^11^

284 21 0
                                    

Omdat ik om no reason vrolijk ben!

"Ik krijg ze nog wel." mompel ik als Jason naast me komt lopen.
"Kalmeer. Hij is het niet waard." sust hij me. Ik zucht. Wetend dat hij gelijk heeft.

POV Anna

We zijn al langs verschillende roedels geweest de afgelope dagen. Allen jaagde ze ons op. Alleen heeft 1 ons nu te pakken. De Silver Star Pack.
Ze hebben expres de cellen van Jason en mij tegenover elkaar geregeld.
Ze hebben ons ondervraagt.
We hebben zo goed mogelijk antwoord gegeven, maar ze geloofden ons niet.
Ik ben in een hongerstaking gegaan.
Ik wacht totdat ze mijn celdeur open maken en dan val ik aan. Maar tot nu toe hebben ze nog niks gedaan.

'ETEN!' roept de bewaker hard door de gang. In elke cel wordt er een plaat met een stuk oud brood en een glas water naar binnen geschoven. Ik kijk goed en zie er bij mij een appel op liggen. Apart.
De bewakers vertrekken weer.
In de cel naast me hoor ik zacht gesnik. In kijk door het kleine gat in mijn muur. Er zit een meisje van nog geen 17. Ze ziet er erg slecht uit.
Ik pak mijn appel. Ik snij met mijn klauw de helft eraf.
'Hey, meisje.' zeg ik zacht. Ze kijkt geschrokken op. 'Ik ben hier, bij het gat. Wees niet bang. Ik wil alleen maar iets geven.' zeg ik gerustellend. Ik steek mijn hand met het stuk appel door het gat heen. Het meisje kijkt me met grote ogen aan. Ze kruipt langzaam naar me toe en pakt het dankbaar aan. Ik trek mijn arm weer terug en ga in het midden van mijn cel zitten. Ik begin te denken. En denken en denken. Maar ik kom maar niet bij de oplossing die ik wil hebben. Ik heb er wel 1, maar daar ben ik zelf niet zo blij mee. Ik zal mijn ware aard moeten laten zien. Ik zucht. Opeens word ik weer overspoeld door vermoeidheid. Ik strompel naar mijn matrasje. Ik laat me erop vallen en val al snel inslaap...

Ik open mijn ogen. Ik lig in een weiland. Ik sta langzaam op. Ik heb mijn oren en staart. Ook mijn ogen en tanden zijn als mijn wolf. Ik kijk omhoog. Volle maan. Ik zucht.
'Daar is ze!' wordt er achter me geroepen. Ik draai me om. Een hele groep mensen. Scouting leden, de roedel waar ik vast zat, de Beta van die andere roedel. Allemaal staan ze daar. En, en zelfs Jason.
Ze kijken me allemaal kwaad aan. Ze halen zilveren voorwerpen en fakkels achter hun rug vandaan.
'Weg met het monster!' roepen ze terwijl ze op me aflopen. Ze omsingelen me. Achter de mensen zie ik Hem staan. Hades. Hij kijkt me met een grijns aan en knikt. Ik knik ook. Ik laat mijn ware aard zien.
De mensen worden bang en rennen weg. Ik grijns en ren achter ze aan. Ik vermoord ze 1 voor 1. Ik haal ze neer met mijn klauwen, of verbrand ze levend. Als iedereen dood is draai ik me om. De enigste die nog leeft is Jason.
Ik loop op hem af. Doe het niet!
Roept mijn wolf naar me. Maar ik negeer haar. Hij is je Mate! Roept ze weer. Maar het doet me niks. Ik doe alles om mijn Koning blij te maken. Spookt er door mijn hoofd. Ik ga voor Jason staan. Hij kijkt me met waterige ogen aan. En ik, ik til mijn klauw op.
Ik duw hem in zijn borst en pak zijn hart. Ik ruk het eruit. Jason valt dood neer. Ik voel een hand op mijn schouder. 'Goed gedaan Anna. Je heb me blij gemaakt. Kom, mee naar huis. Dan wordt je mijn nieuwe generaal.' zegt hij sluw. Ik knik. En we verdwijnen in de Hel.

Ik schrik wakker. Ik kijk snel tegenover me. Jason zit nog gewoon tegen de muur aan. Hij leeft nog. Ik zucht opgelucht. Het was maar een droom. Denk ik bij mezelf. "Was het niet. Het was een visioen." zegt Moon. Mijn ogen vergroten. Dan moeten we meteen gaan. Voor ieders veiligheid. Die cellen gaan niet beschermen. Ik sta op. Ik verander in mijn wolf. Jason kijkt me verbaast aan. Ik concentreer me en draai mijn staart naar de tralies. Ik zwiep mijn staart en de tralies worden weg geblazen. Ik stap de gang in. Ik zie veel gewonden mensen. Ik laat mijn ogen gloeien. Na enkele seconden stop ik. De mensen in de cellen zijn allemaal genezen. Hun wonden zijn weg. Ze hebben weer kracht. Jason kijkt me nog verbaast aan. Ik draai me naar de trap die naar de uitgang leid, en begin te lopen.
'Anna!' roept Jason. Ik weet wat hij bedoelt. Ik draai mijn kop om maar kijk naar de grond. "Het spijt me Jason. Maar dit is voor jou eigen veiligheid. Ik zal een gevaar voor je zijn. Jullie hebben nu de kracht om te ontsnappen. Maar ik kan niet verder helpen. HIJ begint meer macht over me te krijgen. Ik wil je geen pijn doen. Het spijt me. Als jullie willen ontsnappen, kan dat. Ik vermoord de Alpha, Beta en Gamma. Mischien ook sommige bewakers. Succes." zeg ik en ren de trap op. Ik blaas de deur open.
De Gamma kijkt me verbaast aan
Hij verandert en valt me aan. Ik zwaai met m'n staart en hij knalt tegen de muur aan. Ik loop er snel opaf en breek zijn nek. Zo doe ik hetzelfde met de Beta. Dan kom ik de Alpha tegen. En hij kijkt niet zo vrolijk. Ik laat vuur om me heen komen terwijl ik terug verander. Als het vuur weg ik draag ik een vlammen jurkje. Bij aan de voorkant tot mijn knieën en achter bijna tot aan m'n enkels. De Alpha kijkt me met zwarte ogen aan. 'Jij. Heb. Mijn. Mensen. Vermoord.' zegt hij grommend. 'Weet ik. Zodat andere kunnen leven.' antwoord ik simpel.
Hij gromt. 'Nu. Ga. Je. Boeten.'  'Zo simpel is dat helaas niet.' zucht ik. Hij rent op me af en veranderdt. Ik laat vuur uit mijn handen komen. Ik raak hem. Hij heeft nog bijna niks. Ik maak mijn ogen groot en laat ze gloeien. Ik til hem op met mijn blik. 'Niet zo handig om het tegen een Demoon op te nemen.' zeg ik en gooi hem hard op de grond. 'Het spijt me.' zeg ik voordat ik zijn nek breek. Ik verander weer in mijn wolf en ren het gebouw uit. Sommige van de roedel kijken me kwaad aan. Anderen vreemd genoeg dankbaar. Ik schud het van me af en ren het bos in. Nu nog een plek vinden waar niemand mij kan vinden...

Heeey mensjes!
Hoe vonden jullie het?
Al weer zin in vakantie?
Like? Commend? Follow?
Love you all<3
_XRobijntjeX_

Strange WolvesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu