier." zei ik en opende mijn armen. Ze stortte zich gelijk in mijn armen en verborg haar gezichtje in mijn nek. "Hij jou pijn." fluisterde ze heel zachtjes. "Nu is het voorbij." zei ik zachtjes. Ik wiegde haar een beetje en drukte een kusje op haar haren. "Je bent veel te lief en veel te goed voor deze wereld." pervelde ik zachtjes tegen haar haren


Her Name is Alice, why do i care?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu