De dagen verstrijken terwijl de informatie toeneemt, maar terwijl de informatie toe neemt doen de slachtoffers dat ook. Drie, drie briefjes hangen er inmiddels op het bord. De briefjes lijken een gat in Fenna's rug te boren iedere keer als ze zich omdraait.
In vier verschillende handschriften zijn de gegevens op het bord geschreven. Evert, Liselotte en Bram hadden het politiebureau verruilt voor een kerstdiner met hun familie. Fenna was nog steeds aanwezig en momenteel op zoek naar het moordwapen van het eerste slachtoffer.
Kim Pietersen was vermoord met haar sjaal. Marit Nieuwekerk, het derde slachtoffer, met haar ketting. Beide objecten waren op de PD aangetroffen, maar het eerste slachtoffer vormt een uitzondering.
De rechereurs gaan er vanuit dat het moordwapen een eigendom was van het slachtoffer.
Dit zou wel eens iets kunnen zijn. Met een triompfantelijke glimlach zoomt Fenna in op een foto. Het slachtoffer kijkt vrolijk naar de camera. Hij is gekleed in een witte blouse en draagt een stropdas die van leer lijkt te zijn. Op het eerste gezicht lijkt de stropdas overeen te komen de afdrukken die in de hals van het slachtoffer waren aangetroffen.
Een google-zoekopdracht later weet Fenna welke stoffen zo'n stropdas kan bevatten. Ze graait naar een blocknote uit haar bureaula en noteert de verschillende namen van de stoffen. De namen zeggen haar niets. Hoevaak ze het ook probeert, ze lijkt de stofnaam die het team zoekt niet te kunnen onthouden. Fenna heeft werkelijk geen idee meer hoe de substantie heet. Wat ze wel weet is dat Liselotte's documenten in haar lab liggen, als het goed is staan de benodigde gegevens daar op.
Met in haar ene hand haar koffie en in de andere hand de blocknote loopt ze door het, bijna, verlaten politiebureau.
Een beetje onhandig opent Fenna de deur van Liselotte's lab. "Handen omhoog, ik ben gewapend." Van schrik glipt het kopje koffie uit Fenna's handen en het valt in scherven op de grond. "Liselotte?"
"Verdomme Fenna. Ik schrik me dood!" De welbekende stem klinkt geschrokken. Het is de eerste keer dat Liselotte's stem haar rustige zelfverzekerde klank verliest. "Sorry, ik had moeten kloppen. Ik ging er vanuit dat er niemand aanwezig was hier." verontschuldigt Fenna met haar handen nog steeds in de lucht.
"Niet bewegen, ik haal even iets om de scherven mee op te vegen." deelt Liselotte mee. Fenna gaat door haar knieën en raapt op haar hurken de scherven op. Natuurlijk snijdt een van die scherven haar in haar hand. En natuurlijk was Liselotte net op tijd terug om het te zien gebeuren.
"Fenna! Ik zei toch dat je niet moest bewegen." Met een paar snelle bewegingen veegt Liselotte de scherven in het blik. Daarna neemt ze Fenna 's hand in de hare en bekijkt de snee. "Het valt mee. Kom, ik zal het even schoon maken voor de zekerheid."
Zonder te protesteren volgt Fenna Liselotte het lab uit. "Zeg, Liselotte? Sta je elke keer op het punt om iemand neer te schieten als hij of zij binnen komt?"
"Ik dacht dat er niemand meer aanwezig was." verklaart Liselotte. "Ik schrok van je." Fenna grinnikt. "Dat was te merken."
"Ging jij niet naar je familie trouwens?" Fenna's vraag zorgt er voor dat Liselotte stokstijf stil blijft staan. "Nee. Ik heb geen familie. Niet meer." antwoordt de brunette dan zachtjes. "Hoe zit het met jou? Geen familie om te bezoeken met kerst?"
Fenna schudt haar hoofd. "Ik heb geen familie." "Laat me raden." begint Liselotte. "Van Zijverden weigert ook om jou te laten werken tijdens kerst?" Fenna knikt.
"En je vorige werkgever? Mocht je daar wel werken tijdens de kerst?" vraagt Liselotte. Fenna haalt haar schouders op. "Daar wilde ik niet werken tijdens kerst. Daar had ik Mark nog."
"Je collega." zegt Liselotte en na een verbaasde blik van Fenna. "Ik heb het rapport gelezen. Hij is neergeschoten tijdens jullie undercoveroperatie toch?"
Fenna knikt. "Hij hield van kerst. Elk jaar keken we alle kerstfilms die we konden vinden en bakten kerstkoekjes volgens een of ander oud familie recept."
"Met een collega?" Fenna glimlacht. "Hij was meer dan een collega. Hij.. ik.. wij hadden een relatie."
In plaats van de 'gecondoleerd.' die Fenna verwacht te horen vormen Liselotte's lippen een ander antwoord. "Vertel me over hem."
"Mark was een goed mens. Zijn vader was rechereur en Mark was apetrots om in zijn voetsporen te treden. Hij was eerlijk, te eerlijk af en toe. Op de eerste dag van onze nieuwe leidinggevende zei hij dat de beste man ontzettend uit zijn mond stonk en daar echt even wat aan moest doen. Die man stond met zijn mond vol tanden en volgens mij heeft hij Mark daarna nooit meer echt gemogen." Liselotte heeft inmiddels gevonden wat ze zoekt en begint met het schoonmaken van de wond.
"De week voor onze eerste kerst samen hadden we knallende ruzie over een zaak. Ik had weer eens iets impulsiefs gedaan en Mark was zo kwaad. Met kerstavond stond hij met een bos rozen en een stapel kerstfilms voor de deur. Die avond maakten we kerstkoekjes, omdat ik niets anders in huis had. Het is daarna een soort traditie geworden. Ik hield van die traditie en van kerst en ik hield zo ontzettend veel van hem."
Liselotte glimlacht naar haar, maar de lach bereikt haar ogen niet. "Weet je, Fenna. Ik heb meer kerstfilms op mijn laptop staan dan we kunnen kijken. En ik kan opzich best aardig bakken. Dus als je wilt kunnen we die traditie voortzetten. Als een soort eerbetoon aan hem."
Nu glimlacht Fenna ook. "Dat zou ik fijn vinden."
~~~~~~~~~
Om te beginnen; ik weet dat het 1 uur geweest is en dat ik had beloofd dat er de 24ste een nieuw hoofdstuk online zou gaan, maar ik ben van mening dat het nog geen morgen is tot ik ben gaan slapen.Bovendien had ik best een goede planning tot mn nicht belde met de mededeling dat ik toch echt mee moest helpen met het kerstdiner want "stel je woont volgend jaar op jezelf is het opzich wel handig als je kan koken zonder je huis af te branden, ies."
Ik kan trouwens mededelen dat het huis nog staat en het eten niet zwart was.En niet te vergeten: Merry christmas❤️
JE LEEST
Voor jou
FanfictionTot Fenna's opluchting vindt ze als nieuw teamlid vrij snel aansluiting bij haar collega's. Na de aflopen jaren heeft ze totaal geen behoefte aan gedoe, maar als een moordenaar zijn moorden aan haar opdraagt valt die wens in duigen.