9. LAAT ME TOCH MET RUST!

512 19 22
                                    

Nieuwww deeltjeee. En lekkah muziekjee. Sorry voor kleine cliffhanger  van vorige deel.

Jeremy p.o.v

Langzaam kan ik mijn ogen weer openen, ik lig op de grond. De druk werd me teveel. Ik ga heel voorzichtig opstaan, ik kijk uit het raam ik zie de politie 2 jongens aanhouden ze staan bij een auto waarvan de voorruit kapot is geslagen. Was dit de klap die ik hoorde voor ik viel? Ik leg mijn hand op mijn hoofd uggh wat deed dat pijn. De koude eenzame rilling loopt weer over mij rug. Ik moet weg hier al is het maar voor even. Ik keek naar buiten in de tuin vielen de zonnestralen door de bladeren van de bomen op de grond, het gras was groener dan ooit en op de fiets zit een kleine familie roodborstjes.  Ik wil ook bij mijn familie zijn, bij mijn vrienden en bij link. Ik kijk terug naar de fiets, de fiets! Ik pak een rode roos uit de vaas op tafel, Ik berg de roos voorzichtig in een tas op. Ik loop voorzichtig naar de fiets om de familie roodborstjes niet te laten schrikken, ze vliegen rustig naar het vogelhuisje in de boom en kruipen naar binnen. Ik geef een glimlach naar het vogelhuisje en stap op de fiets. okay Jeremy je staat nu voor je huis, waar wil je heen? Ik fiets gewoon aan, ik fiets langs link zijn huis de straat uit. ik fiets nog een half uur door en kom erachter waar ik heen Fiets, beslist fiets ik door. hier ben ik dan, in het dorp waar de ellende was begonnen! Ik woonde hier eerst maar ben blij dat ik hier weg ben. hoe verder ik het dorp in kom hoe akeliger ik me voel en hoe meer ik mijn voorgaande depressie voel terug komen. Bij de kerk rem ik af, ik stap van mijn fiets en zet hem tegen de muur aan. Ik pak de roos uit mijn tas. ik loop de begraafplaats op, hoe dichter ik erbij kom hoe slomer ik loop, en voor ik het door heb sta ik recht voor het graf van mijn opa. Een brok komt in mijn keel het ademen word zwaar. "Doe maar rustig jer" zeg  ik tegen mezelf. Ik kijk naar de roos in mijn hand. Ik doe mijn mond open en begin met praten "heey opa, ik.. ik mis je. Ik hou veel van je en ik hoor en voel dat je bij me bent". Tranen rollen over mijn wang,  eentje valt op het rode blaadje van de roos. Ik sta op en leg de roos bij de andere mooie bloemen die op het graf staan. Ik veeg de tranen op mijn gezicht weg. Ik kijk nog even naar het graf en loop  de begraafplaats af. als ik bij mij fiets kom voel ik ogen naar me kijken. Ik negeer het, stap op en fiets heel snel weg. Wanneer ik de hoek Om ben fiets ik rustiger. Ik kijk even achterom en haal die adem. "waar dacht jij heen te gaan?" zegt een jongen met een stiekem lachje. En Mijn fiets komt tot stilstand, ik schrik. En Voor ik het doorhad was ik omsingeld door 4 jongens, ik keek naar ze om te zien wie het waren mijn puppilen worden kleiner. "Ken je ons nog" hoorde ik een van de vier zeggen en ze begonnen te lachen. Ze trekken me van mijn fiets af, ik word door twee jongens stevig vast gepakt aan mijn armen, ik probeer me los te rukken maar dat was niet slim nu word ik alleen nog harder vast gepakt. Ik zie de andere twee jongens naar mijn fiets lopen. De populairste van de bende graait in zijn zak, ik zie wat hij er uit haalt en ik slik. hij klapt zijn zakmes uit en bukt bij mijn achterband hij snijd in de band en ook in de voorband. Ik zie hoe ze leeglopen. De andere jongen trapt op mijn fiets. De jongen met de zakmes loopt naar mij toe en geeft een klap in mijn gezicht. ik krimp in elkaar van pijn, de twee jongens laten mij los. "Je bent nog steeds een slappe jij kleine loser" zegt  de jongen met de zakmes en hij spuugt in mijn haar. Tranen komen in mijn ogen. De jongen met de zakmes heet Luuk "wat dacht jij als ik verhuis ben ik van ze af" schreeuwde hij en begon hard te lachen. Rick de jongen die mijn fiets in elkaar trapte lachte en gaf mij een harde schop in mijn maag. Tranen rollen over mijn wang. Ik sta moeizaam op, als ik Rick een trap  wil geven zet Luuk het zakmes tegen mijn keel "waag het niet kleintje of het word je fataal" de  twee jongens achtermij heette Jordi en Matthijs, ze duwen mij naar de grond. Nu word ik geschopt tegen mijn hele lichaam, een klap komt tegen mijn gezicht. Ik begin te huilen "LAAT ME TOCH MET RUST! WAT HEB IK JULLIE MISDAAN!" ik schreeuw het uit. Matthijs deinst achteruit, "heey wat doen jullie daar?" hoor ik een vrouw schreeuwen. de jongens trekken mij omhoog "oh niks hij was gevallen en wij wilde hem helpen" zei Jordi tegen de vrouw. "Dat is lief van jullie" schreeuwde ze. "We zijn nog lang niet klaar met je ukkie" siste Luuk en hij spuugte in mijn gezicht. Ik zie ze wegrennen, ik veeg een hand onder mijn neus. Ik kijk naar mijn Handen er zit bloed Aan, shit ik heb een bloedneus. Mijn handen trillen heel erg. Ik loop naar mijn fiets en raap hem op, hier kan ik niet mee fietsen! Ik loop mank van pijn met mijn fiets naar huis. Waarom is er niemand die mij helpt? Waarom  doen ze mij dit aan? Ik verdien dit toch?

Even later

ik loop al een kwartier met de fiets in mijn hand, de pijn word erger en mijn been sleept achter mij aan. Ik word duizelig, langzaam laat ik me op de grond vallen. Ik pak mijn telefoon en bel de ambulance, ik vertel waar ik ben en dat ik alleen ben. Ik lig met mijn fiets op de grond. van de pijn val ik weg, ik hoor de ambulance aankomen rijden in de verte. Maar  het word al zwart voor mijn ogen.

dit was het deel weer! Hoop dat jullie het leuk vinden, sorry dat er alleen een Jeremy p.o.v was. (1072 woorden)

Een blijvend litteken! [Voltooid❤]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu