Hoofdstuk 13

215 15 4
                                    

Het blijft stil omtrent de zaak. Geen lijken, geen aanwijzingen, geen sporen, niets. Hoewel Bram eerst nog grapte dat "ook moordenaars vrij nemen tijdens de feestdagen." Moet ook hij toegeven dat het wel heel lang stil blijft.

Het viertal viert oudejaarsdag bij Bram thuis. Om middernacht luiden ze het nieuwe jaar in. Het is een vrolijke avond. 2018 zal beginnen met het afsluiten van hun eerste zaak als team. 2018 zal beginnen met het opsluiten van iemand gerelateerd aan een collega. 2018 zal het jaar worden van nieuwe vriendschappen, vertrouwen en geluk. 

Al snel blijkt dat het team die 'zal' beter in 'zou' kan veranderen. 2018 blijkt niet het jaar waarin ze de moordenaar opsluiten. Nu lijkt het eerder iets dat 'zou moeten zijn' in plaats van iets dat 'zal gebeuren.' 

Van Zijverden rekt het. Hij stelt een nieuwe zaak uit. Een week. Twee weken. Tot hij er echt niet meer om heen kan. De aanwijzingen blijven hetzelfde, de woorden op de verklaringen veranderen niet. De eerste zaak waar dit team aan gewerkt heeft, blijkt meteen de eerste zaak die ze niet kunnen sluiten. 

13 januari begint met een nieuwe zaak, een inbraak. Eentje die ze na twee dagen oplossen. Na de inbraak volgt een vermissing en na de vermissing een schietpartij. Met de toenemende opgeloste zaken neemt ook het vertrouwen in elkaar toe. De rechereurs werken samen alsof ze nooit iets anders hebben gedaan. Op de PD kijken de agenten niet langer op als Fenna en Evert ruzie maken over het juiste plan van aanpak. De impulsieve acties van Fenna zijn niet langer verbazingwekkend, maar eerder een ritueel.

Toch blijft het team koppig werken aan die ene zaak in hun vrije tijd.  Ze weten alle vier dat het zonder nieuwe aanwijzingen bijna onmogelijk is. Dat is wat ze nodig hebben, een nieuwe moord, verse sporen. De rechereurs zijn het erover eens dat het dat niet waard is. Het oplossen van de zaak is geen mensenleven waard. 

Ze staren zich blind op de briefjes die op de PD's gevonden zijn. Een kennis van Liselotte kan een paar woorden op het, door de regen onleesbaar gemaakte, briefje ontcijferen. Begin. Geluk. Ongeluk. De woorden zijn nietszeggend en toch wordt bijna iedere invalshoek bekeken. 

Soms lijkt het beter hen beter om de moed op te geven. Om zich gewonnen te geven, maar een blik op Fenna, die het hardste werkt van allemaal, sluit deze optie uit. En dan komt het telefoontje. Een lijk. Een briefje. Een nieuwe kans. Ze schamen zich alle vier voor het feit dat ze ergens een beetje blij zijn met de gebeurtenis. 

Maarten Jonker is de naam van het slachtoffer. Zijn foto hangt langs de andere drie op het bord. Zijn lichaam werd door zijn ouders gevonden. In zijn appartementje ten noorden van de stad. Gewurgd met een zwart leren riem. Het briefje zat in de zak van zijn jas. De ochtend van zijn dood hadden twee agenten hen wat vragen gesteld. De ouders waren echter te geschrokken geweest om iets zinnigs uit te brengen. 

Het is laat in de middag als de twee blonde rechereurs voor de deur staan. De deur gaat langzaam open en twee mensen verschijnen in het zicht. Fenna en Evert laten hun identiteitsbewijzen zien "Goedemiddag. We willen u graag wat vragen stellen over uw zoon. Ik ben Fenna Kremer en dit..." Fenna's blik verlegt zich naar Evert om haar collega voor te stellen als de hand haar gezicht raakt. Door de kracht van de klap schieten de tranen in haar ogen. Ze zet een paar passen naar achter om haar evenwicht te bewaren. 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

NOG MINDER DAN EEN HALF UUR TOT DE EERSTE AFLEVERING VAN MOORDVROUW !!!!


Voor jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu