Trouw aan haar belofte duurt het precies drie uur tot Liselotte besluit actie te ondernemen. Bram probeert haar zorgen nog te sussen. Etentjes lopen wel vaker uit. Misschien is Fenna de tijd uit het oog verloren of is haar telefoon leeg. Misschien is het druk op de weg of is er een andere goede reden waarom Fenna niks heeft laten weten. Een reden die niets te maken heeft met de ellende of het gevaar waarover Liselotte zich zo'n zorgen maakt.
Het lukt hem om haar een half uur te sussen, maar dan moet ook hij bekennen dat dit niets voor Fenna is. De blondine zou op z'n minst laten weten dat ze veilig was zelfs als het etentje wat uit was gelopen. Ze had het immers beloofd en Bram kent Fenna als iemand die haar beloftes hoe dan ook nakwam. Daarnaast kijkt Liselotte hem inmiddels al ruim een uur aan met een smekende blik in haar ogen. Bram heeft er nu eenmaal moeite mee om Liselotte iets te weigeren; daar kan hij niets aan doen.
De klok slaat tien uur als het drietal de straat in rijdt die bij het huis van Feenstra eindigt. Liselotte parkeert haar auto achter die van Fenna. Evert en Bram gaan haar voor het slecht verlichte pad op. Liselotte houdt zich op de achtergrond. De brunette neemt de omgeving in zich op en probeert de details, voor zo ver ze die kan onderscheiden in de duisternis, te onthouden.
Evert drukt op de deurbel en het schelle geluid galmt door de hal. "Niemand thuis?" vraagt Bram.
Evert schudt zijn hoofd. "Fenna had het laten weten als ze naar een andere locatie waren gegaan."
"Wat doen we?" vraagt Bram terwijl hij aan de klink van de voordeur voelt om te controleren of de deur gesloten is.
"Naar binnen." besluit Liselotte.
Evert laat zijn schouders op. "Dan doen we dat." De voordeur blijkt niet heel sterk. Het slot begeeft het na een goed gemikte trap van Evert. Het drietal betreedt het pand. Hun rechterhand rust op het wapen in het holster.
"Fenna?" roept Liselotte voor Bram de eerste deur opent. Evert is de eerste die een blik naar binnen kan werpen. "Shit!" roept hij uit voordat hij de kamer in rent. Zonder enige aarzeling volgen Liselotte en Bram zijn voorbeeld. In het midden van de keuken ligt de man die ze herkennen van de foto van het internet. Ivo Feenstra. Zijn ogen zijn gesloten, maar het team is opgelucht als ze zien dat de man nog ademt.
"Meneer Feenstra?" Liselotte hurkt naast de bewusteloze man en tikt zachtjes tegen zijn wang in een poging hem wakker te maken. Het lijkt te werken. Het kost een paar minuten, maar uiteindelijk opent de man zijn ogen en kijkt hij het drietal verward aan. Evert en Bram helpen hem overeind terwijl Liselotte een glas uit een keukenkastje pakt en dat met water vult. Ivo Feenstra neemt het glas dankbaar aan.
"Meneer Feenstra, wat is er gebeurd? Waar is Fenna?" vraagt Evert, nadat de man een paar minuten heeft gehad om bij te komen.
"Ik weet het niet. Ik ben met Fenna mee gelopen naar de voordeur." Hij schudt zijn hoofd. "Daarna is alles zwart."
"Ik bel medische assistentie. Ik wil zeker weten wat Feenstra binnen heeft gekregen en dat er verder niets aan de hand is." besluit Liselotte.
"Denk je dat Fenna en Feenstra een verdovend middel toegediend hebben gekregen?" vraagt Evert.
Liselotte knikt. "Dat moet wel. Ik wil weten wat het is."
"Denk je dat het in hun eten zat?" vraagt Bram.
"Kan." Liselotte haalt haar schouders op.
"Misschien in hun drinken." oppert Evert.
"Kan ook." knikt Liselotte. "Ik bel ook meteen het forensische team kunnen mij helpen om het huis en de omliggende grond te onderzoeken misschien hebben we geluk."
Bram trekt zijn wenkbrauwen op. "Lies, heb je die straat gezien? De uitvinding van de lantaarnpaal lijken ze hier gemist te hebben. De jongens van het forensische team gaan niets vinden in die duisternis."
"Gelukkig zijn de jongens van ons forensische team wel op de hoogte van uitvinding van de zaklamp. Ik ben me er van bewust dat de kans dat we daar iets aantreffen op dit tijdstip erg klein is, maar we zijn het Fenna verschuldigd om het op z'n minst te proberen."
JE LEEST
Voor jou
FanfictionTot Fenna's opluchting vindt ze als nieuw teamlid vrij snel aansluiting bij haar collega's. Na de aflopen jaren heeft ze totaal geen behoefte aan gedoe, maar als een moordenaar zijn moorden aan haar opdraagt valt die wens in duigen.