30

1K 85 6
                                    

(Ahren's point of view)

Ik keek naar buiten. De lucht kerkblad op dit uur. Maar je zag van ver donkere wolken verschijnen. Mijn ogen gingen langs de veel te grote tuin. Mijn vader had ooit heel dit terrein gekregen van een onbekende gast in een gokhuis. Hij had zijn hele gebied verloren daardoor. Het was volgens mijn vader een vieze smeerlap met een lange baard en chique kleren. Iemand die duidelijk niets wist van mijn vader. Iemand die duidelijk niet op merkte dat mijn vader een weerwolf was. Dan zou hij waarschijnlijk al lang gevlucht van hem zijn geweest. Ik herinnerde me de dag meteen weer dat hij stierf. Hij wou niet zeggen wat hij had. Maar hij was ziek. Doodziek. Ik huiverde bij de gedachte en sloot mijn ogen even. Hij vertelde me dat het in de familie zat. Dat ik het ook zou krijgen. Dat het niet anders kon. En dat ik zou sterven. Vroeg genoeg om te weten dat het niet door ouderdom komt..

Ik liet mijn blik over de heuvels neer strijken en eindigde op de buis die langs mijn balkon heen liep.
Meteen dacht ik weer aan het moment dat Luna op het balkon verscheen. Ik draaide me snel om en haalde een hand door mijn haar.
Ik miste haar. Ik miste haar lach. Ik miste haar geur. Ik miste alles van haar.
Het was moeilijk haar dit aan te doen. Maar ik wilde haar laten zien wat ik kon. Haar laten merken dat ik nog steeds de baas was. Ze had me diep gekwetst. En ook al kon ik doen wat ik wilde, naar haar toe gaan en haar vertellen hoeveel ik van haar hielt. Ik kon het niet.

Ik had het wel al eens eerder geprobeerd. Door voor haar deur te gaan staan en te ijsberen. Maar het was me niet gelukt. Ik had daar misschien wel uren gestaan. Met een vreselijk bleek gezicht. Mijn nagels hadden diep in mijn palmen gestaan. En ik had mezelf ervoor vervloekt dat ik zo een watje was. Ik was altijd een watje als ik in haar buurt was. Ik hielt van haar. Ik hielt zoveel van haar dat ik al mijn kracht verloor wanneer ik in haar buurt kwam.

Ik liet mezelf achterover vallen in bed en bekeek het plafond. Ik hoopte er aanwijzingen in te vinden. Hulp. Maar ik vond het niet.

Ahren, het is onze mate. Het blijft onze mate. We kunnen haar niet laten gaan.

Had mijn wolfsgeest een paar keer herhaald. En dat was het moment waarop ik even hoop kreeg. Maar dat verdween ook zo snel weer dat het eng werd.

Ik had van Isis gehoord dat Luna zich zelf al had gesneden. Toen had ik haar verteld dat ze een oogje op Luna moest houden. Kijken of er nieuwe schrammen waren bij gekomen,  maar dat was gelukkig niet het geval geweest.

'Meneer? Ik ben juist bij Luna geweest. Ik heb haar in de douche gekregen en heb ondertussen haar lakens verschoont. Meneer ze ziet er vreselijk uit.' Isis stond in de deur opening met haar armen over elkaar gevouwen. Ze zag er kapot en verdrietig uit.

'Isis, het komt wel weer goed met haar.' Vertelde ik haar snel.

'Dat weet ik nog niet zo zeker. Dat had u ook al een week geleden gezegd. En ze ziet er nog slechter uit.' Isis zette een paar stappen in de kamer en ik knikte naar haar dat ze binnen mocht komen.

Ze sloot de deur achter haar en ging in een van mijn banken neerzitten.

'Eet ze en drinkt ze wel genoeg?' Ik fronste.

'Nee meneer. Ze heeft haar ontbijt niet opgegeten.' Ze schudde bleekjes haar hoofd.

'Hmm, Isis mag ik je vragen om telkens wanneer ze een nieuwe maaltijd krijgt bij haar te gaan zitten. Misschien kun je samen met haar eten. Dat zal haar vast goed doen.'

Isis knikte. 'Volgens mij ook. Maar, ze praat niet. Al weken niet.'

'Dat weet ik. Dat zei je al. Maar misschien kun jij er wel voor zorgen dat ze Praat. Denk je dat je dat kunt?'

'Nee ik denk het niet.' Zei ze. 'Dat heb ik al vaker geprobeerd.'

'Met wie is ze nog meer bevriend?' Ik keek Isis van top tot teen aan.

'Met Raven. Mijn broer.'

'Misschien kan hij het.'

'Misschien maar hij wilt niet met haar praten. Zoals vele mensen. Niemand kijkt haar nog aan of spreekt nog een woord tegen haar. Er zijn zelfs mensen die haar verraadster noemen.' Isis zuchtte.

'Ja, daar heb ik al van gehoord. Helena heeft het me verteld. Maar misschien kun je het toch proberen. Om Raven tegen haar te laten praten.' Ik stond op en liep naar Isis toe die nu ook opstond.

'Ik zal het proberen meneer.' Ze knikte naar me en verliet geluidloos de kamer.

Ik weet dat het een kort hoofdstuk is! Sorry sorry sorry! Maar ik wist gewoon niets meer wat ik hierop kon laten volgen. Allee ja sorry hoor..

En binnen kort komt er een hoofdstuk met uitleg over het volgende deel xx

Different wolf {the lupa} = voltooid ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu