De volgende keer dat de deur opengaat heeft Pieter iets in zijn handen. Fenna kan het niet zien, maar de geluiden die ze hoort moeten van een object komen. Ze voelt hoe haar spieren zich aanspannen klaar om een klap op te vangen, maar de klap komt niet.
In plaats daarvan loopt Pieter in haar blikveld. In zijn hand heeft hij een knalrood klapstoeltje. Hij klapt het open en gaat voor haar zitten. Ondanks de vreselijke omstandigheden kost het de blondine moeite om niet in de lach te schieten. Het is toch ook belachelijk? Wie neemt er nu weer zo'n foeilelijk uitklapbaar stoeltje mee in deze situatie?
De ernst is echter van Pieter's gezicht af te lezen en laat haar weten dat de man dit alles behalve grappig vindt. "Ik ben niet helemaal eerlijk geweest, Fenna." begint hij in een toon die de rillingen over Fenna's rug laat lopen. "Ze hielden ons niet alleen vast in dat verdomde gebouw. Ze wilde dingen weten; antwoorden. Antwoorden op vragen die we niet konden beantwoorden."
Pieter leunt achterover, zodat zijn rug de leuning raakt. Het klapstoelje kraakt onder zijn gewicht. "De zwakste schakel is het makkelijkst te breken; dat moeten ze gedacht hebben. Dus ze bonden Anne vast. Ze hing aan het plafon net als jij nu. En ze deden haar pijn, Fenna. Ze deden haar zo vreselijk veel pijn. Soms uren aan een stuk, maar Anne zei niets. Ze had de informatie niet die ze nodig had om de vragen te beantwoorden. Al betwijfel ik of ze wel iets had gezegd als ze de antwoorden wist."
En op dat moment lijken de puzzlestukjes in elkaar te vallen. Pieter wil wraak. Hij wil dat de blondine voelt wat Anne voelde. Fenna weet dat dat de reden is waarom hij dit haar verteld.
Pieter stopt met praten. Hij kijkt haar aan alsof hij wacht op haar reactie, maar Fenna houdt wijselijk haar mond. Met een zucht vervolgt hij zijn verhaal.
"Je wist van niks. Het is niet eerlijk dat jij verder kon met je leven zonder je ook maar bewust te zijn van de vreselijk taferelen die zich in die kamer hebben afgespeeld. De kamer met de rode gordijntjes. Dus toen je dat je naar dat etentje met Feenstra in de middle of nowhere ging, wist ik dat dit mijn kans was."
"Heb je hem ook vermoord?" Fenna kan niet verkomen dat er woede door klinkt in haar stem. "Feenstra?"
"Natuurlijk niet!"
"Dan kan je wel zo verontwaardigd doen. Je hebt wel vier mensen vermoord!" snauwt Fenna. "Waarom eigenlijk? Waarom kwam je niet meteen achter mij aan?"
"Om jou aandacht te trekken."
"Dan had je ook gewoon even kunnen bellen. Denk je niet dat de ontdekking dat je nog leefde genoeg voor me zou zijn om hier halsoverkop naar toe te komen!" Fenna schreeuwt nu. Ze weet dat ze dat niet moet doen. Ze weet dat de kans dat ze hier levend uitkomt groter is als ze zich gedeisd houdt, maar de blondine kan zich niet inhouden. Er zijn vier mensen dood. Vier jonge mensen.
De klap die volgt, komt dan ook niet als een verrassing. Fenna beseft zich nog net dat hij haar heeft geslagen met dat vreselijke, belachelijke rode klapstoeltje voor alles zwart wordt.
~~~~~
Sorry dat het zo lang duurde. Ik ben echt vreselijk slecht in plannen.
JE LEEST
Voor jou
FanfictionTot Fenna's opluchting vindt ze als nieuw teamlid vrij snel aansluiting bij haar collega's. Na de aflopen jaren heeft ze totaal geen behoefte aan gedoe, maar als een moordenaar zijn moorden aan haar opdraagt valt die wens in duigen.