De volgende morgen werd ik wakker van de vogels.
Ik moest eerlijk toegeven dat ik ondanks het gemis van Ryan toch goed geslapen had.
Ik liep naar de grot uit en keek rond in de omgeving.
Het was duidelijk dat er de rest van de nacht nog veel water gevallen was.
Er lagen flinke plassen en op de balderen hingen nog druppels door de regen van gister avond.
Ik besloot om de boel te gaan verkennen.
Na een paar uur vond ik rode bessen.
Ik maakte van wat bladeren een kom en vulde deze met bessen.
Ik besloot om nog twee kommen te maken.
Ik wilde deze vullen met water.
Uiteindelijk vond ik een beekje.
Ik trok mijn kleren uit en liep het water in.
Ik trok me niks aan van de kou.
Ik voelde mij vies dus dit moest gebeuren.
Nadat ik gebaad had dronk ik water tot ik geen dorst meer had.
Ik vulde mijn kommen met water en liep terug naar mijn grot.
In de grot terug gekomen maakte ik een bed klaar.
Ik haalde genoeg takken en bladeren voor de nacht.
Eigenlijk moest ik gaan jagen, maar ik kon het nog niet over mijn hart krijgen om een onschuldig dier te doden.
Ik moest maar zien te overleven met bessen.
Zo vulden alle dagen zich, baden, bessen, takken en bladeren zoeken.
Op een avond begon het weer keihard te stormen.
Het was de hardste regenbui die ik ooit gezien had.
De regen bracht een verschrikkelijke kou mee waardoor ik mijn vuur moest opstoken.
Ik wilde net op mijn "bed" gaan liggen toen ineens iemand de grot ingerend kwam.
Verschrikt keken wij elkaar aan.
We hadden allebei niet verwacht iemand anders tegen te komen.
" Kom bij het vuur zitten, het is al koud genoeg buiten".
De jongen kwam naar mij toegelopen en stak zijn hand uit.
" Ik ben Luke".
" Ik weet heus wel wie je bent".
Luke keek beschaamd naar beneden en ging bij het vuur zitten.
Ik wist niet hoe ik moest reageren.
Luke had mij neergeschoten.
Hij had ervoor gezorgd dat ik niet meer bij mijn familie was.
Dat Ryan en ik niet meer bij elkaar konden zijn.
Ik was woedend maar ik had ook medelijden met hem.
Ik vond het zielig dat hij mij niet kon loslaten.
" Ik weet dat ik het nooit goed met je kan maken", zei Luke.
" Dat klopt".
" Laat mij dan in ieder geval voor je zorgen zo lang wij hier zijn".
" Ik red het prima zonder jou".
" Je kan niet lang zonder vlees. Je hebt die eiwitten nodig. Je hebt hun huiden nodig om warm te worden".
" Ik ga heus wel jagen".
" Ik ga jagen voor je. Ik zorg ook dat je andere kleren krijgt".
" Luke ik hoef jou hulp niet, wat snap jij daar niet aan?".
" Leg je er maar gewoon bij neer want ik ga het toch doen".
Ik had geen zin om verder in discussie met hem te gaan.
Ik ging op mijn bed liggen en dacht aan Ryan.
Ik miste hem verschrikkelijk.
Ik zou er alles voor over hebben om hem nog een keer te zien.
Om goed afscheid te nemen. Alles te kunnen zeggen wat ik wilde.
Wie had ooit gedacht dat die jongen die het bloed onder mijn nagels vandaan haalde, de liefde van mijn leven zou zijn.
Dat ik lief en leed met hem zou delen.
Ryan was mijn man, hij was nu een weduwnaar.
We hadden ons best gedaan om uit de handen van de raad te blijven maar het mocht niet baten. We waren toch uit elkaar gehaald.
Ik was blij dat ik even van zijn liefde mocht genieten.
Ik vond het verschrikkelijk voor Ryan dat hij dit mee moest maken.
Hij had al zijn ouders verloren wel eens waar op een andere manier maar toch.
Nu moest hij dit ook nog mee maken.
Ik hoopte dat hij de tijd voor zich zelf nam en daarna weer verder ging.
Ik hoopte dat hij zijn hart niet afsloot en dat hij een nieuwe vriendin kreeg.
Natuurlijk vond ik die gedachte niet leuk, de gedachte aan Ryan met een ander maakte mij woest maar ik moest realistisch zijn.
Ryan verdiend iemand die hem gelukkig maakt.
Een traan gleed over mijn wang heen.
Wat was ik boos op mezelf, ik was boos omdat ik het niet had vol gehouden.
Dat ik hem in de steek gelaten had.
Dat ik het enige wat hij aan mij vroeg niet gedaan had.
Ik stond op en liep naar buiten.
Ik moest even wat frisse lucht hebben.
Ik moest mijn gedachten ergens anders op zetten.
Eenmaal buiten keek ik naar de hemel.
De sterren waren goed zichtbaar. Ze leken zelfs wel extra helder.
Ik dacht terug aan het moment dat ik bij Ryan achter in de laadbak lag en we samen naar de sterren keken.
Ik hoopte dat hij nu ook ergens buiten stond en naar de sterren keek.
Misschien dacht hij dan ook aan mij zoals ik aan hem dacht.
" Waar denk je aan", vroeg Luke.
" Aan mijn man".
" Hij was niet goed genoeg voor je".
" Hou toch op! Ik hou van Ryan. Ik zal nooit de jou worden".
" Laten we het hier nu niet over hebben. We moeten slapen. Kom je naar binnen?".
Ik wist dat hij gelijk had, ik moest slapen.
Voor nu zou ik met hem mee gaan maar morgen zou ik hem weg sturen.
