weer een nieuwe begin ( Aguslina)

6

-Wat kijk je?~ roept Agustín.

-Niets. Ik keek gewoon van waar dat lawaai vandaag kwam.

-Ik maak zoveel lawaai als ik wil.

-Vergeet niet dat je in het huis van mijn ouders woont.

-Denk je dat dat mij iets kan schelen?!

-Nee, maar als die deur kapot is mag jij hem betalen.

-Dat mag je bekijken! Ik betaal helemaal niets! En nu ga ik naar boven en ik wil niet gestoord worden!

Hij lijkt wel of hij denk dat dit zijn huis is. Ik leef nog maar 3 dagen met hem en ik vind het nu al onmogelijk.
Als ik net klaar ben komt Evelien naar me toe.

-Wil jij met me spelen? Agustín wil niet en Karol is nog niet thuis.

-Het is goed omdat ik niets te doen heb.

-Bedank je bent de beste. Gaan we naar mijn kamer? Daar staat alles.

-Is goed, ik leg alleen nog even mijn rugzak in mijn kamer.

Ik ga in mijn kamer en gooi mijn rugzak op de grond in mijn kamer. Ik loop langs Agustín's kamer maar die van Evelien. Ik blijf even staan. Ik hoor geluid van binnen. Is hij aan het gamen? Siens wanneer staat er in zijn kamer een gameconsole? Ach ja, dat zijn mijn zaken niet. Ik ga door tot ik bij Evelien ben.

Heel de avond lang speel ik met haar. Het is leuk zo voel ik me ook terug kind. Het is bijna 9 uur s'avons. Om 9 uur moet ze gaan slapen.

-Hey Evelien, je bent echt heel anders dan je broer.

-Soms is hij zoals nu maar soms is hij heel lief. De laatste week is hij niet meer lief geweest. Wat ik ook raar vind is dat voorige week een dag voor hij gemeen werd zei dat hij weg ging voor een paar dagen . Maar uiteindelijk bleef hij. Ik snap hem ook niet.

-Maakt niet uit. Hopelijk komt zijn lieve kant terug.

-Ja hopelijk.

Ik ga terug maar mijn Kamer. Wat Evelien zei is raar. Als zij het zo zegt lijkt het wel of hij twee verschillende personen is. Ik vind het maar raar maar voor ik het geloof wil ik nog wel eens de andere kant van hem zien.

Ik zit nog wat op mijn telefoon tot het ongeveer 22 uur is. Ik kleed me om en ga in bed liggen.

Vandaag is het woensdag, dat betekent dat ik maar een halve dag les heb. En in de namiddag ga ik ergens naar toe. Dit is de eenigste dag dat ik niet laat thuis kom en wat nog beter is is dat Ruggero met me mee gaat naar school. Ik douche me en kleed me snel aan. Ruggero en Agustín zitten al aan tafel. Ze eten in stilte. De eerst dag dat Agustín hier was dacht ik dat ze vrienden waren maar nu begin ik toch te twijfelen. Ik ga naast mijn broer zitten en begin te eten.

Na het eten gaan ik en Ruggero in zijn auto zitten en vertrekken naar school.

~Jij bent blij vandaag~ zegt Ruggero

~Ja natuurlijk, het is maar een halve dag en jij bent bij me op school.

~Alleen maar voor vandaag.

~Dat weet ik.

We stappen uit de auto. Ik ga samen met Ruggero de school binnen. Aan het einde van de gang zie ik Malena, Valentina en Gastón staan. Vandaag mag iedereen zijn of haar broer of zus mee naar school memen die hier vroeger ook hebben gezeten. Drie jaar geleden zaten Ruggero en Gastón hier op school net als Malena en ik. Mijn broer begroet mijn vriendinnen en vertrekt dan met Gastón. Ik denk dat hij hier alleen maar is omdat Gastón hier ook is.

~En daar gaan onze broers~ zegt Malena tegen mij.

~Ik denk dat ze het alleen maar doen om geen school te hebben en bij elkaar te zijn.

~Waarom nemen we ze nog mee?

~Ik weet niet.

De bel gaat, we gaan naar onze klas waar Ruggero en Gastón al zitten. Ik ga naast Ruggero zitten. Bijna iedereen heeft zijn of haar broer of zus bij. Dit is ook de beste en grootste school in deze stad. Het is logisch dat de meest broer of zussen hier naar toe zijn gegaan. Er zijn er drie die geen broer of zus bij hebben, Valentina, Agustín en nog een ander jongen. Valentina heeft geen broer of zus. En bij Agustín heeft Karol hier niet op school gezeten.

Na de les neem ik mijn boeken in mijn armen en ga naar mijn kluisje. Valentina en Malena  gaan ook naar die van hun. Maar die zijn twee gang verder. Onder weg naar mijn kleusje bots ik tegen iemand. Mijn boeken vallen op de grond. Ik kijk naar de gene die voor me staat.