Deel 28 ✔

10 5 0
                                    

{Tamara}

"Oh. My. God." Toby krijgt de woorden maar net uit zijn mond.
Op het strandfeestje hebben we Toby gespot en nu staan we al die tijd al bij hem. Het is erg gezellig.
"Heyy blijf van mijn meisje af!" roept Boaz voor de grap. Zonder enige twijfel geeft hij me een kus. Wij zijn trouwens niet de eerste die dat hier doen.. Hier en daar staan stelletjes te zoenen. Vroeger vond ik dat zo vreselijk vies om te zien maar nu begrijp ik het wel wat meer. Ze zeggen wel dat liefde blind maakt, maar deze liefde niet.
"Jongens." begin ik. Ik grinnik en praat dan verder.
"Geen ruzie om mij maken he! Laten we het gezellig houden." kom ik ertussen.
"Mag ik niet zeggen dat je enorm knap bent?" vraagt Toby verbaasd.
"Blijkbaar niet he!" roept Boaz. Hij loopt weg. Waarheen weet ik niet maar ik loop hem achterna. Bij de bar stopt hij. Is hij boos? Dat kan toch niet?
"Eén biertje graag." hoor ik hem zeggen tegen de ober. Onee! Dadelijk wordt hij dronken en ik heb zo mijn vermoedens dat hij iets verkeerds gaat doen! En het ergste wát hij kan doen, is met een ander. Dit mag NIET gebeuren!
"Boaz! Is er iets?" vraagt Manouk? Wow wacht even.. Manouk!? Ja dat is ze. Wát moet Manouk in vredesnaam bij Boaz doen? Ik weet het niet. Wat doet die trut bij Boaz? Met een borrelend gevoel in mijn buik loop ik naar Boaz. Maar op een heel klein afstandje blijf ik nog even luisteren. Ik ga bij een tafel staan.
"Mag ik hier niet zitten dan?" vraagt Boaz nuchter.
"Jawel maar ik zag je weglopen en." begint Manouk.
"Oh ga toch weg! En waarom zou je er überhaupt mee bemoeien!" roept Boaz. Op dat moment besluit ik om naar ze toe te lopen. Manouk loopt net in 'slowmotion' weg. Mooi heb ik daar ook geen last meer van. Vanbinnen ga ik echt kapot! Ik dacht even dat het een teken was van mijn vermoedens. Dé verkeerde vermoedens.
"Waarom liep je nou weg? Is er iets?" vraag ik zo lief mogelijk.
"Jij ook al? Er is niks." zegt Boaz boos.
"Waarom liep je dan weg? Niemand snapt er wat van. Vond je die opmerking niet leuk?" ik probeer al mijn emoties te gebruiken zodat hij praat maar tot nu toe wekt het niet.
"Laten we even buiten de tent praten." zonder nog om te kijken loopt Boaz weg. Ik volg hem zoals 'gevraagd' is. Buiten is het koud. Hopelijk zegt hij het snel zodat ik de warmte weer tegemoet kan komen.
"Goed kun je me het uitleggen? Of wacht. Wil je het me uitleggen?" vraag ik voorzichtig. Je weet naar nooit.
"Ja miscchien kan je mij dan helpen." antwoordt Boaz. Fijn. Ik heb hem zo goed als overgehaald en hij vertrouwt mij. Dat is nodig in een relatie.
"Toen jij naar school was, ben ik een tijdje naar huis gegaan. Omdat ik een uur vrij had. Maar ik wilde vooral naar huis om meer kleren te halen. Ik bedoel, je kan niet elke dag hetzelfde dragen." dan stopt Boaz even. Ik hoor heb volgensmij snikken. Of hij heeft het ook koud. Laten we het op het laatste houden. Dat is beter.
"Ja snap ik." zeg ik zachtjes.
"Maar.. Toen ik thuis kwam werd ik niet bepaald hartelijk ontvangen." gaat Boaz verder. Hij is onzeker. Ik voel het.
"Oh. Wat gebeurde er dan?"
"Je weet van mijn problemen toch? Dat ik een soort van mishandel wordt? Ofja dat is een groot woord. Het is meer slaan en schoppen. In ieder geval, zo ging het weer net zoals altijd. En dit keer had hij de reden van een briefje, van school. Ik had geen idee dus ik probeerde dat briefje te vinden. Er stond op dat als ik niet meer mijn best deed, ik van school gestuurd zou worden. Ik wil nu graag weten van wie dit komt want ik doe het gewoon goed. Iemand probeert mij erin te luizen denk ik. Maar ik wil dus weten wie. Dat kan ik niet alleen." eindigt Boaz.
"Dat meen je niet! Hoe kunnen ze!? Maar waarom werd jij dan geslagen?" vraag ik voor meer duidelijkheid in deze logica. Het is echt oneerlijk.
"Omdat het zo niet mag gaan. Omdat ik al die tijd bij jou ben en dat ik nooit thuis ben. Of omdat ik het heb gedaan." zegt Boaz. Een tijdje is het stil. Waarom is ons leven zo moeilijk?
"Ik wil je helpen." besluit ik uiteindelijk.
"Dat is lief van je." Boaz geeft me een kus en trekt me niet veel later mee naar de zee. Ik heb mijn hakken uitgedaan en het zand kietelt onder mijn voeten. Vlak voor de zee laat ik mezelf in het zand zakken. Ik voel dat Boaz langs mij komt zitten. Hij slaat zijn arm om mij heen. Het geeft me een warm gevoel, dat ik nodig had. De zon zakt langzamerhand in de zee. Maar net voordat hij weg is, kust Boaz mij. Dit moment had niet beter gekunt. Dit is mijn droom.

---

We hebben we weer een probleem hoor.
Hopelijk vonden jullie het een leuk deel. Er komt misschien meer duidelijkheid.

Vote/Comment/Follow? X

Blijf Bij Me..Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu