Hoofdstuk 76

248 19 5
                                    

Waarschuwing: dit hoofdstuk kan als  trigger worden ervaren 😁
Eva
Wolfs maakte de deur open waarna we naar binnen liepen. Hij hing mijn jas op en liep achter me aan de trap af. Daar zat Fleur aan tafel.
'O mijn god Eva!' Zei ze toen ze me zag. Ze stond op en vloog in mijn armen. Ik hield haar stevig vast. 'We waren zo ongerust. Ik was zo bang dat Lynn en mij hetzelfde zou overkomen.'
'Ik ben zo blij je weer te zien,' zei ik
'Ik ook om jou weer te zien,' zei ze en liet me los. Wolfs kwam naast ons staan en sloeg zijn arm om Fleur heen. Ik hoorde iemand de trap af komen, dat moest Lynn wel zijn.
'Mam?' Zei ze toen ze mijn achterkant zag. Ik draaide me naar haar toe.
'Lynn.' Ze liep snel op me af en vloog in mijn armen.
'Ik was zo bang dat ik je nooit meer zou zien.' Ik pakte haar stevig vast.
'Eerlijk gezegd, ik ook. Maar ik ben er. En daar gaat het om.'
'Inderdaad,' zei ze en liet me los. Ik streek een pluk haar achter haar oor.
'Je hebt toch niks gedaan hè? Toen ik wegwas,' vroeg ik zacht. Ze schudde haar hoofd.
'Nee. Je hebt gezegd dat je dat niet wilde. Dus daar heb ik me aan gehouden.'
'Ik ben trots op je,' zei ik en nam haar weer in mijn armen. Ik voelde Fleurs armen ook om ons heen en vrijwel meteen daarna, ook die van Wolfs.
'We zijn allemaal heel erg blij dat je weer terug bent,' zei Wolfs. We lieten elkaar los.
'Ik ook,' glimlachte ik en keek Wolfs aan. Hij sloeg zijn arm weer om me heen. We liepen richting de box van de meisjes. Ik haalde Reza eruit en Wolfs haalde Rosan eruit. We gingen op de bank zitten en hij legde Rosan ook in mijn armen. Hij trok me voorzichtig tegen zich aan. Ik legde mijn hoofd op zijn schouder. Toen de meisjes allebei geluidjes begonnen te maken en elkaars handjes vastpakten, kroop er een traan over mijn wang. Wolfs zag het een veegde hem weg.
'Hé, wat is er?'
'Niks,' glimlachte ik. 'Ik ben gewoon heel erg blij weer bij jullie te zijn.' Ik keek hem aan en voelde zacht zijn lippen op de mijne.
'Ik hou van je Eef. Van jou en onze vier meiden.'
'Ik hou ook van jou. En van onze dochters natuurlijk.' Over onze dochters gesproken, de oudste twee kwamen naar ons toe gelopen.
'Wij koken vanavond,' zei Fleur.
'Speciaal voor jullie,' was het Lynn nu.
'En dat gaat goed?' Vroeg Wolfs.
'Nou, Wolfs,' zei ik straffend.
'Ja, dat gaat hartstikke goed,' zei Fleur nu.
'Super lief van jullie. Dank je wel,' glimlachte ik. We praatten nog een tijdje waarna Wolfs en ik, Reza en Rosan verschoonden en weer in hun bedjes legden. Daarna liep ik naar onze kamer en ging op bed zitten. Ik pakte mama's foto van het nachtkastje en liet mijn vinger er langzaam overheen glijden. Wolfs kwam de kamer binnen en zag het.
'Je mist haar hè?' Hij kwam naast me op bed zitten.
'Ja,' zei ik zacht. Al snel legde ik de foto weer weg.
'Wil je langs haar graf gaan?'
'Nee, vandaag niet. Dat doet teveel pijn.' Hij streek een pluk haar achter m'n oor.
'Dat snap ik schat.'
'Ik ben gewoon téveel aan vroeger herinnerd daar. Door wat hij met me deed. Ik wil het niet meer voelen. Die pijn. Die pijn die komt door de gedachtes aan vroeger. Het enige goede dat ik me kan herinneren van vroeger, is mama.'
'Je hoeft het niet te voelen, die pijn.'
'Hoe dan?' Hij ging dichterbij me zitten en pakte m'n hand vast.
'Ooit zei jij iets heel erg wijs tegen iemand die erg veel pijn had. Het heeft hem heel erg geholpen. Weet je wat je zei?'
'Nee?'
'Het slijt. Het duurt lang en het doet pijn. Maar het wordt minder.' Ik keek hem glimlachend aan. 'Dat heeft me geholpen Eef.'
'Fijn. Hopelijk helpt het mij ook.' Hij trok me tegen zich aan en ik legde mijn hoofd op zijn borst.
'Daar ben ik van overtuigd.' We bleven een tijdje zo zitten, totdat ik er wel weer klaar mee was. Ik stond op, trok mijn hardloopkleren aan en we liepen naar beneden.
'Ik ga even een stukje rennen.'
'Eef ik heb liever niet dat je alleen gaat.'
'Ik ga wel mee,' zei Lynn. 'Dan kunnen Fleur en ik gaan koken als we terug zijn.' Ik knikte glimlachend. Ze stond op van de bank ging naar boven om zich om te kleden. Ik draaide me naar Wolfs toe.
'Geen zorgen. Ik heb mijn telefoon bij me. En ik vind het ook wel fijn dat ik niet alleen ben,' zei ik zacht.
'Ik ook.' Hij trok me in een knuffel. Toen ik hem losliet, zag ik een traan zitten. Ik trok hem mee naar de keuken.
'Hey, wat is er?' Vroeg ik zacht. Hij wilde waarschijnlijk niet dat Fleur het zou horen.
'Niks. Ik maakte me gewoon zoveel zorgen om je toen je weg was. En nu ben je weer terug. Ik realiseerde me hoeveel geluk we daar mee hebben gehad. Als ik iets later was geweest, had ik je waarschijnlijk nooit meer teruggezien.' Ik legde mijn hand op zijn wang.
'Niet aan denken. Ik ben er. Dankzij jou. En ik ga nooit meer weg.'
'Dat weet ik. Ik ben gewoon heel erg blij dat je terug bent en dat kwam er even uit.' Mijn hand ging even door zijn haar heen.
'Ik hou van je Wolfs. Echt heel erg veel.'
'Ik hou ook van jou Eef. Met heel mijn hart.' Ik gaf hem een kus waarna hij me in een knuffel trok. Ik liet hem los en Lynn kwam naar beneden.
'O stoor ik?'
'Nee hoor,' zeiden Wolfs en ik tegelijk. We lachten kort.
'Mooi. Ik pak even m'n schoenen.' We liepen weer terug naar de woonkamer en Wolfs sloeg zijn arm om me heen.
'Heb je een sleutel bij je?'
'Is dat nodig?'
'Nee, wij zijn gewoon thuis.'
'Oké, mooi. Klaar Lynn?'
'Jazeker.'
'Oké, dan gaan we.' Ik gaf Wolfs een snelle kus waarna we naar boven liepen. 'Hajje!' Riepen Lynn en ik nog naar beneden. Ik sloot de deur achter me waarna we ons rondje deden. Bovenop de Sint Pietersberg stopten we weer om te stretchen.
'Jezus, mijn conditie is niet meer wat het is geweest,' hijgde Lynn.
'Geloof me, mijne ook niet. Zwanger zijn en bevallen doet toch meer met je lichaam dan je zou denken,' lachte ik hijgend. We rustten even uit waarna we weer terug renden. Een kleiner rondje vandaag. Toen we weer thuis kwamen, liep ik gelijk door naar de keuken om een flesje water te pakken. Daarna begroette ik vader en dochter Wolfs.
'Kom eens hier,' zei Wolfs en klopte op zijn schoot.
'Je weet dat ik zweet?'
'Ja, kom.' Ik ging schuin op zijn schoot zitten, met mijn zij naar hem toe en legde mijn arm om zijn schouders.
'Vertel.'
'Maurice belde net.'
'O echt?'
'Ja. Of hij langs mocht komen. Ik heb gezegd dat ik het even met jou zou overleggen. Dus, wat zeg je er van?'
'Ik zou het heel leuk vinden als hij langskomt.'
'Dan bel ik hem zo terug. Zal ik hem ophalen dan?'
'Als je dat wil doen, heel graag.'
'Tuurlijk.'
'Op de motor,' zeiden we tegelijk.
'Ja, dat vind 'ie geweldig,' glimlachte ik. Wolfs drukte een kus op mijn wang.
'Ik ga even douchen,' zei ik en stond op. Samen met Lynn liep ik naar boven waarna we allebei onze kamers in verdwenen. Ik zocht wat schone kleren bij elkaar, liep naar de badkamer, zette de douche vast aan en kleedde me uit. Ik bekeek mezelf in de spiegel. Mijn lichaam zat onder de blauwe plekken en schrammen. Mijn ribben waren zichtbaar. En dat terwijl ik een maand geleden bevallen was. Ik negeerde het beeld van mijn lichaam en stapte onder de douche. Ik waste mijn haren en probeerde alles te vergeten. Het lukte niet en alles wat er de afgelopen week gebeurd was, speelde zich opnieuw af. Toen ik alles gewassen had, probeerde ik te ontspannen. Maar het lukte niet. In plaats van rustig te worden, raakte ik in paniek. De pijn, ik moest de pijn vergeten. Er lag een mesje dat mijn aandacht trok. Zal ik? Nee, ik had Wolfs beloofd het niet meer te doen, nooit meer. Automatisch pakte ik het mesje op. Mijn verstand leek te zijn verdwenen en mijn lichaam ging verder op de automatische piloot. Ik zette de douche uit, stapte eruit en sloeg een handdoek om mijn lichaam. Ik ging zitten en zag hoe het mesje steeds dichterbij kwam. Het raakte mijn arm en liet een paar sneeën achter. Pas toen er ook sneeën te zien waren in mijn andere arm, leek tot me door te dringen wat ik aan het doen was. Ik liet het mesje vallen.
'Wolfs?' Riep ik. Al snel hoorde ik voetstappen op de trap.
'Wat is er Eef?' Hij stond voor de deur, maar ik gaf geen antwoord. 'Mag ik binnenkomen?'
'Ja,' zei ik zacht. Hij maakte de deur open en kwam naar binnen.
'Eef? Wat is er?'
'Het spijt me Wolfs,' zei ik zacht en verloor het gevecht tegen de tranen. Hij keek me vragend aan, waarop ik mijn armen aan hem liet zien. 'Ik moest wel. Ik moest de pijn vergeten. Ik kan niet meer,' zei ik en brak. Hij kwam naast me zitten en gooide het mesje weg. Ik liet me in zijn armen vallen en hij troostte me. 'Niet boos zijn, alsjeblieft,' snikte ik.
'Ssst,' suste hij me. 'Ik ben niet boos.' Opgelucht zuchtte ik en brak nu echt. Hij hield me vast en troostte me. 'Kom, dan maken we je armen schoon,' zei hij na een tijdje en hielp me overeind. Hij zette de kraan aan en waste voorzichtig het bloed van mijn armen af. 'Ga maar even bij ons op bed zitten, ik kom er zo aan.'
'Oké,' zei ik zacht en liep naar het bed. Ik ging er in kleermakerszit op zitten en wachtte totdat Wolfs kwam. Al snel kwam hij naast me zitten.
'Hé, gaat het weer een beetje?' Vroeg hij en sloeg zijn arm om me heen. Ik knikte.
'Ben je echt niet boos?'
'Nee schat, echt niet.'
'Ik wil dat je weet waarom ik het deed, oké?' Hij knikte.
'Je kan me alles vertellen.' Hij pakte mijn hand vast.
'Toen ik ging douchen en mijn lichaam zag, werd ik er door hoe het eruit zag aan herinnerd wat er is gebeurd. Hoe ik me daar voelde, hoe het daar was. Hoe het vroeger was. De beelden wilden niet meer uit mijn hoofd gaan en ik werd langzaam gek. De pijn die het veroorzaakte was onverdraaglijk. Ik moest het vergeten, het niet meer voelen. Uit een soort automatisme greep ik naar een mesje. Mijn verstand was ineens weg ofzo. Maar goed, Dat had ik niet moeten doen. Ik had jou gewoon moeten roepen, maar ik kon gewoon niet meer. Ik kán niet meer. Ik ben op.'
'Dat heb je nu ook gedaan. En daarom ben ik trots op je.'
'Hoezo?'
'Je hebt me om hulp gevraagd. Eva van Dongen vraagt nooit hulp en laat niemand toe over de torenhoge muren die zij om haar hart heeft staan. Maar je hebt mij toegelaten. En daarom ben ik zo trots op jou. En dat zal ik altijd blijven.' Ik legde mijn hoofd op zijn borst.
'Dank je wel Wolfs. Dat betekent veel voor me.'
'Ik hou van je Eef.'
'Ik hou ook van jou.'
'Ik ga je alles geven wat je nodig hebt om dit te verwerken. Alle hulp die je wilt, alle rust, alle afleiding. Ik steun je bij elke tegenslag en bij elke overwinning. Want een Eva van Dongen die op is, die niet meer verder kan, die bestaat niet. Die zit in je hoofd. En ik ga je helpen haar eruit te halen. Oké?' Ik knikte. Hij pakte mijn hoofd vast. 'Oké?'
'Ja. Oké.'
'Vertrouw je me?' Weer knikte ik.
'Natuurlijk vertrouw ik je.'
'Mooi. Want als je me niet vertrouwt, gaat het niet lukken.' Ik glimlachte kort. 'Het komt goed Eef, dat beloof ik je.'
'Weet ik.' Ik gaf hem kort een kus waarna hij me in een knuffel trok.
'Pap! Mam! Eten!' Werd er vanaf beneden geroepen.
'We komen!' Riep Wolfs terug. Ik liet hem los en stond op van het bed.
'Dan zal ik maar eens kleren aantrekken.' Ik zat tenslotte nog steeds in m'n handdoek. Hij knikte. Ik pakte schoon ondergoed, een trainingsbroek en een sweater. Toen ik mijn slipje en beha aanhad, viel mijn blik op de spiegel. Wolfs zag het en stond op. Hij kwam achter me staan en legde zijn handen op mijn heupen.
'Niet doen.'
'Het gebeurt automatisch,' zei ik zacht en wendde mijn blik van mijn spiegelbeeld af.
'Het is nu even zo. Die blauwe plekken zijn over een paar dagen weer weg.'
'Ja, maar toch. Je weet hoe mijn zelfbeeld is.'
'Eef, kijk even naar jezelf.'
'Kan ik niet,' zei ik zacht. 'Het doet te veel pijn.'
'Wil je het proberen? Voor mij?' Langzaam knikte ik en haalde diep adem. Ik keek naar mezelf en een traan ontsnapte. 'Wat zie je nu?'
'Iemand die op mij lijkt, maar mij niet is. Ze heeft veel pijn gehad, dat zie ik aan haar ogen en haar littekens. Je kijkt zo door haar heen. Haar lichaam zit onder de blauwe plekken. Dit ben ik niet Wolfs.'
'Nee, dat wilde ik je laten zien. Blauwe plekken en pijn zijn tijdelijk. Je verwerkt het dalijk en dan word je weer de echte Eva van Dongen. Oké?'
'Oké. Wil je me daarbij helpen? Want ik weet niet zo goed hoe dat moet,' zei ik zacht.
'Tuurlijk schat. Ik help je. Altijd.' Ik keek mezelf aan en begon weer te huilen. 'Kom hier.' Ik draaide me naar hem toe en hij nam me in een knuffel.
'Dank je wel, voor alles.' Na een tijdje liet ik hem los.
'Kom, dan gaan we eten,' glimlachte hij en veegde de tranen weg. Ik knikte en kleedde me snel aan. 'Hey, kijk me eens aan,' zei hij toen ik aangekleed was. Ik keek hem aan. 'Het komt allemaal goed. Dat beloof ik je.'
'Weet ik,' glimlachte ik en legde mijn hand op zijn wang. 'Ik hou van je.'
'Ik hou ook van jou.' Ik drukte een kus op zijn lippen. Het geklop op de deur verstoorde ons moment. Ik trok terug en legde mijn hoofd op zijn borst.
'Komen jullie nou?' Was het Fleur die binnenkwam. 'O Lynn niet kijken hoor! Ze zijn weer klef aan het doen!' Ik lachte kort.
'Maakt niet uit!' Zei Lynn. 'Ik heb honger!' Ze kwam de kamer binnen en ging voor me staan. 'Allerliefste pap en mam. Wij zouden het erg waarderen als jullie aan tafel kwamen. Jullie dochters hebben namelijk honger.' Lachend lieten Wolfs en ik elkaar los. Wolfs verdween met Fleur de kamer uit.
'Kom,' zei ik en liep richting de deur.
'Mam wacht,' zei Lynn en pakte mijn hand vast.
'Wat is er?'
'Ben je oké?' Ik knikte glimlachend.
'Ja. Ik ben oké.'
'Fijn, want straks had je zo'n blik in je ogen. Díe blik.'
'Ik ben oké Lynn. Echt waar.'
'Ik geloof je mam.' Ze trok me in een knuffel. 'Ik heb je gemist.'
'Ik jou ook Lynn. Gelukkig ben ik terug en hoeven we niet meer bang te zijn.'
'Ja,' zei ze zacht en liet me weer los.
'Kom, dan gaan we eten,' knipoogde ik.

Sorry guys, was het helemaal vergeten...
Laat even een reactie achter of julli het toch nog een leuk deeltje vonden? ❤️

Safe?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu