Hoofdstuk 32

5.3K 203 21
                                    

Pov Fay

"Psst. Slaapkop. Wakker worden." Fluistert een warme stem. Ik open een oog. Waar ben ik? "We zijn in Parijs." Ik schrik en ga recht opzitten. "Nu al?" Ik kijk rechtst, Finn zit naast me. "Gaan we?" Ik knik en sta op. Samen met Finn slenter ik de trein uit. Was het wel zo een goed plan om naar Parijs te gaan?

Opeens hoor ik iets vallen. Ik kijk achterom, want daar kwam het geluid vandaan, maar zie niets. Raar. "Kom, dan kopen we iets op te eten." Ik knik afwezig. "Hoe laat is het?" Finn kijkt bedenkelijk op zijn horloge. "Bijna tien voor elf." Ik knik en we lopen het station uit. De koude buitenlucht in.

"Daar. Een bakker!" Finn wijst naar een klein huisje. Het is helemaal rood, en er staat ik het groot 'blulangerie' op geschreven. "Kom dan." Lacht Finn.

"Dat was lekker." Zegt Finn. Ik knik en staar voor me uit. "Dat we nu ik Parijs zitten. Terwijl we in België vermist zijn, zitten wij doodnormaal op een bankje in het park. In Parijs." Vertel ik aan hem. "Misschien missen ze me zelf niet?" Finn begint te lachen. "Wat zeg jij nu? Tuurlijk missen ze je!" Ik glimlach.

Ik sluit mijn ogen. Na een maar na een minuutje, hoor ik een gil. Ik kijk rond maar zie niemand. "Hoorde je dat ook?" Finn kijkt raar op. "Die gil?" Ik knik. "Ja. Ik zie niks." Ik kijk bang rond. "Op het station hoorde ik dat ook. Ik heb het gevoel dat we achtervolgd worden." Finn lacht. "Zotteke. Nee, tuurlijk niet." Ik knik. Hij heeft waarschijnlijk gelijk, wie zou ons ook achtervolgen? Tot in Parijs.

"Gaan we slapen?" Ik knik en leg mijn hoofd op Finn zijn schouder. Ik sluit mijn ogen. "Slaapzacht." Fluistert Finn. "Slaapwel." Ik luister naar de geluiden om me heen. Het geeft me rust. De rust die ik thuis ook had. Thuis, bij Daan.

Ik mis Daan. Ik mis hem zo hard. En Bradley, en iedereen. Ik open mijn ogen. Ik mis ze zo hard. "Alles oké?" Ik ga rechtop zitten en haal mijn schouders op. "Ik mis thuis wel." Finn knikt zacht. "Ik ook." Fluistert hij. We zuchten allebei. Ik kijk Finn aan. "Dankje." Nu kijkt hij ook naar mij. "Dankje?" Ik knik. "Voor alles. Dat je hier met mij bent. Gewoon dankje." Hij lacht. "Geen dank. We hebben het zelfde probleem, en dat is dat we thuis niet goed ik ons vel zitten." Ik knik met een glimlach om zijn woorden te bevestigen.

"Misschien moeten we terug naar België over een paar dagen?" Ik knik. "Weken." Verbeter ik hem kort daarna. Hij begint te lachen, waardoor er kuiltjes in zijn wangen ontstaan. Schattig.

"Ik weet het niet." Mompelt hij opeens. Ik haal een wenkbrauw op. "Wat weet je niet?" Finn draait zijn hoofd opzij, zodat hij mij aankijkt. "Of dit wel goed is." Hij kijkt mij aan, met tranen in zijn ogen. "We kunnen terug gaan?" Hij schud zijn hoofd. "Maar je mist ze wel." Hij knikt. Langzaam rolt er een traan over zijn wang. Ik veeg hem weg met mijn duim.

"Kom hier." Ik spreid mijn armen. We geven elkaar een stevige knuffel. Ik voor hem licht snikken. "Alles komt goed, ik beloof het je." Opeens voel ik iets op mijn hoofd. "Het regent." Mompelt Finn. "En dan." Nog steeds knuffelen we elkaar, terwijl het begint te regen. Steeds harder.

Hier zitten we dan. Al knuffelend, in de gietende regen. In Parijs.

❤️❤️❤️❤️

Heyy!!

Sorry dat er zaterdag geen update was!!

Voor de rest heb ik niks te zeggen.. :D

Xx
~Amber

when the badboy saved you. (HERSCHRIJVING)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu