^30^

97 10 9
                                    

'Hij. Hij heeft Mijn Mate gemarkt.' grom ik. 'Hij gaat eraan. HIJ GAAT ERAAN!' grom ik kwaad.
Anna. Ik kom je halen.

POV Anna

Giovanni is net gaan douchen. Ik zucht en stap uit bed. Ik loop naar beneden en zoek een leuk setje kleding. Uiteindelijk heb ik een simpele, donke blauwe, gescheurde skinny jeans, met een wat losser zwart shirt met 2 gaten bij de schouders. Mijn haar laat ik los hangen. Qua make-up doe ik ook niet zo veel. Zwarte eye liner, met mascara en een iets donkerdere lippenstift.
Ik trek mijn zwarte gympen aan an loop naar beneden. Ik maak wat ontbijt voor Gio, Hellius en mij.
Ik ga op mijn stoel zitten en begin vast met eten. Gio komt de woonkamer binnen. Hij draagt een donker grijze spijkerbroek. Zijn haar zit nog een beetje warrig en zijn shirt hangt om zijn nek. "Omgggg! Sixpack!!!" gilt Moon in mijn hoofd. Ik voel mezelf blozen en kijk snel weg. Hij grinnikt. Hij trekt zijn shirt aan en loopt langs me naar zijn eten.
Het is stil onder het eten. Comfortabel stil. Ineens wordt er op de deur geklopt. 'Ik ga wel.' zeg ik. Ik sta op en loop naar de deur. Ik doe open.
'Goedendag Anna.' zegt Hij met een zware onheilspellende stem. Mijn ogen worden nog donkerder. Als dat zou kunnen. 'Hades.' sis ik.
'Zo begroet je je koning toch niet?' grijnst hij sluw. 'Jij ben Niet mijn koning.' zeg ik kwaad. Ik draai me om en wil de deur weer dicht doen. Maar ineens voel ik iets scherps tegen mijn rug. Het brand. Zilver.
'Jij gaat nu doen wat ik zeg. Of je zal branden.' fluistert hij zacht. Ik kan niks anders dan knikken.
'Roep hem.' beveelt hij.
'Hem?' 'Je weet wie ik bedoel.'
'Gio. We hebben bezoek.' roep ik. Ik hoor hem komen. Hij komt de hal in. Zijn ogen worden groot.
'Jij.' zegt Gio. 'Ook leuk jou weer te zien.' zegt Hades sluw. 'Was jij onze afspraak al vergeten?' vraagt hij. Gio kijkt hem kwaad aan.
'Laat. Haar. Gaan.' gromt hij. 'Tuh tuh tuh. Niet gelijk zo boos wolfje.' Hades duwt het zilver nog meer tegen mijn rug aan terwijl hij met zijn andere hand mijn bovenarm vast pakt.
'Ik laat je met rust. Maar dat neem ik wel mijn deel van de afspraak mee.' grijnst hij. 'Welke afspraak?' vraag ik. Het zilvere punte van het mes komt langzaam door mijn huid.
'Ik zei, niet praten ' sist Hades. 'Wolfje, vertel maar.' grijnst hij. Ik kijk lichtelijk bang naar Gio.
Hij zucht. 'Ik had toen ik nog jonger was een afspraak gemaakt. Ik was te gretig voor macht. En maakte de deal.
Ik zou sterk en machtig worden. In ruil.' hij kijkt beschaamd. 'In ruil voor mijn Mate.' zegt hij zacht. 'Wat?!' vraag ik ongelovig. 'Je hoort het, popje. Dus jij gaat met Mij mee.' zegt Hades en trekt me mee het huis uit.
'Jij stomme eikel!' roep ik nog hard voordat Hades met een gebaar hard de deur dichtgooit voor Giovanni's neus. Moon raakt in paniek in mijn hoofd. Ik weet zelf ook niet wat ik moet doen. Ik kan nu niet veel. Vuur sturen gaat hier geen nut hebben. Hades kan het ook. Lucht kan alleen als ik mijn wolf ben. Maar Hades is toch sterker.
Hoe kon hij? Hoe kon hij me zo verraden?!
"We moeten terug! Terug! Weg van hier!"  roept Moon in paniek.
We komen hier niet meer weg Moon...
Ik stribbel tegen.
'Als je nu niet snel stopt, dan zorg ik ervoor dat dat hartje van stopt met kloppen.' dreigt Hades. Ik stop met tegenstribbelen. Hij grijnst. Ik zucht. De wezens om me heen kijken me verschillend aan. Medelijden, verdriet, emotieloos, vreugde, sluw.
Een groot zwart paleis doemt voor me op. Ik slik. Niet alweer...

We lopen door de donkere gangen.
Er lopen veel wachters met slaven.
De slaven kijken me met medelijden aan. Ze weten wat me te wachten staat. En het engste is nog. Ik weet het niet. Ik zie ook kleine kinderen en meiden van mijn leeftijd lopen. Ze zien er slecht uit. Sommige lopen rond als slet. Ik heb echt medelijden met ze. Maar nu is mijn leven even iets belangrijker.
Hoe verder we lopen, hoe duisterder de gangen worden. Mijn hart klopt in mijn keel van angst.
We stoppen voor een zwarte deur. Ik slik. Hades opent de deur.
'Welkom thuis popje.' zegt hij sluw. Hij grijnst en duwt me naar binnen.
Ik loop de zwarte kamer is. Er staat alleen een grijs bed en een grijs bureau. Er is wel een raam. Maar er zitten tralies voor. Ik zucht zacht.
'Morgen begint je training.' zegt hij voordat hij de kamer uitloopt en de deur sluit. Hij doet hem op slot.
'Daar zijn we weer.' mompel ik.
Ik loop naar het raam en leun tegen de tralies. Ik loop er snel van weg.
Ik kijk op mijn armen en zie de brandwonden langzaam verdwijnen.
Zilver.....
Ik laat me op mijn bed vallen. Ik sluit mijn ogen. Tranen rollen over mijn wangen.
Hoe kon hij?! Zijn bloedeigen Mate?!
We hebben niemand meer Moon....
Niemand....

Hey mensen
Weer een hoofdstukje!
Helaas nog geen 1000 woorden...
Maar mijn inspiratie komt heel langzaam...
Als jullie nog tips of ideeën hebben,
Altijd welkom😜❤
Love you all<3
_XRobijntjeX_

Strange WolvesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu