- XXXXIV -

1.2K 70 2
                                    

De volgende dag neemt Macaulay me mee naar het dorp. Hij wil zien waar ik ben opgegroeid en ben geworden hoe ik ben nu. De wachter rijd ons weer naar het dorp. Ik ben heel zenuwachtig. Iedereen weet dat ik als cadeau aan de koning werd gegeven. Maar niemand weet dat ik nog leef. De meeste meisjes uit provincie negen worden meteen gedood.

Maar ik dus niet. Ik ben in leven. En verliefd op de koning. En hij op mij. 'Alles goed' wekt Macaulay me uit mijn gedachten.

Ik kijk naar hem en knik. 'Ja hoor' zeg ik.

'Vanora ik vind het niet leuk als je tegen me liegt.'

'Ik maak me zorgen. Misschien kom ik de meisjes tegen die me gepest hebben.'

'Waarom hebben ze eigenlijk gepest?'

'Omdat ik niets kon, niet lezen, niet schrijven.'

'En nu word jij mijn koningin en wonen zij nog steeds hier.'

Hij streelt over mijn wang. 'Jij bent perfect zoals je bent en zoals je was, begrijp je me Vanora?'

Ik knik. 'Goed, blijf alsjeblieft bij me. Beloof je me dat?'

'Dat beloof ik.'

De wachter stopt de auto en opent het portier. Hij helpt me met uitstappen. Meteen als ik om me heen kijk komen zowel goede herinneringen op als slechte. Hier werd ik gepest en achterna gezeten. Maar hier leerde ik ook mensen helpen, piano spelen en hier ben ik geworden hoe ik nu ben.

Macaulay pakt opeens mijn hand. Ik kijk hem aan. 'Alles oké?'

Ik knik. 'Ja, alles oké.'

Er komt een meisje aanlopen. Peigi heet ze. Ze was heel erg goed bevriend met Lileas. 'Vanora' roept ze blij.

Ze rent naar me toe en knuffelt me. 'Hey Peigi' zeg ik glimlachend, 'ben je weer blij om me te zien?'

'Ja! Heel blij! Iedereen dacht dat je... dat je...'

Ze kijkt naar de koning. 'Uwe hoogheid' zeg ze met een reverence.

'Dit is Peigi' zeg ik tegen Macaulay, 'een vriendinnetje van Lileas.'

'Is Lileas in het paleis' vraagt Peigi.

Ik glimlach naar haar. 'Ja, zou je ons kunnen rondleiden Peigi?'

'Maar je weet toch zelf waar alles is.'

'Ik ben al een hele tijd niet meer hier geweest.'

Ze knikt en loopt voor ons uit door het dorp. Ze vertelt allemaal verhalen van dingen die zijn gebeurd toen ik weg was. Na een tijdje komen we bij de markt. Meteen sta ik stil. Ze kijkt verbaasd om. 'Ga je niet mee'  vraagt ze, 'iedereen was heel bang dat... dat de koning... je...'

'Nee hoor, dat heeft hij niet gedaan. Haal de rest maar als je wil.'

Ze knikt en rent weg. Tussen de kraampjes door. Ze roept heel hard: 'Vanora is terug!'

Na een paar minuten staat bijna iedereen om ons heen. De mensen die me goed kenden begroeten me. Opeens hoor ik: 'Hallo Vanora.'

Ik kijk richting het geluid en zie een verschrikkelijk persoon staan.  Vika heet ze. Het meisje wat me altijd heeft gepest. 'Hoi Vika' zeg ik.

Ik voel dat al mijn spieren aanspannen. Macaulay merkt blijkbaar dat ik gespannen ben want hij doet een stapje dichter naar me toe.

the boy with the maskWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu