Hoofdstuk 8

9.7K 296 25
                                    

Pov Fay

Het is vrijdag. Ik sta op het plein van ons dorp. Ik ben vijf minuten te vroeg, het is 19.55. Ik wist niet hoe ik le moest kleden, ik heb dus gewoon een rood jurkje aan. Ik kijk rond, geen Daan, geen Bradley. Ik staar voor me uit.

Is dit eigenlijk wel zo een goed idee? Dit allemaal? Moet ik dit wel doen? Misschien kan ik nog terug? Elke seconde voel ik me onzekerder over dit alles. Ik pruts wat aan men jas, tot ik een hand voor men ogen voel komen. Alles is zwart. Zwart is nog al donker. "Wie deed het licht uit?" Vraag ik plagen. De persoon achter me antwoord niet. Zijn hand is groot genoeg om mijn twee ogen te bedekken. Of zij?

"Het is niet meer leuk." Zeg ik uiteindelijk als ik vijf minuten tegen een niet-antwoordend persoon aan het praten ben. "Je bent mooi." Stil hoor ik zijn stem vlak bij men oor. Ik voel zijn adem tegen men kaak. "Bradley?" De hand verdwijnt voor men ogen, ik draai me gelijk om en kijk hem in de ogen.

"Dankje dat je dit wilt doen." Ik glimlach. "Voor jou." Hij glimlacht. "En voor Daan." Zeg ik er ongemakkelijk aan toe. Hij knikt begrijpend. "He!" Daan komt op ons afgewandeld. "We kunnen." Samen met Daan, loop ik achter Bradley aan. Als we het park naderen, word het donkerder. Ik ga uit schrik dichter bij Daan lopen.

"Ok, zie je die man?" Ik knik. "Hij is het." Ik knik. "Ga." Ik kijk Daan en Bradley nog een keer aan, en wandel naar hem toe.

"Schoonheid." De man fluit als ik voor hem kom staan. Zijn blonde haren zitten warrig, en zijn blauwe ogen kijken in de mijne. "Naam?" Ik glimlach. "Fay. Jouwe?" Hij staat op van het bankje en komt voor me staan. "Blake." Ik knik en kijk hem aan. Hij is niet lelijk, integendeel zelfs. Maar toch heb ik een voorkeur aan Bradley.

Als ik hun dichter zie komen, begin ik meteen met hem aan te raken. "Zo zo, mooie meid." Verder komt hij niet. Hij hoort een krakende tak, aan Daan's gezicht zie ik dat hij het was.

Blair neemt me stevig vast en draait zich om. Een pistool word tegen men hoofd geduwd. "Bradley help." Piep ik. "Zo, Daan en Bradley. Lang geleden?" Ik slik. Ik had nooit mogen mee doen. Daan kijkt me bang aan, Bradley kijkt naar Blake. "Wat kom je doen." Sist Blake. "Dankje voor Fay trouwens. Ze is zeker niet mis."

Niet mis? Wat denkt dat mormel wel niet? Ik begin te bewegen, en wil roepen maar stop meteen als het pistool geladen word. "Geef haar aan mij." Bradley klinkt woest. Dat us hij ook. Ik sta in de armen van de moordenaar van zijn vader. Mijn adem versneld, zover had ik nog niet eens gedacht. "Ee klik en dit meisje is dood, oprotten." Daan schud gretig zijn hoofd. "Nooit. Geef haar." Blake lacht duister, mysterieus maar vooral eng en luid. "Ze komt met mij mee." Angst neemt me helemaal over. Ze moeten me redden, en wel meteen.

"Oprotten." Daan neemt Bradley's arm vast en trekt hel achteruit. Gaan ze me achterlaten bij een moordenaar? Dat kunnen ze niet maken. Daan kijkt me spijtig aan. "We komen je halen." Fluistert hij. Luid genoeg voor mij, maar Blake hoorde niks.

"Bradley?" Piep ik bang. "Ik hou van je." Hij kijkt me geschokt aan. "Meekomen." Ik word in een zwarte BMW geduwd. Ik ben zo bang, dat ik men gevoelens heb gezegd. Ik had hier nooit mogen aan meedoen. Tranen ontsnappen uit men ogen.

Hopelijk komen Bradley en Daan snel. Ik moet hier levend weg zien te komen.

Korter stukje, had niet veel inspiratie.. Sorry!

Komt alles goed met Fay? Gaan ze haar wel echt redden?

Wie zal het zeggen..

X

when the badboy saved you. (HERSCHRIJVING)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu