- XXVI -

1.4K 85 14
                                    

p.o.v Kermichil

Ik open de deur. Een bediende staat voor de deur. 'Wat' sis ik.

'Sire' zegt hij terwijl hij zijn hoofd buigt, 'er zijn twee mensen die u willen zien.'

'Wie?'

'Uw neef en vader.'

Ik knik langzaam en kijk om naar Vanora. Waarom precies nu?! Waarom in godsnaam nu?! Maat ik heb haar verslaafd gemaakt dus een deel is gelukt.

Ik kijk weer naar de bediende en beveel: 'Haal Laire en zeg mijn neef en vader dat ik me even omkleed.'

'Ja Sire, natuurlijk.'

Ik loop naar Vanora en maak haar los. 'Mijn neef is hier' zeg ik, 'Laire gaat je meenemen want jij bent van mij!'

Ze knikt zachtjes. Ik laat haar aankleden en dan komt Laire binnen. 'Sire' zegt ze met een reverence.

'Breng haar naar de kerkers. Blijf daar met haar en laat niemand bij haar. Duidelijk?'

'Ja Sire, ik zal haar daarheen brengen.'

Ik kijk nog één keer naar Vanora en bijt weer in haar nek. Ze duwt zich tegen me aan. Ik weet dat ze dit fijn vind. Ik weet gewoon dat ze meer wilt! Veel meer!

Ik laat haar los en loop weg. Ik luister nog heel even naar haar gedachten. Ze spreekt zichzelf toe dat het fout is maar ze vind ook dat het zo goed voelt.

Ik loop naar de zaal waar ze zullen zijn. Waar iedereen altijd heen word gebracht. Als ik de zaal inkom word ik aangevlogen door Macaulay. 'Waar is ze' sist hij.

'Weet ik niet' zeg ik, 'maar ook goed om jou weer te zien neef.'

Hij knijpt mijn keel een beetje samen. 'Waar' sist hij.

'Mac' zegt mijn vader dreigend.

Macaulay laat me los en ik kijk grijnzend naar mijn vader. 'Hallo vader' zeg ik grijnzend, 'goed om u weer te zien.'

'Kerr' zegt hij, 'we weten dat je het meisje hebt. Breng haar terug hierheen. Nu!'

'Ik heb haar niet, ga maar rond kijken. Je zult haar niet vinden wat ze is hier niet.'

Macaulay rent weg. Ik ga op een stoel zitten. Mijn vader kijkt me aan. 'Waar is ze zoon' vraagt hij.

'Weet ik niet, ze ontsnapte aan me en ik heb haar niet terug kunnen vinden. Ze is heel slim. Heeft hij al bij haar huis gekeken? Misschien is ze daar wel.'

Macaulay is opeens weer terug. Hij draagt Vanora. Mijn ogen worden groot. 'Hoe kan dat' roep ik terwijl ik opspring, 'Laire had haar verstopt!'

Laire komt binnengelopen. Ze strompelt een beetje. 'Arresteer hem' roept Macaulay.

Er komen wat soldaten binnenlopen die me in de boeien slaan. 'Maak me los' roep ik.

'Je gaat de cel in neef' zegt Macaulay terwijl ze me langs hem heen duwen.

'Prima' sis ik, 'maar ze is toch al verslaafd aan mijn gif!'

the boy with the maskWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu