- XXIII -

1.4K 78 4
                                    

p.o.v Macaulay

Het is nu meer dan een maand dat Vanora weg is en ik wil dat Kermichil haar terug brengt hierheen! En wel heel snel!

Ik ben snel geërgerd de laatste tijd en heb één van de mannen al weggestuurd bij de vergaderingen omdat hij het onzin vond dat ik me zo opwond over een simpel meisje! Een meisje wat een mens is en waar ik bloed bij drink!

Ik heb ondertussen alle soldaten op pad gestuurd om Vanora te zoeken samen met Kermichil. Maar in geen enkel van de bekende kastelen is hij. Ik weet dat hij nog ergens een kasteel heeft maar die heb ik nog nooit gezien en die kan ik ook niet vinden.

Ik ijsbeer nu door de troonzaal. De wachters kijken strak voor zich uit. Opeens komt er een bediende binnen. 'Sire' zegt hij met een buiging.

'Ja?'

'Er is iemand voor u?'

Ik blijf stilstaan en kijk hem aan. 'Iemand? Wie?'

'Uw oom en tante' zegt hij, 'uwe hoogheid.'

'Breng ze hier, nu!'

'Zoals u wilt Sire.'

Hij loopt weg en komt later terug met mijn oom Farlan en tante Maisie. Mijn tante is de zus van mijn vader. Toen mijn moeder stierf kwam ze heel even bij ons wonen om mijn vader te helpen. Toen ze weg was kreeg mijn vader een drinkprobleem en ze mocht niet terug komen om me te bezoeken. Na zijn dood hoorde ze pas alle vreselijke verhalen. Meteen kwam ze terug met haar man en zoon, Kermichil dus. Ze verzorgde me. Oom Farlan wist dat ik het litteken haatte en gaf me een masker om me achter te verbergen. Ik was hem er dankbaar voor. Nog steeds was ik hem er dankbaar voor.

Tante Maisie heeft bruine korte haren en net als ik felblauwe ogen. Mijn oom heeft zwarte haren en groene ogen. Maisie is iets kleiner dan dat ik ben en oom Farlan is ongeveer twee centimeter groter. 'Mac-' zegt tante Maisie maar ze stopt en maakt een reverence. 'Uwe majesteit.'

Oom Farlan wil buigen maar ik snuif. 'Niet doen'  zeg ik, 'jullie niet.'

Tante Maisie kijkt op en glimlacht naar me. 'Wat is er aan de hand' vraagt ze vriendelijk.

'Wat er aan de hand is' vraag ik kwaad.

Mijn bloed kookt op dit moment. Er is zoveel aan de hand! 'Mijn bloedslaaf is ontvoerd door uw zoon tante' roep ik kwaad, 'hij wil haar verslaafd maken aan zijn gif! Zij is van mij!'

Ze geeft me weer haar bekende blik van dat ik iets heb fout gedaan. 'Ik bedoel dat hij haar weer terug moet brengen' zeg ik, 'ik vind haar... We praten wel verder in mijn vertrekken.'

Ik loop voordat ze kunnen protesteren naar mijn vertrekken. Ze lopen met een zucht achter me aan. Ik sluit de deur achter hen en doe die op slot. Tibby komt de muziekkamer uitlopen. 'Uwe hoogheden' zegt ze met een reverence.

'Hallo Tibby' zegt oom Farlan, 'hoe gaat het met je?'

'Goed, en met u hoogheid?'

'Ook goed, dank je.'

Ik doe het masker af. 'Zit alsjeblieft' zeg ik.

Oom Farlan en tante Maisie gaan zitten. Farlan pakt haar hand en legt die in de zijne. 'Jij ook Tibby' zeg ik.

'Natuurlijk uwe majesteit' zegt ze terwijl ze gaat zitten.

'Wat vind je van haar' vraagt oom Farlan.

'Leuk, ik... zij... zij....'

'Maakt je sprakeloos'  zegt tante Maisie, 'dat is al heel wat Mac.'

'Weet ik, maar ze laat me dingen voelen die ik niet... normaal... voel ik die dingen... niet.'

'Je bent verliefd' zegt mijn oom.

'Daarom moet hij haar terug brengen. Ik wil haar weer hier! Waar kan hij in hemelsnaam zijn?!'

Tante Maisie en oom Farlan kijken elkaar aan. 'Bij het oude huis' zegt ze, 'diep in de bossen. We woonden er voordat we hier kwamen.'

Ik doe het masker op en roep een wachter. Ik beveel hem om een auto te halen. Ik zal er zelf heen gaan om hem even duidelijk te maken dat ik zijn daden absoluut niet accepteer! Oom Farlan zal meegaan. Tante Maisie blijft hier.

the boy with the maskWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu