Hoofdstuk 19

7.4K 248 54
                                    

Pov Fay

Ik word langzaam wakker. Alles is nog donker. Hoe laat is het? Ik ga zitten en kijk op mijn roze wekker, die nu zwart lijkt. Hij geeft 4.30 aan. Ik heb nog twee uur, daarna is het weer zo ver. School.

"Fay?" Ik kijk naast me. Daan ligt op zijn rug. Langzaam gaan zijn ogen open. "Wat is er?" Langzaam gaat hij ook zitten. Ik haal men schouders op. "Ik werd gewoon wakker." Ik sluit mijn ogen en leg mijn hoofd op zijn schouder. "Gaat het wel." Ik zucht. "Ik wil jullie vriendschap niet verpesten."

"We hebben het daar gisteren over gehad. Al moet ik je tegen mijn eigen ouders beschermen doe ik dat. Ik hou van je." Ik kijk op. "Ik hou ook van jou." Ik druk een kus op zijn lippen.

Mijn leven gaat eigenlijk niet zoals gehoopt. Ik werd verliefd op Bradley, maar ik hou ook van Daan. Nu is Bradley eerder diegene waar ik bang voor moet zijn.

-is it to late n-

"Meen je het?" Daan zijn stem klinkt door de kamer. "Wat?" Ik open mijn ogen en wen aan het licht. "Justin Bieber?" Ik grinnik. Ik sta op en begin met me klaar te maken voor school. "Gaat het wel lukken?" Ik haal men schouders op. "Moeilijk gaat ook." Glimlach ik.

Stil zit ik naast Daan in de auto. "Gaan we ook langs Bradley?" Ik kijk naar Daan. Ik hoop van niet, ik wil niet dat hij achter me komt zitten. Ik wil hem gewoon niet zien. "Neen, hij moet zelf maar op school zien te komen."

Op dat moment gaat de telefoon van Daan af. "Neem jij even op?" Ik knik.

F: Hallo, met de gsm van Daan.
B: Waar zit je?
F: B-Bradley?
B: Ja? Komen jullie nog of hoe zit het?!
F: Je moet zelf maar op school zien te geraken. Wij willen je niet zien.
B: Ma-

Tuut tuut tuut

"Wat zei hij?" Vraagt Daan ongerust. "Hij vroeg waar we bleven." Daan knikt. "Naar waar rijdt je nu?" Daan lacht. "Ik ben men boekentas vergeten." Ik knik. Ik sluit even men ogen.

Ik voel ons opeens versnellen. "Daan? Waarom gaan we zo snel?" Ik kijk Daan aan. "Ze zitten achter ons aan." Zijn blik is strak gericht op de weg. Het maakt me bang. "Wie?" We racen als een gek over de straat. "Euh.." Bang kijk ik uit het raam. "Daan?" Ik kijk om de wijzer van de auto waarop staat hoe snel we gaan. We racen aan 120 km per uur over de weg.

"De vader van Bradley. De baas van de maffia dus." Ik schrik me rot als ik het woord maffia hoor. Ik voel ons nog meer versnellen. Ik knijp haast de de leuning van de stoel vast. "Daan. Stop." Breng in bang uit.

Ik kijk bang in het rond. Een zwarte auto raast achter ons aan. Ik kijk opzij. Ik zie in de verte een auto op ons afkomen. "Daan kijk uit!" Een luide knal verdooft me. Een laatste gil ontsnapt uit men mond.

Misschien wel mijn allerlaatste.

🐒🐒🐒

BOEM!!

Ze zijn een beetje gebotst denk ik :)
Komt het goed? Wat denken jullie?

Xx
Amber

when the badboy saved you. (HERSCHRIJVING)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu