- XXXX -

1.3K 71 6
                                    

p.o.v Macaulay

Ik streel nog één keer over Vanora's wang. Ik houd zielsveel van haar en wil echt niet dat ze pijn lijd! Daarom moet dit ook meteen goed gaan. Ik vertrouw weinig wachters. Eén van de wachters die ik wel vertrouw zal haar en haar vader, Beathan, doden. Ik laat haar met Beathan in de rij staan. Zelf ga ik op het podium van houten planken staan.

'Oké' zeg ik luid, 'ik houd het maar even kort. Vannacht zullen jullie van mens naar vampier gaan. Jullie zullen grootste dingen gaan doen in jullie aanstaande leven. Ik zie jullie zo als vampiers.'

Ik geef een kort knikje naar de mannen. Ze schieten een kogel door de slagader. Daarna brengen anderen erge criminelen en die worden leeggedronken door de doden. Ik kijk alleen maar naar Vanora. Als zij niet wakker word binnen nu en één minuut ontplof ik en zal ik iedereen die ik maar kan doden, doden!

Tante Maisie legt haar hand op mijn schouder en knijpt er zacht in. Oom Farlan komt aan mijn andere zijde staan. 'Het gaat goed met haar komen' zegt hij, 'echt waar.'

Ik knik langzaam. Opeens opent Vanora haar ogen. Ik ren meteen naar haar toe. Ze kijkt me aan. De rand rond haar pupillen is rood. Dat is normaal. Ze gaat rechtop zitten en kijkt om zich heen. 'Alles oké' vraag ik.

Ze knikt en staat op. Ik pak haar beet omdat ik weet dat het best een raar gevoel is. Ze leunt een beetje tegen me aan. 'Weet je het zeker' vraag ik.

'Stop daarmee' zegt ze gniffelend, 'ik ben echt oké.'

Beathan staat op en loopt naar ons toe. 'Oké' zegt hij, 'dit voelt wat vreemder dan ik had verwacht.'

Ik knik. 'Kom' zeg ik, 'laten we naar binnen gaan. Jullie mogen nog even niet naar Lileas. De wil om bloed te drinken is sterker dan jullie zelf.'

Beide knikken ze. 'Morgen mogen jullie haar weer zien' zegt tante Maisie vanachter me, 'dan is alles onder controle.'

Weer knikken ze. We nemen ze mee naar binnen.  De rest van de vampiers komen achter ons aan. Hun familie is in de grote zaal. Ik houd nog kort een toespraak voordat ik Vanora en Beathan meeneem naar de bloedslaven in de kelders. Ze mogen overal heen maar wel met bewaking. Ze geven bloed aan ons. Soms ga ik ook eens naar ze toe om te vragen hoe het gaat met ze. Maar nu zal ik vaker moeten gaan omdat Vanora geen bloed meer aan me kan geven.

'Uwe hoogheid' zeggen de meisjes meteen als ik binnenkom.

Ik knik kort. Ik hoor Beathan slikken. Hij probeert zich in te houden.

'Dit is mijn aanstaande koningin en mijn aanstaande schoonvader. Ik heb twee meisjes nodig die hen bloed gaan geven.'

Twee meisjes steken hun hand op. 'Goed, kom.'

De twee lopen achter ons aan een kamer in. Ik kijk de meisjes aan en herken ze meteen. Het is een tweeling. Tira en Torra heten ze. Beide hebben ze rood haar en groene ogen. Ze lijken heel erg veel op elkaar aangezien het een eeneiige tweeling is.

'Vanora' zeg ik, 'Beathan. Dit zijn Tira en Torra. Zij zullen jullie bloed geven. Ga naar hen toe als je bloed nodig heb.'

'Oké' zegt Beathan.

'Oké, ook al hebben jullie net bloed gedronken. Toch hebben jullie nu weer even bloed nodig. Gewoon om te wennen. Niet langer dan tien seconden bijten.'

'Waar vandaan' vraagt Vanora.

'Pols kan uwe majesteit' zegt Tira.

'Maar nek ook' zegt Torra, 'wat u maar wil.'

'Pols' zeggen Vanora en Beathan tegelijk.

De meisjes lopen naar hen toe en steken hun pols uit. Vanora kijkt heel even maar mij. Ik glimlach kort ook al kan ze dat niet zien. Ze bijt in Tira's pols. Beathan bijt in Torra's pols. Na vijf seconden laat Vanora los. 'Tis oké zo' zegt ze tegen Tira, 'dank je.'

Ze glimlacht en buigt haar hoofd. Beathan bijt precies tien seconden. Daarna laat hij los. 'Dank je' zegt hij met een kort knikje.

Torra glimlacht en ook zij buigt haar hoofd. 'Tot morgen waarschijnlijk' zeg ik.

the boy with the maskWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu