16

1.4K 110 7
                                    

'Oh! Sorry, Euhm.. Ik had een afspraak met u meneer?' Zei een zwart harige vrouw.
Ze leek me in de jaar of 30.
Ze was niet echt mooi. Ze was lang en had een strak gezicht. De rimpels op haar voor hoofd waren duidelijk te zien toen Ze fronste.

Ik verroerde geen vin. Maar Ahren leek het wel grappig te vinden, want hij rolde geamuseerd van me af.

Hij ging recht op zitten en dacht even na.

'Oh ja.. Wat dom van me.. Ik moet me eigenlijk nog klaar maken.. En zo. Dus als u het niet erg vind, kunt u later terug komen?' Hij grijnsde.

Ik werd alleen nog maar roder toen mijn broer plots in de deur opening verscheen. Oh nee.. Meende je dat nou echt? Ik sloot mijn ogen en trok mijn knieën naar mijn kin.

'Interessante boel hier.' Khellam grijnsde.

Ik slikte.

'Khellam. Jou moet ik ook nog spreken straks.' Zei Ahren.

'Serieus? Moet daar nu over gepraat worden?' Zei ik brut. 'Ik lig hier dus wel half naakt hoor?! Ik weet niet of het jullie al is opgevallen.'

Ahren grinnikte.

'Nu wel.' Zei Khellam geamuseerd.

Ik trok de deken over me heen, wat niet echt werkte.

'Kan iedereen weg gaan?' Ik kuchte luid.

De vrouw was al vertrokken voor ik het zelfs had gevraagd.

'Ik vind het hier wel leuk.' Mompelde Khellam.

'Dag Khellam.' Zei Ahren kort af.

Ik hoorde mijn broer zuchtte en hem de deur dicht slagen.
Daarna was het een lange tijd stil.

'Jammer dat zo een intiem moment verstoord moet worden.' Mompelde Ahren.

Ik rolde met mijn ogen en ging recht opzitten.

'Als ik het niet druk had gehad zou ik nu waarschijnlijk alweer op je liggen. Maar je zult moeten wachtten.' Hij grijnsde stond recht en verdween in de badkamer.

Ik slikte en bleef een tijdje naar het plafond kijken. Uiteindelijk trok ik mijn shirt aan en liep weer terug naar mijn kamer. Wat bezielde me.. Ik was bijna naar bed geweest met de gevaarlijkste wolf in tijden.
Ik staarde voor me uit. Nu pas merkte ik hoe hard ik eigenlijk mijn ouders miste. Misschien kon ik Ahren overhalen om brieven naar ze te schrijven. Dat zou toch Nog wel kunnen.?

De rest van de dag was rustig. Ik had geen zin meer om mensen te zien dus besloot ik ook niet meer naar Isis te gaan. Ik keek Door het raam naar buiten. Hij was vast gespijkerd. De enige manier waarop ik naar buiten zou kunnen gaan was door het raam van Ahren. Maar ik kon daar gemakkelijk betrapt worden, dus ik kon dat beter proberen wanneer hij er een dag niet was. Ik zou niet vluchten, nee gewoon een luchtje scheppen. Dat was alles!

Ik wist niet hoelang ik hier al zat. 6 weken misschien? En het voelde vreselijk om 6 weken geen stap meer buiten te zetten. Ik slikte, de neiging om naar buiten te gaan werd steeds groter. Maar ik hielt me in. Toen ik al veel te lang stil zat op mijn kamer besloot ik wat eten te spotten in de keuken. Ik probeerde de weg weer te vinden en na lang zoeken vond ik eindelijk de hal. Vanaf daar ging het gemakkelijk. Ik liep naar de keuken nam een appel en vond de weg weer naar de hal. Ik besloot het hele huis eens te verkennen. Dat zou wel mogen toch? Wat kon er verkeerd gaan? De kamers waar ik niet in zou mogen zouden waarschijnlijk toch op slot zijn.. En als ik hier nog de rest van mijn leven moest doorbrengen was dit misschien wel een goed idee!

Ik liep terug de hal samen met mijn appel en luisterde naar het weerkaatste van mijn schoenen. Toen ik daar was aangekomen keek ik even om me heen. De grote kroonluchter hing recht boven mijn hoofd. Ik liep een stukje opzij. Ik had niet eens een idee waarom.. Was ik misschien bang dat hij op me zou vallen? Zoals in films altijd gebeurde? Ik schudde mijn hoofd en liep een gang in naar rechts. Toen ik er langs liep bevond ik me in een hal vol met logeer kamers. Het was een lange gang. Misschien wel een beetje te lang om het nog normaal te kunnen noemen. Aan het hoge plafond Hingen grote lampen die de gang verlichte.  Op al de deuren zaten sleutels, en Toen ik er een opende zag je een klein kamertje met soms twee en soms één persoons bedden. Al de ramen waren toe dus ja.. Het einde van de gang liep dood. Ik spotte om de zoveel tijd schilderijen. Allemaal waren ze van blote vrouwen. Waarom zou iemand schilderijen hebben van blote vrouwen? Was het een verzameling? Ik grinnikte bij de opmerking en nam nog een bijt van de appel waarna ik weer terug liep. Toen ik weer in de grote hal kwam ging ik naar links. Maar dat was ook weer precies jet zelfde. Overal waren logeerkamers. En overal hingen ook weer schilderijen. Maar nu van blote mannen. Ik fronste en besloot me daar maar niet meer op te concentreren. Waarschijnlijk waren de kamers voor gasten. Zoals wij ook hadden in ons district voor andere roedels als ze langskwamen voor een vergadering. Toen ik in de helft van de gang kwam besloot ik terug te keren om dat ik hier waarschijnlijk niets speciaals zou vinden.

Hierna liep ik recht door. Daar waren ook logeerkamers -en gelukkig waren het in de plaats van schilderijen nu grote spiegels- maar nu was er aan het einde wel een grote marmeren trap. Ik merkte dat dit de trap was waar ik zojuist was langs gekomen om eten te spotten. Ik liep erop en hielt me stevig vast aan de leuning. De grond was bijna overal van marmer. en de muren van een zwart behang. Ik kon niet echt beschrijven hoe het eruit zag maar het was.. Speciaal. Op De volgende verdieping vond je overal kantoortjes. Jet zag er zo schattig uit dat ik een glimlach niet kon onderdrukken. In elke deur zat een klein raampje. Er hing een rood gordijn voor. Ik vroeg me af waarvoor dat zou dienen. Sommige van de gordijnen waren open waardoor ik recht in de kleine kamer met enkel een bureau een stoel en een kast kon kijken. De meubelen waren van hout. De muren waren wit en de grond was van zwart hout. aan het einde was een heel grote deur, deze was echter zonder zo een apart raampje. Waarschijnlijk was dit kantoor die van Ahren. Toen ik ernaar toe liep spotte ik een andere marmeren trap.  Ik volgde hem, En deze verdieping was misschien wel het aller interessants.
Ik vond een heel grote witte deur. En toen ik hem opende bevond ik me in een bibliotheek. Het leek wel een hele school. Zo groot was het. Bij elke kasten stonden ladders. Want je kon niet overal bij. Er was zelfs een boven verdieping. In het midden van de kamer vond je een heel dik en groot boek op een staander. Het was een woorden boek. Hij had een rode dikke kaft en er stond in grote gouden letters iets geschreven. Ik kon niet lezen wat het was. Was het 'een mensen taal' of was het Wolfiaans.. Ik lachte bij de gedachte. Als dat nou echt zou bestaan was ik dom bezig dus stopte ik meteen. Ik sloeg deze kamer op in mijn gedachten. Ik zou hier zeker nog terug komen! De rest van de kamers op deze verdieping waren gesloten. Toen ik op de volgende verdieping kwam. Bevond ik me op mijn eigen verdieping waar de kamer van mij en Ahren waren. De laatste trap was van hout. Volgends mij zou je dan op de zolder uit komen dus dat besloot ik maar niet te doen.
Uiteindelijk liep ik weer naar beneden naar de hal. Omdat ik daar ook nog een hal had gezien die ik nog niet kende. Ik liep er door tot het einde. Ik kwam voor een mega deur te staan. Tien keer zo groot als de bibliotheek deur. Maar toen ik hem wilde openen zat hij op slot. Wel was er een raam. En toen ik daar door heen keek stokte mijn adem. De deur leed naar de tuin.. Hij was zo groot dat het onmogelijk te zien was waar we ons bevonden. Ik slikte. Aan de zijkant stond net zo een groot huis als deze. Waarschijnlijk het huis van de roedel.

Snel keek ik weg. Anders had ik waarschijnlijk de ramen door gebroken..

'Bevalt het je?'

Ik verstijfde. Ahren stond achter me.

'Ik..'

'Je kunt beter weer naar je kamer gaan.' Zei hij.

Ik knikte. Hij leek net mijn vader als hij zo sprak.

'Ik heb een vraag.' Zei ik nog snel.

'Kan dat later?' Hij leek kwaad?

'Nee.' Zei ik kortaf.

'Stel dan maar.' Hij keek me doordringend aan en leunde tegen de grote zwarte muur.

'Ik vroeg me af, of ik een brief kon schrijven, naar mijn ouders.' Ik slikte.

'Waarom?'

'Ik mis ze. Ik wil dat ze weten dat ik veilig ben.' Mijn stem sloeg een paar keer over. Waarom? Meent hij dat nou echt! Ik had zin om hem in zijn gezicht te slagen maar besloot dat niet te doen..

'Dat weten ze al.' Zei Ahren

'Maar, alsof ze jou gaan geloven.'

Hij fronste.

'Ik bedoel maar, ik wil het zelf naar ze schrijven. Zo erg kan dat toch niet zijn? Ik wil ze gewoon kunnen sturen..' Mompelde ik.

'Ik zal er over nadenken.' Zei hij.

Ik knikten liep door de hal wegvan hem. Achter de muur waar de hal eindigde bleef ik staan. Ik zag hoe hij de deur opende en er vervolgens weer door liep. Ik slikte en kneep mijn ogen spleetjes..

Different wolf {the lupa} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu