10

18 1 0
                                    


~Wil je me weer slaan~zeg ik.

~Zou kunnen

~Waarom doe je dit bij me.

~Daar kom je later nog wel achter.

Hij klopt me terug. Na een paar kloppen zie ik alleen nog maar zwart.

Ik voel dat ik op een zachte ondergrond lig. Het laatste dat ik me herinner is dat ik op de grond van de school lag, die grond is niet zacht. Ik open mijn ogen langzaam. Ik zie alleen maar een wit licht. Als ik alles duidelijk zie, zie ik dat ik in een witte kamer zit. Dit is niet mijn kamer of de zieke kamer van school. De enigste kamers die zo zijn zijn de kamers in het ziekenhuis. Wat doe ik in het ziekenhuis. Ik kijk naar de andere kant. Ik schrik als ik Ruggero en mijn ouders in de stoelen naast me zie slapen. Hoe lang zou ik hier zijn. Het enige dat ik weet is dat het nacht is. Ik ga terug liggen en val in slaap.

Ik word wakker door geluid naast me.  Ik doe mijn ogen open en zie Ruggero naar mij kijken.

~Mama papa, Caro is wakker.

Mijn ouders komen aan de ander kan van mij staan.

~Hoe voel je je?~vraagt mijn vader.

~Goed, hoe lang lig ik hier?

~Het is nu zaterdag. Wat is er gebeurt, niemand weet van iets. Ze vonden je op de grond met veel bloed op je.~ zegt Ruggero.

~Ik weet het niet meer.

Ik weet nog goed genoeg wat er is gebeurd, maar ik wil niet dat mijn  ouders dat weten. Ik ben bang dat ze dan Emma gaan ontslaan, en zij kan er niets aan doen dat Agustín dit bij me doet.

~Wanneer mag ik naar huis?

~Ik denk morgen, er is niets erg met je, je was alleen bewusteloos.

~Dat is goed.

Voor de rest gaat de dag normaal voorbij. Mijn ouders en broer blijven nog tot de bezoeker uiten zijn afgelopen. De voorige twee nachten mogten ze hier wel zijn omdat ik toe nog bewusteloos was en er nog iets met me kon gebeuren. Nu ik wakker ben. Niet meer.

Na het eten, wat hier walgelijk is lees ik in mijn boek en ga ik slapen. Rond middernacht word ik wakker door een geluid. Ik doe mijn ogen open. En schrik me bijna dood als ik een gezicht boven me zie hangen. Als mijn ogen aan het donker zijn gewenst zie ik dat het Agustín is die me met koude ogen vol woede aankijken. Ik ben bang en hij kijk alleen maar naar me. Hij heeft echt een bangelijk gezicht.

~Wat die je hier? Was het nog niet genoeg om wat je op school deed.

Hij zegt niets, gaat naar de deur. Als hij de deur opent kijk hij naar mij.

~Wat je denk is niet altijd waar, trek niet te snel conklusies.~ hij lacht naar me en vertrekt.

Ik snap hem echt niet. En wat bedoelt hij toch. Dat was ook de eerst keer dat ik hem zag lachen. Ik ga terug liggen maar ik kan niet meer slapen. Ik ben bang dat Agustín terug komt en iets bij me gaat doen. Hoewel het leek of hij afscheid nam.

In de middag zijn mijn ouders en broer er om me naar huis te brengen. Ik heb hun niets verteld over deze nacht en dat ben ik ook niet van plan. Nu zit ik in de auto op weg naar huis

~Ik dacht dat jullie langer zouden weg blijven.~zeg ik tegen mijn ouders.

~We moeten deze avond terug weg. We kwamen terug voor jou. Toen we hoorden dat je in het ziekenhuis lag zijn we direct gekomen. Maar nu je beter bent moeten we terug. Het spijt ons, we zouden langer bij jullie willen blijven maar dat gaat niet.

~We snappen het mama.

We komen aan bij ons huis. Als we binnen komen zit iedereen buiten Agustín in de zetel. Als ze ons horen binnen komen staan ze op.

~Gaat het goed met je ~ vraagt Karol.

-Ja het gaat.

We praten tot mijn ouders weg moeten om hun vliegtuig te halen. We nemen afscheid ben hun en gaan naar binnen om te eten.

~Heeft iemand van jullie Agustín gezien. Ik heb hem siens gisteren avond niet meer gezien~ zegt Emma.

Iedereen ontkend. Zou hij gisteren echt afscheid hebben genomen? Maar naar waar is hij dan?

🎆🎇🎆🎇🎆🎇🎆🎇🎆🎇🎆🎇🎆🎇

Gelukkig nieuwjaar

weer een nieuwe begin ( Aguslina)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu