Ryan liep flink door wat voor mij erg vermoeiend was. Hij was zowat twee meter en ik een stuk kleiner. Als hij één stap deed dan moest ik er drie doen. Na een paar uur zag ik ook de eerste tekenen van vermoeidheid bij Ryan komen, maar hij liep stug door alsof er niks aan de hand was. Ryan stond op een gegeven moment stil en keek mij aan. ‘Heb jij nog de kracht om even te transformeren?’ vroeg hij mij. ‘Ik doe wat nodig is’. Ryan transformeerde als eerste en ik deed de rugzak waar bij hem om. Daarna was het mijn beurd om te transformeren. Zodra ik in wolf vorm was begon Ryan te rennen. Ik vond dat hij als mens al snel liep maar als wolf rende hij ontzettend hard. Ik nam zijn snelheid aan en liep trouw achter hem aan. Ryan rende zo snel dat de bomen één grote waas voor mij werden. Na een paar uur stond Ryan weer stil. ‘ Wij gaan terug transformeren. Het bos is weer te dicht begroeid om zo verder te gaan’. Ik transformeerde terug en haalde de rugzak van Ryan af. Nadat Ryan terug getransformeerd was begon hij weer te lopen. Ik pakte zijn hand vast omdat ik geen zin had om achter hem aan te rennen. Zo kon hij ook voelen dat ik niet snel kon lopen.‘Het is nu echt niet ver meer’ zei Ryan.
Wij liepen nog twee uur en ik wilde net gaan klagen toen wij een klein hutje zagen. Wij waren er bijna voorbij gelopen zo goed ging het op in de natuur. Ryan wilde perse het hutje controleren en verplichtte mij om te blijven staan. Het hutje was klein dus gelukkig hij was snel terug. De hut bestond uit twee ruimtes. De eerste was een kleine woonkamer die bestond uit een bank en mini keuken. De twee ruimte was een slaapkamer met een hoogslaper. Ryan haalde de matrassen van de bedden en legde ze op de grond. Ik pakte de tent uit de tas en legde deze over de matrassen heen want ik ging echt niet zonder een laken of iets op die vieze matrassen liggen. Ryan pakte de slaapzak en wij hoefden niks te zeggen want wij waren allebei helemaal gesloopt. Wij kropen in elkaars armen en vielen in slaap of beter gezegd comateuze toestand.
Voor mijn gevoel werd ik een paar uur later wakker en stond op en ging naar de woonkamer. Ik zocht water maar dat was er niet. Ik wilde mezelf zo graag wassen of in ieder geval mijn tanden poetsen maar zonder water ging dat niet. Ik vond wel emmer in de woonkamer, nu maar hopen dat er een beekje in de buurt was waar ik water kon halen. Buiten gekomen luisterde ik naar de geluiden van het bos en tussen alle geluiden door hoorde ik zwak het geluid van een beekje. Ik liep de richting op waarvan ik dacht dat het goed was en na een paar minuten vond ik het beekje. Het was diep en groot genoeg om je zelf in te wassen. Ik besloot voor nu alleen water mee te nemen en later terug te komen met Ryan. Ik kwam net aan toen Ryan naar buiten kwam.
' Lieverd jij moet niet weg gaan zonder mij. Dat is echt gevaarlijk' zei Ryan bezorgd. ' Jij lag zo lekker te slapen, ik wilde jou niet wakker maken. Dacht één keertje kon geen kwaad'. ' Gewoon niet meer doen goed?' zei Ryan. ' Dat is goed. Kunnen wij wel water koken?' vroeg ik hem. ' Er is een gaspitje in het huis'. ' Dat is mooi want ik heb behoefte aan koffie'. ' Wat zit er nog meer in de rugzak?' vroeg Ryan. ' Een paar blikjes met groeten en vlees' zei ik tegen hem. ' Laten wij maar goed eten vanavond dat hebben wij wel verdiend' zei Ryan met een glimlach. Na de koffie namen wij de tijd om het hutje goed schoon te maken want wat was het vies. Het was erg duidelijk dat het lang geleden was dat hier iemand geweest was. Het stof lag huizen hoog en hier en daar lagen zelfs wat schimmels, echt zo goor gewoon. Halverwege de middag was alles schoon en waren wij vies.
' Moeten wij Max niet laten weten waar wij zijn?' vroeg ik Ryan. ' Ik weet niet of dat verstandig is. Straks word hij afgeluisterd' zei Ryan. ' Laten we het gewoon proberen. Wij hebben geslapen en eten straks wat. Als wij moeten vluchten kunnen wij weer even vooruit'. Ryan pakte een telefoontje en daarna mijn hand.' Wij gaan niet vanaf hier bellen is te gevaarlijk. Als wij dan toch gaan bellen laten wij ze dan maar op een dwaalspoor brengen' zei Ryan. Toen de afstand voor Ryan veilig genoeg leek belde hij naar Max. Na een paar keer over gaan nam Max al op. ' Gaat alles goed met jullie?' vroeg Max duidelijk bezorgd. ' Wij zijn in een hinderlaag gelopen. Jij hebt een verrader’ zei Ryan. ' Ik weet het. Ik kwam er te laat achter, het spijt mij' zei Max. ' Is deze lijn veilig?' vroeg Ryan. ' Ja dit is veilig. Waar zijn jullie?' vroeg Max. ' Wij zijn veilig' zei Ryan. ' Jij vertrouwd mij niet?' vroeg Max ' Ik vertrouw jou wel maar jou omgeving niet' zei Ryan. ' Dat is begrijpelijk. Zo lang alles maar goed gaat met jullie ben ik blij' zei Max. ' Hoe gaat het met Alice en Sander?' vroeg Ryan. ' Zij maken het beide goed. Alice mist jullie verschrikkelijk' zei Max. ' Wij haar ook. Hoe lang moeten wij onder gedoken blijven?' vroeg Ryan. ' Ik zou willen dat ik het jullie kon vertellen. De raad heeft zijn zoekers uit gezet naar jullie. Zij zeggen dat zij niet weten waarom jullie weg zijn maar dat is gelogen. Ik weet niet wat zij precies van plan zijn en tot die tijd moeten jullie onder gedoken blijven' zei Max.
