Hoofdstuk 30

203 8 3
                                    

Kluisje nummer 17 is het op één na bovenste kluisje in de derde rij. Liselotte had de halve technische recherche opgetrommeld. Hoewel Evert moest toegeven dat deze klus ook met minder handen geklaard kon worden, klaagt hij niet. Ieder paar handen zorgt voor snellere resultaten. Ieder extra paar ogen zouden net op dat detail kunnen vallen dat ieder ander had gemist.

Liselotte had er een handje van om alles extra zorgvuldig aan te pakken, zodra ze emotioneel betrokken was bij de zaak. Nu is de brunnete normaal gesporken al de zorgvuldigste persoon die Evert kent. De jongens van de technische recherche lopen in en uit. De witte pakken banen zich een weg door het altijd drukke centraal station.

Evert laat zijn ogen over de menigte glijden die inmiddels om het afzetlint heen gevormd was. Achter hen haasten mensen zich om hun trein te halen. Zijn oog valt op een man van een jaar of dertig. De man baant sprintend door de mensenmassa, maar blijft  staan als hij het afzetlint ziet. Een paar seconden staart hij verwondert naar het tafereel voor hem. Dan lijkt hij zich plotseling weer te realiseren dat hij haast heeft en sprint weg. Hij rent nog harder dan hij daarvoor gerend had.

Evert glimlacht. Daarna keert hij zich om en focust zijn aandacht weer op Liselotte. Het team was inmiddels als een uur op het station aanwezig. De forensisch onderzoekster moest het kluisje al een aantal keer binnenstebuiten gekeerd hebben. Het verbaasd Evert dan ook niet als hij ziet hoe Liselotte zich losmaakt van het groepje collega's dat zich om haar heen had verzameld.

Hun ogen vinden elkaar meteen. Haar ogen staan droevig als ze haar hoofd schudt. Niets. Hoewel hij het had verwacht, voelt hij de frustratie weer omhoog komen. Niets. Fenna was inmiddels bijna 24 uur spoorloos.

Liselotte doet er niet lang over om de afstamd tussen hen te overbruggen. "De technische jongens doen nog een laatste controle, maar de kans dat het nog iets opleverd is eigenlijk niet bestaand."

De blonde rechereur knikt als teken dat hij het heeft begrepen. "We vinden haar wel, Evert." Haar stem klinkt overtuigend, maar Evert vraagt zich af of ze door heeft dat de onzekerheid in haar ogen is af te lezen.

Achter hen klinkt het piepen van een paar sneakers op de gladde tegelvloer van het station. "Lies, Evert!" Evert draait zich met een ruk om. Bram steekt zijn hand op als hij de blik van zijn collega's vangt.

Bram neemt niet eens de moeite om zijn collega's tegemoet te lopen. Zelfs niet nu een van hun geuniformeerde agenten het lint voor hem omhoog houdt. In plaats daarvan wenkt hij hen en wacht de rechereur ongeduldig tot het tweetal bij hem is.

"Ze hebben de bewakingsbeelden gevonden." zegt hij zodra zijn collega's in zijn buurt komen. "Ik denk dat we zojuist een mogelijke eerste aanwijzing gevonden hebben."

Voor jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu