^^ Fay hierboven
Pov Fay
Het is nu vrijdag, ik mag eindelijk naar huis. Of nee, naar Daan's huis. Daan zijn ouders vinden het allemaal oké, ze zijn heel vriendelijk en lief. Zijn vader zei zelfs dat als het moest dat ik bij hun kon gaan wonen. Zijn moeder ging daar meteen mee akkoord. Ze weten wat mijn vader heeft gedaan.
"Klaar?" Ik knik als antwoord. Ik neem mijn tas maar word tegen gehouden. "Mevrouw er is nog iemand die u zou willen zien." Raar kijk dokter Snor aan. "Okeey?" Ik zet mijn zak weer op het bed, en ga zitten. Daan staat op. "Blijf. Ik denk dat ik weet wie het is." Daan kijkt me bezorgd aan, waarschijnlijk door de trilling in mijn stem.
"Wie?" Ik slik even. Moet ik het hem wel zeggen? Hij komt er toch zo achter. "Bradley." Ik kijk weg. "En je wist hier van?" Langzaam knik ik. Bang voor zijn reactie. "Waarom zei je niks?" Antwoord hij rustig. Hij is niet kwaad?
"Ik dacht dat je kwaad ging zijn." Ik voel dat Daan terug naast me komt zitten. "Ik ben nooit kwaad op jou.""Hallo." De deur gaat open en Bradley verschijnt in onze kamer. "Hey." Ik slik een brok in mijn keel weg. "Dankje dat ik mocht komen." Ik knik. "Geen probleem." Daan heeft nog niks gezegt, geen hallo, geen geluidje, gewoon niks. Ik stomp eens tegen de arm van Daan, maar krijg geen reactie. "Het spijt me." Ik zie hoe Daan's kaken op elkaar geklemd staat.
"Het spijt je." Sist Daan tussen zijn tanden door. "Daan." Ik pak zijn hand vast en wrijf er zachtjes over. Ik voel hoe zijn spieren ontspannen. "Ik weet dat het fout was om mijn vader op jullie af te sturen." Daan kijkt naar de muur, hij is kwaad. Wat zeg ik, hij is woest.
"Bradley, het is beter dat je gaat." Vertel ik hem. Ik wil geen ongelukken veroorzaken. "Maar?" Ik schud men hoofd. "Ga." Ik kijk Bradley recht in de ogen aan. Ik zie de pijn in zijn ogen. Misschien heeft hij echt spijt? Op dat moment draait hij om, en wandelt weg.
"Het is mijn fout." Fluister ik. Daan stopt met zijn veters te binden. Hij kijkt me verward aan. "Wat is jou fout?" Hij bind snel zijn veter en komt dan weer naast me zitten. "Dat jij en Bradley ruzie hebben." Geef ik toe. Misschien is het ook wel zo. Deze puinhoop is allemaal begonnen toen ik en Daan een koppel werden. Én toen hij alsof deed dat hij een koppel met Kendall was.
"Het is zijn eigen fout. Wie stuurt nu ook de maffia op zijn beste vriend af." Ik sta op en neem men zak. "Wacht, we praten zo in de auto verder." Ik geef een knikje, als teken dat het goed is.
Na vijf minuten zitten we in de auto. "Wat doet de maffia eigenlijk?" Vraag ik terwijl Daan de auto start. "Ik denk niet dat je het wilt weten." Ik zucht gefrustreerd. "Ik vraag het toch?" Daan knikt zacht, maar ik zie dat hij twijfels heeft. "Kom op, je vertrouwd me toch?" Weer knikt Daan, hij heeft zijn ogen strak op de weg gericht. "Beloof me dat je naar me luistert." Ik knik. "Ik beloof het je."
"Wel, de maffia is een soort van groep. Ze hebben zo hun vijanden. Waar wij ook één van zijn." Ik slik. We zijn een vijand. Een vijand van de maffia. "Wel, als je iets fout doet, is de kans groot dat ze je willen vermoorden. Zoals het ongeluk? Door hun zijn wij tegen die vrouw aan gereden. Kijk, nu moet je luisteren. Beloof me dat je nooit, maar ook nooit, contact zoekt met de maffia. Ik wil je niet kwijt, en al moet ik daar men leven voor afgeven. Jij moet veilig zijn. Alleen jij."
Ik kijk Daan met tranen in mijn ogen aan. "Beloof je het?" Ik knik. "Ik beloof het."
❤️❤️❤️
Zou Daan het echt menen? En Bradley, zou hij echt spijt hebben? Wat denken jullie?
Comment!!
Hou van jullie!!
Xxx
~Amber
JE LEEST
when the badboy saved you. (HERSCHRIJVING)
Teen FictionOP DIT MOMENT WORDT DIT VERHAAL HERSCHREVEN EN ZIJN ER DUS VAN ALLE VERANDERINGEN AAN DE GANG ZODAT IK AAN DEEL TWEE VAN DIT BOEK KAN BEGINNEN :) veel lees plezier xxx Heb je ooit het gevoel gehad dat niemand van je houdt? Dat niemand om je geeft? ...