^17^

160 12 7
                                    

'Er was een voorspelling, toen ik klein was. Mijn ouders waren er al niet meer. De voorspelling zei dat er ooit iemand zal komen die mijn eenzaamheid weg zal halen en de plek op zal vullen met liefde. En vanaf dag 1 wist ik al dat jij het was.' het laatste zegt hij zacht. 'Ik ben blij dat ik diegene ben.' zeg ik zacht terug.
Hij slaat een arm om me heen. 'Ik ook.' zegt hij en geeft een kus op mijn haar.
'Zullen we maar gaan eten?' vraagt hij. Ik knik. We staan op en lopen terug naar het kamp.

POV Ignis

Ik loop tussen de bomen door. Het is een zonnige dag in het bos.
Ik heb een wit jurkje, met rode roosjes aan de onderkant, aan. Het komt tot net iets boven mijn knieën.
Mijn vuur achtige haar zit in een losse breede vlecht. En ik heb een gouden haarbandje in.
Op blote voeten loop ik over het zachte gras. De vogels fluiten vrolijk en de bosdieren doen hun ding.
Ik stop bij een kleine open plek ergens midden in het bos. Uit de bosjes tegenover me komt een bruine wolf gelopen. Hij stopt anderhalve meter voor me. Hij veranderd in een jongen, hij doet snel een sport broekje aan. Ik herken hem ergens van. Alleen het is een vage herinnering. 'Wie ben jij?' vraag ik aan hem. 'Herken je me niet meer?' vraagt hij droevig. Hij loopt op me af. Mijn benen blijven staan. Hij legt zijn hand op mijn wang. Automatisch leun ik er met mijn hoofd tegen. Duizenden kleine vonkjes schieten door me heen. 'Voel je het?' vraagt hij. Ik knik. 'Dat is het teken dat jij mijn Mate bent.' zegt hij. Opeens schieten er duizende herinneringen voor mijn ogen langs. Ik wankel op mijn benen. De jongen vangt me op. Ik kijk hem met grote ogen aan.
'Jason.' zeg ik zacht. Hij knikt. De tranen schieten in mijn ogen van vreugde. Ik sla mijn armen om hem heen en knuffel hem. Hij knuffelt terug.
'Je leeft nog.' zegt hij. Ik knik. 'Waar ben je?' vraagt hij. 'Never Land.' zeg ik terug. 'Dan kom ik je halen.' zegt hij. Ik kijk hem vragent aan. 'Dit is niet echt een droom. Jou wolf heeft contact gemaakt met de mijne. En doordat we op het zelfde moment slapen konden ze er voor zorgen dat we konden praten.
En het is ze gelukt. Ik heb je zo gemist sweety.' zegt hij, mij nogsteeds knuffelent. 'Ik jou ook.' zeg ik terug. Hij geeft me een kus op mijn haar. 'Hoezo ruik ik een andere jongen?' gromt hij ineens. "Shit..."  'Dat, dat is Mica. Hij woont hier. Hij is de zoon van Peter Pan.' zeg ik. 'Je bent van Mij.' gromt hij. Ik knik. 'Weet ik. Dat ben ik ook.' zeg ik en begraaf mijn hoofd in zijn shirt.
Opeens begint het te waaien. De zon verwijnt. 'Dus je leeft nog.' hoor ik een afschuwelijke stem zeggen. Ik laat Jason los en grom naar Hem.
'Giovanni.' grom ik. Hij lacht. 'Never Land he? Mooi. Berijd je maar voor. Want ik kom het afmaken. En Goed dit keer.' grijnst hij. Jason en ik grommen naar hem. 'Wordt nu maar wakker. Ik kom je halen.'

Ik schrik wakker tegen Mica's schouder. Mica kijkt me bezorgt aan.
'I-ik had een droom.' zeg ik in het Japans. 'Waarover?' vraagt hij.
Ik sta langzaam op van de schommelbank.
'Alles. Ik weet alles weer.' zeg ik verward terwijl ik langs het vuur loop. 'Hij komt me halen.' zeg ik zacht en licht in paniek. Het vuur wordt hoger. 'Wie?'  'Giovanni. Hij komt hier heen.' zeg ik zacht. 'En, en Jason. Hij komt. Hij haalt me hier weg.' zeg ik zacht. 'Wie is Jason? En hoe bedoel je?' vraagt Mica verbaast.
'Wat weet je weer?'  'Mijn naam, hoe ik hier ben gekomen. Wat ik ben.' zeg ik nogsteeds zacht. Sen kijkt me ook vragent aan. 'Vertel!' roept ze opgewonden in het Japans.
'Mijn naam is Anna Demons. Ik ben 16 jaar. Ik ben een weerwolf Demoon. Mijn kracht is vuur. Ik heb een raaf huisdier genaamt Kraavy. Ik heb een paar vrienden. Stefan, Jayden en Levi. En ik heb mijn Mate. Jason. Ik was gevlucht omdat ik een visioen had. Ik heb onschuldige mensen vermoord. Ik was weggerend en eindigde bij de roedel van Giovanni. Hij beweerde mijn Mate te zijn. Maar nadat ik was gevlucht martelde hij me. Ik dacht dat ik dood was. Maar toen kwam ik hier. En het was geen droom. Jasons wolf had contact gemaakt met Moon. Mijn wolf. Hij komt hierheen.' het laatste zeg ik blij. De blik in Mica's ogen word verdrietig. 'Mica?' vraag ik zacht. Hij kijkt omlaag. Ik leg mijn hand op zijn schouder. 'Mica?' vraag ik nog een keer. Hij draait zich om en schud mijn hand van zijn schouder. Hij springt en vliegt weg. 'Mica!' roep ik nog, maar hij vlieg gewoon door. Ik verander in Moon. "Sen wa, koko ni taizai shimasu. Watashi wa Maika o mitsukeru tsumoridesu." zeg ik via een link tegen haar. Ze knikt. Ik zei tegen haar dat ze hier moet blijven omdat ik Mica ga zoeken.
Ik steek mijn snuit in de lucht. Als ik zijn geur vind begin ik het spoor te volgen.
Ik ren door de jungel. De dieren rennen weg voor mij.
Uiteindelijk kom ik aan bij het strand.
Hij zit in kleermakers zit. Hij staart voor zich uit, naar de zee. Ik verander terug bij de bosrand. Ik laat vuur om me heen komen. Het vormt een rood zomers jurkje. Ik loop op Mica af. Ik ga naast hem in het zand zitten.
'Het spijt me.' zeg ik zacht en kijk naar mijn handen. 'Hoezo?' vraagt hij.
'Dat ik niet diegene ben.' zeg ik en sluit mijn ogen. 'Het geeft niet. Het was gewoon te mooi om waard te zijn.' grinnikt hij humor loos. Een traan rolt langs mijn wang. Hij veegt het weg met zijn hand. Daarna slaat hij zijn arm om me heen en trekt me tegen hem aan. 'Ik meen het. Het geeft niet. Dan ben je toch maar mijn kleine zusje?' grinnikt hij. Nu wel echt. Ik grinnik ook. 'Is goed grote broer.'
Opeens steekt Mica zijn neus in de lucht. 'Ik ruik een vreemde geur.' zegt hij. Ik doe hetzelfde. 'Ik herken die geur.' zeg ik. 'Anna?' hoor ik achter me. Mijn ogen worden groot. Hij is er!

Eeeeeeeyyyy mensen!
Ze heeft haar geheugen weer terug!
Voor de mensen die geraden hadden dat Ignis Anna was, goed gedaan!!!!
Wat vonden jullie van dit hoofdstuk?
En wie zal Hij zijn?
Like? Commend? Follow?
Love you all<3
_XRobijntjeX_

Strange WolvesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu