010: Writings on the wall

334 48 8
                                    

Ashley

We waren een week verder, het kwam steeds dichterbij dat Harry weg zou gaan. Ik wou het niet. Ik liep door de gang heen. Vandaag zou Calum weer komen, dat had hij me gezegd. Vorige week hebben Calum en ik weer een lang gesprek gehad. Onder 4 ogen.

Ik begon wat voor hem te voelen, als liefde op het eerste gezicht. Maar het gevoel dat ik hem binnenkort van zijn leven zou beroven maakte het me stik benauwd. Ik zuchtte even diep. Ik wilde de stem in mijn hoofd niet kwijt. Maar nu ik wist dat ik wat ging voelen voor Calum, wou ik misschien wel riskeren voor de stem kwijt te raken.

Ik opende de deur weer, en ging mijn kamer binnen. Ik zat even op mijn bed. De teksten op mijn muur waren groter geworden, beïnvloedbaar geworden. Ze namen mijn stemming over. Ze maakte me angstig. De woorden deden zeer. De woorden dat ik hem leuk vond, de positieve gedeelte, overheersten. Maar de negatieve trokken me meer aan. Het alsof je tussen al die positieve teksten de negatieve eruit sprongen. Moeilijk om zoiets uit te leggen, er waren geen pwoorden voor. Er werd op mijn deur geklopt. Ik keek op, en zag Calum staan. Zijn ogen keken me vrolijk aan. Hij liep mijn kamer binnen, ik hoopte dat hij de teksten op mijn muur niet zal zien. "Hoe is het?" vroeg Calum.

"Goed!" zei ik. "Met jou?" vroeg ik. Toen ik hem weer in zijn ogen keek, werd ik weer verlegen.

"Goed," glimlachte Calum. Hij ging op een stoel zitten. Tot mijn verbazing keek hij naar de muur. "De muur is saai, zo wit," mompelde Calum. De teksten? Zie je ze niet?

"Zullen we anders even buiten gaan lopen of?" vroeg ik wat gestressed. Calum keek op. Hij knikte. Ik sprong op. Ik was nogal bang dat als Calum langer naar de muur zal kijken, hoe beter hij de teksten kon zien. Ik trok Calum mee. Ik liep naar Harry.

"Hazza, mag ik naar buiten?" vroeg ik.

"Ja hoor, is Calum dan bij je, of moet ik mee?" vroeg Harry.

"Ik ben er bij," zei Calum. Harry gaf Calum de sleutel. We liepen naar de deur, Calum opende de deur. Ik liep naar buiten. Vele planten en struiken waren als een pad gemaakt. Als een klein privé parkje. Calum liep naast me.

"Hoe weet je eigenlijk hoe alles werkt?" vroeg ik. Calum keek op. Ik nam de frisse lucht in me op.

"Mijn zus heeft hier voor 2 maanden gezeten, ze had anorexia" zei Calum zacht.

"Oh, sorry dat wist ik niet," zei ik zachtjes.

"Het is niet erg," lachte Calum. "Wist jij niet" ik moest lachen, ik knikte snel. "Ashley, aan jou merk je niet dat je hier hoort, je hoort gewoon in een normaal huis met je familie,"

"Dat is anders als jij er niet bent hoor," grinnikte ik. Door mijn hoofd spookte de woorden, vermoord hem binnenkort. Maar ik negeerde ze. "Misschien zal ik binnenkort wel een aanval krijgen waar jij bij bent," lachte ik. We kwamen langs de vijver, het water getik kwam dichterbij. Ik trok Calum weer mee. Ik moest weg bij die vijver!

Hi

Writings on the wall » C.H ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu