Een beetje overdonderd kijkt Fenna door een waas van tranen toe hoe Evert meteen reageert. Hij duwt de man tegen de muur. Te ruw. Te hard. "Evert!" roept Fenna uit terwijl ze hem, nadat ze een paar keer met haar ogen heeft geknipperd, tegen houdt. Haar ogen vinden die van de vrouw in de deuropening en plotseling begrijpt ze het.
Het briefje. Haar naam staat op het briefje.
De vader van het slachtoffer kan nergens naar toe. Hij wordt door Evert tegen de muur geklemd. "Meneer Jonker, u bent onder arrest voor het...." klinkt de stem van de blonde rechereur op de achtergrond. Evert stuurt de man in de richting van de auto.
"Komt u ook even mee?" vraagt Fenna vriendelijk aan de vrouw. Als de blondine ziet dat de vrouw aarzelt, vervolgt ze de vraag met. "U zit niet in de problemen hoor. Mijn collega's en ik willen u gewoon wat vragen stellen over uw zoon." De woorden lijken geruststellend te werken, want de vrouw knikt.
"Zou ik mijn jas even mogen pakken?"
Fenna knikt. "Natuurlijk. Doe maar rustig aan, mijn collega wacht wel."
"Zal ik een icepack voor u meenemen, mevrouw?" vraagt mevrouw Jonker dan. Fenna schudt haar hoofd.
"Nee dank u. Dat is niet nodig." antwoordt Fenna, haar kloppende wang negerend.
Op de achterbank praten meneer en mevrouw Jonker zachtjes met elkaar, maar Fenna kan hen amper verstaan. Mevrouw Jonker klinkt gefrustreerd, boos zelfs, terwijl meneer Jonker kort af reageert. Meestal zegt hij niets.
Bij binnenkomst wordt de man door Evert meegenomen naar de verhoorkamer. Fenna laat mevrouw Jonker plaats nemen in een andere kamer. Op de gang ontmoeten het blonde duo elkaar. "Ik weet niet of het verstandig is als jij mee de verhoorkamer in gaat." meldt Evert.
Fenna haalt haar schouders op. "Denk je dat het wel een goed idee is als jij naar binnen gaat dan?" vraagt ze, een licht uitdagende ondertoon in haar stem. "Je was nou niet bepaald zachthandig met die man. Het lijkt me niet waarschijnlijk, maar we moeten voorkomen dat hij een aanklacht tegen je indient."
"Dan doe jij toch gewoon aangifte. Moet je dat zowiezo niet doen?" brengt Evert er tegen in. Het blijft stil, maar Fenna's ogen brengen de boodschap luid en duidelijk over; niet nu. "Liselotte en Bram sturen?"
Fenna knikt. "Liselotte en Bram sturen." Evert draait zich om, om zijn collega's te zoeken, als Fenna's stem hem stopt. "Al weet ik ook niet of het verstandig is als je meegaat naar mevrouw Jonker. Die vrouw stond je doodsbang aan te kijken."
"Je stelt dus voor dat ik niks doe, terwijl jij degene bent die net gewond is geraakt."
"Gewond, gewond, dat is wel een beetje overdreven." mompelt Fenna. "Maar daar komt het wel op neer."
"Gaat het überhaupt met je?" vraagt Evert licht bezorgd. Fenna knikt, maar Evert neemt niet genoegen met het antwoord. Hij duwt haar kin met zijn recherhand zachtjes omhoog en bekijkt de schade. Op haar linkerwang lijkt een blauwe plek te vormen, verder is er niets te zien.
"Dank je." zegt Fenna als Evert zijn hand heeft terug getrokken. "Voor wat je deed daar." Evert haalt zijn schouders op.
"Dat is wat partners doen." Fenna grinnikt zachtjes, waardoor Evert zijn wenkbrauwen optrekt.
"Wat?"
Fenna haalt haar schouders op. "Niks, het is alleen, dit is de eerste keer dat ik merk dat je me als partner ziet. Met die ruzies de hele tijd dacht ik vrij zeker te weten dat je me niet mocht."
Evert schudt zijn hoofd. "Tuurlijk wel, gek. Je haalt alleen af en toe het bloed onder m'n nagels vandaan."
Fenna knikt, zachtjes lachend. "Insgelijks."
~~~~~
Beetje Fevert 😇
JE LEEST
Voor jou
FanfictionTot Fenna's opluchting vindt ze als nieuw teamlid vrij snel aansluiting bij haar collega's. Na de aflopen jaren heeft ze totaal geen behoefte aan gedoe, maar als een moordenaar zijn moorden aan haar opdraagt valt die wens in duigen.