Hoofdstuk 31

5.6K 211 22
                                    

Pov Fay

"Ik heb honger." Ik kijk Finn aan. Hij grinnikt. "Heb je eten bij?" Ik schud mijn hoofd. "Ik heb geld." Zegt hij en begint in zijn zak te rommelen. "Ik ook." Hij kijkt op, maar zoekt dan weer verder. In stilte haal ik een briefje van vijf euro uit mijn zak.

"Hier." Ik rijk het briefje naar Finn. "Jij hebt honger, ik niet." Ik haal mijn schouders op. "Daar is een broodjes zaak." Samen lopen we naar de zaak. "Wat wil je?" Ik haal mijn schouders op. "Gewoon iets met ham?" Hij knikt. Hij neemt het briefje van vijf en besteld. "Dankje." Zeg ik als ik een broodje in mijn handen gedrukt krijg.

"Jij had toch geen honger?" Finn kijkt me betrapt aan. Ik lach en neem nog een hap van mijn broodje.

"Graag u aandacht voor volgend opsporings bericht.

Vannacht is er een meisje, weggelopen thuis."

Een foto van mij komt op het scherm. Ik kijk Finn aan. "We moeten hier weg." Fluister ik. Hij knikt. We staan op en lopen weg.

"Zouden ze mij opnoemen?" Ik knik. "Ja, sowieso wel." Hij glimlacht. "Mis je thuis?" Hij schud zijn hoofd. "Niet echt. Zij zouden mij ook niet missen." Ik kijk Finn aan. Hij kijkt naar de grond. "Tuurlijk wel." Hij schud zijn hoofd.

"Na de dood van pap, is mam gaan drinken. Ik moest alles alleen doen." Ik slik. "Wil je erover praten?" Hij knik zacht. "Kom we gaan zitten." Samen gaan we zitten, op een groen oud bankje.

"Pap is vermoord. Ik weet niet door wie, maar ik vermoed wel een bende mannen. Ze haten mijn vader. Ik ken ze niet zo goed, maar het schijnt dat ze ik de maffia zitten."

Ik begin meteen te hoesten. "Fay? Gaat het?" Ik knik hoestend. "De vader van mijn beste vriend. Hij is in de maffia." Ik kijk hem aan. "Sorry." Finn kijkt op. "Jij kan daar toch niets aan doen?" Ik haal mijn schouders op. "Laten we maar verder gaan." Ik knik en samen staan we op.

Samen stappen we door het park. Ik zeg niets, omdat ik niet weet wat ik moet zeggen. Moet ik wel iets zeggen? "Weet je? Met jou zou ik nu wel de wereld willen rond reizen." Zegt Finn. "Hoezo?" Ik kijk naar de lucht, de zon straalt mooi aan de blauwe lucht. "Ik vind je een toffe, en dan is dit een avontuur. Zo ver mogelijk van hier weg geraken." Ik lach. "Dan doen we dat?" Fijn begint nu te lachen. "Echt?" Ik knik. "Het klinkt best goed." Finn lacht en trekt me mee.

Na tien minuten komen we aan bij het station. "Ik heb dertig euro, jij?" Vraagt hij. "Nu nog zestig." Hij zucht. "Zo veel?" Ik knik lachend. "Naar waar gaan we?" Ik haal mijn schouders op. "Parijs." Grap ik. Hij knikt en loopt naar het loket. "Het was een grap eh." Vertel ik. "Ik vind het een goed idee."

We hebben dertig euro aan kaartjes uitgegeven. Nu staan ik en Finn op het perron te wachten. "Hoe raar. Parijs." Lach ik. Finn knikt. "Ik vind het wel goed, samen met jou." Ik glimlach naar Finn. "Pas op, de trein." Hij trekt me een stapje achteruit.

Hij pakt mijn hand, en samen stappen we de trein op. De trein naar Parijs. Het lijkt wel een film. En het klinkt zo dramatisch en onmogelijk, maar ik sta gewoon op de trein naar Parijs.

"Hier." Ik ga zitten en kruip tegen Finn aan. Hij lacht. "Sorry." Ik ga weer recht zitten. "Het is oké." Zegt hij en trekt me terug. "Dankje." Leg mijn hoofd op zijn schouders en sluit mijn ogen. "Slaapzacht." Zegt hij nog, daarna val ik in slaap.

❤️❤️❤️

Kak hoofdstuk :D

Met de trein naar Parijs :p
Dit klinkt zo dramatisch allemaal.,

Vrijdag komt de Q&A online!! Dus vragen kan alleen nog nu!!

Xx
~Amber

when the badboy saved you. (HERSCHRIJVING)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu