Hoofdstuk 27

167 12 4
                                    

Voor je begint met het lezen van dit hoofdstuk moet je even terug naar de vorige ben ik bang. Er is namelijk iets misgegaan, want chaotisch als ik ben heb ik de laatste wijzingen in het vorige hoofdstuk niet opslagen waardoor jullie volgens mij een of andere gekke versie met halve zinnen en typfouten zien.. oepsss.

Bij deze is het gefixt, sorry voor het ongemak 😅😇

~~~~~~~~~

Het raam staat open. Het is het eerste wat haar opvalt als ze bijkomt. Het miezert zachtjes buiten. Sommige druppels raken haar lichaam, andere vallen naast haar op de grond.

Alles in haar wil om hulp schreeuwen. Gillen tot haar stem het begeeft en haar oren pijn doen. In de hoop dat iets, iemand het hoort. Haar verstand houdt haar echter tegen. Pieter was een rechereur. Een goede. Niemand kon haar horen. Dat is de enige reden waarom hij het raam op zou laten staan. Er was hier niemand om haar te horen. Niemand om haar te redden.

Het openstaande raam was symbolisch. Een manier om haar te laten zien dat haar vrijheid dichtbij was, maar toch buiten handbereik.

Net zoals dat voor haar collega's moet zijn geweest. Fenna kent de plek die Pieter beschreef. Ze was er meerdere malen geweest ten tijde van de undercoveroperatie.

Het was een stenen flatgebouw met rode voordeuren en rode gordijntjes voor de ramen. Het lag net buiten de stad. Het lawaai van de stad was er goed hoorbaar en als je je oog sloot, leek het alsof je je midden in de drukte bevond. Het complex lag echter ver genoeg van de stad om privacy te verzekeren. Als je uit het raam keek, kon je andere flatgebouwen zien. De meeste daarvan waren echter verlaten vanwege het slechte imago van de gebouwen.

Ook daar moest vrijheid dichtbij geleken hebben, maar ook daar was niets minder waar.

De flat diende als een soort kleinschalig opslagpand. Er stonden grote ijzeren kasten die tot aan het plafon reikten. Daarin lagen belangrijke documenten en meer prepaid telefoons dan je kon tellen.

Anne had gelijk gehad. Fenna had hen kunnen redden. De blondine wist van het bestaan van de locatie. Sterker nog, toendertijd had ze zelfs aan de sleutel kunnen komen.

Voor de zoveelste keer in het afgelopen jaar vraagt Fenna zich af waarom Mark en zij niet op de hoogte waren gesteld van de vermissing van hun collega's.

Ze had Anne kunnen redden. Ze had Pieter dit leven kunnen besparen. Ze heeft nog steeds pijn van de klappen die Pieter had uitgedeeld, maar ze vind het niet erg. Fenna begrijpt het. Ze begrijpt hem.

Het is niet de eerste keer dat Fenna de dader begrijpt, maar het is voor het eerst dat ze vindt dat hij gelijk heeft. Fenna had hen kunnen redden. Ze had hen moeten redden.

Voor jouWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu