33

12 0 0
                                    


Agustín parkeert voor mijn huis. Ik ben blij als ik zie dat Ruggero's auto er nog niet staat. We stappen af en gaan naar de deur van het huis. Voor ik naar binnen ga draai ik me om en kijk naar Agustín, die ook naar mij kijkt.

Hij lacht en komt dichter bij me staan tot er bijna geen ruimte meer tussen ons is. Hij neemt mijn middel en drukt me tegen zich aan, hij kijkt in mijn ogen en dan naar mijn lippen. Ik moet zeggen dat ik sterf om nog een kus van hem te krijgen. Ik kan nog steeds niet geloven dat ik van die zacht lippen heb genoten. En eindelijk voel ik weer zijn lippen op de mijne. Ik voel me raar in goede zin als hij me kust. Het lijkt of mijn hele lichaam onder spanning staat zoder pijn. In mijn buik lijkt het of er honderden vlinder zitten. Ik hou er van dit te voelen. In die zeventien jaar ben ik nog nooit zo gekust als hij nu deed.

Zijn lippen passen perfect op de mijne. Ik voel zijn tong tegen mijn lippen, meteen open ik mijn mond om hem toegang te geven. Onze tongen vechten in onze monden. Dit is zo geweldig, maar aan alle leuk dingen komt een einde. Door gebrek aan lucht moeten we scheiden.

Hij glimlachte naar me en gaat dan terug naar zijn motor om te vertrekken, ik wil net naar binnen gaan als ik mijn broer's auto zie stoppen op de oprit. Hij stapt uit en gaat meteen naar Agustín toe. Dit betekent niet veel goeds. Ik ga snel naar ze toe voor het uit de hand loopt.

-Wat doe jij hier? Ik had je gezecht bij haar weg te blijven- zegt mijn broer geïrriteerd tegen Agustín die zij moter afzet en maar mijn broer stapt.

-Jij zegt niet wat ik moet doen- dit gaat uit de hand lopen. Ik ga snel naar ze toen en ga tussen de twee staan.

-Caro ik had gezegd bij hem uit de buurt te blijven.

-Blijkbaar luister ze dan niet goed- ik draai me om naar Agustín, met een blik van dit helpt niet.

-Ik denk dat je betere kunt gaan - zeg ik op een rustige manier tegen Agustín. Waar ik nu echt geen zin in heb is ruzie.

Agustín kijkt me even aan en dan naar mijn broer. Hij draait zich om en gaat naar zijn motor, zet hem aan en vertrekt. Ik laat een zucht van opluchting.

-Wat deed hij hier?  Je weet wat ik over hem zei. Ik wil niet dat je hem nog ziet.

Ik heb geen zin om mijn broer te beantwoorden dus ga ik naar binnen zoder iets te zeggen. Ik ga naar mijn kamer en ga op mijn bed zitten. Na een paar seconden staat Ruggero voor de deur.

-Ik wil gewoon dat ik niet met je gebeurt. Ik wil niet dat hij je weer pijn doet.

-Dat gaat hij niet doen.

-Hoe weet je dat? Je kent hem niet eens.

-Beter dan je zou denken - zegt ik geïrriteerd door mijn broer. Hij kent Agustín niet echt, oke ik moet zeggen dat hij in het begin koud en onaardig was maar nu niet. Ik haat het als mensen iemand oordeel voor ze hem kennen. Maar ja, ik kan er niet veel over zeggen want ik doe het zelf ook.

-Ik wil hun niet nog eens in je buurt zien.

-Jij beslist niet wat ik doe en met wie ik omga. - met die woorden sla ik de deur dicht kleed me om en ga in mijn bed liggen. Het is een lange dag geweest.

weer een nieuwe begin ( Aguslina)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu