52

5 0 0
                                    

Ik voel een golf van kou door mijn lichaam gaan en ik slaag mijn armen om mij heen om me wat warmte te geven. Ze hebben geen last van de temperatuuren, maar ik herinner me dat het raszuivere dieren zijn, dat moet een factor zijn waarom ze niets voelen.

Ik begin duizelig te worden en ga rechtop zitten om een val te vermijden. Ik leun met mijn hoofd tegen de muur en sluit mijn ogen. Ik voel mijn verdedeging op de grond en heb een enorm verlangen om te slapen. Ik adem normaal en rust een paar minuten.

Ik blijf in die positie, klaar om een dutje te doen, maar als dat niet lukt, besluit ik om mijn ogen dicht te houden.

- ze weet nog niet wie het is he?- zegt Jeremy zachtjes tegen Maxi, niet beseffend dat ik ze kan horen.

- nee, ze verdenkt zelfs niemand. - mompelt Maxi

- vroeg of laat zal ze er achter komen en zal te verrast zijn. - lacht hij spottend, waardoor ik geïrriteerd wordt.

Het gesprek eindigt omdat er voetstappen te horen zijn. Ik sta op het punt mijn ogen te openen, in de hoop een nieuw iemand te zien, maar ben teleurgesteld als ik Oskar's stem hoor.

-Hij zei dat ik haar in de gaten moet houden, persies dat. - benadrukt hij, ik voel me enorm opgelucht, mezelf weerhouden om een zucht te laten.

- jammer, ik wil het echt proberen. - hoor ik Jeremy zeggen en ik voel zijn blik op mij.

- orders zijn orders- zegt Maxi teleurgesteld.

De graaf waar ze het over hebben moet superieur zijn, anders zouden ze niet akkoord gaan met de regel om me alleen maar in de gaten te houden.

Ze beginnen te praten over onderwerp die niets met mijn probleem te maken hebben en ik besluit te gaan slapen, al is het maar voor even. Op die manier zou ik het minder koud hebben terwijl ik slaap.

Naarmate de tijd verstrijkt, vergeet ik het griezelig gevoel dat me omringde  totdat ik hun stem helemaal niet meer hoor.

-Caro- die stem verrijkt mijn verlangen op te blijven slapen. Hij noemt me weer bij mijn naam en met de nodige kracht open ik mijn ogen.  Ik ben nog steeds in de grot. De koud is verdwenen en maakt plaats voor een licht mist waardoor ik niets meer helder kan zien. Ik droom en het vreemde is dat ik op dezelfde plaats ben. Ik had verwacht dat ik ergens anders zou zijn. - Caro- mijn zintuigen zijn geprikkeld en mijn blik speurt wanhopig door de mist.

- Agus?- de toon van mijn stem komt er droog en knarsend uit. Ik sta op en loop langzaam door de mist, mijn bote voeten struikelen over een paar kleine steentjes die me laten kreunen als ik ze wegduw.

Ik wil hem zien, zijn stem horen die me verteld dat die me komt halen. Mijn handen trillen van de frustratie dat ik niet vrijuit kan praten. Na een paar seconden vindt ik hem. Zijn lichaam lijkt zo echt. Ik weet dat het een droom is of mogelijk een halisulatie. Het is onmogelijk dat hij hier is.

- waar ben je? - vraagt hij terwijl hij me aankijkt met een intensiteit die me doet smelten.

- ben jij het of verbeeld ik me dit? - vraag ik terwijl ik naar hem staar.

- je weet dat ik in je dromen kan verschijnen,  waar ben je in vredesnaam? Ik herken deze plek niet. - zegt hij wanneer hij om zich heen kijkt.

- ik weet het niet. - fluister ik, terwijl ik me nutteloos voel omdat ik hem geen goed antwoord kan geven.

- hebben ze je pijn gedaan? - vraagt hij terwijl hij zijn kaken op elkaar klemt. Ik schud mijn hoofd en hij zucht en wrijft over zijn gezicht. - het spijt me schat, ik kon ze niet tegen houden.

- het is niet jou fout.

- het is, als ik je aan mijn zijden had gehouden zou je nu niet op deze plek zijn.

- je hebt gedaan wat je kon - zegt ik terwijl ik hem verdrietig aankijk.

- ik zal je vinden dat beloof ik. - verzekerd hij.

- Agus, doe geen beloftes het is niet nodig.

Hij probeert een stap in mijn richting te zetten, maar iets houd hem tegen en ik vraag me af wat het is.

weer een nieuwe begin ( Aguslina)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu