Chapter 44

147 10 2
                                    

Madeline pov

Gejuich klinkt van de tribunes als iedereen afdaalt. De Gryffindors balen van hun verlies, terwijl wij van blijdschap in een groepsknuffel springen. 'We hebben het gedaan, Mads, De cup!' Skylar springt op me af. Ik lach, 'Jij hebt het gedaan!' 'Wij.' verbeter ik haar lachend. Knuffelend staan we midden op het veld. 

Vanavond is de nacht. Een elektrische storm komt. Ik heb het drankje al klaar in mijn tas liggen, na al die maanden voorbereiden is het eindelijk zover. Vanavond zal ik transformeren in een Animagus. Ik sla mijn tas om mijn schouder en loop de trap af. Ik probeer ongezien weg te komen door de common room maar dat gaat niet zo soepel. 'Maddy?' Ik draai me betrapt om. Het feest was al afgelopen maar toch werd ik betrapt door een dronken tiener. 'Vince.' 'Waar ga je heen?' Vragend staart hij me aan als hij dichterbij komt. Hij strijkt een pluk haar achter mijn oor als hij dichterbij komt. 'Ik ga naar Remus,' fluister ik zacht als ik hem weg duw. Ook al is hij dronken je ziet de pijn in zijn ogen. 'Oh.' Dan stapt hij achteruit en gaat weer rustig de trap op, als die nog een keer achteruit kijkt ben ik al verdwenen. Ik haat het om te liegen tegen mijn vrienden, maar soms moet het. Ik vervolg mijn weg op een snel tempo door de hallen van Hogwarts. Het is stil, wat ook logisch is midden in de nacht. Ik kom buiten aan en loop richting het Forbidden Forest als ik naar boven kijk zie ik de maan, een volle maan. 'Shit,' fluister ik zacht. Daar had ik niet aan gedacht. Ik laat het van me af lopen en ren het bos in. Ergens op een kleine open plek bij een vijver leg ik mijn tas neer op de grond en pak het glazen flesje. Dit is het dan. Ik trek mijn gewaad uit voor de zekerheid en sta dan nog in een simpele sweater met mijn witte blouse eronder, een geruite rok van mijn afdelingskleuren met een panty en dan een paar sneakers. Rustig spelend met mijn wand zit ik op de grond wachtend tot dat de storm begint. 

Als de storm begonnen is sta ik op en pak het drankje vast. Ik open hem en drink het bloed rode drankje in een keer leeg. 'Hier gaat hij dan,' fluister ik nog in mij zelf voordat ik een vurige pijn door mijn lichaam gaat. Een schreeuw ontsnapt mijn mijn mond als ik door mijn knieën op de grond zak. Ik voel een dubbele hart klopping, als het enige wat ik hoor is mijn eigen lichaam. Na enkele minuten komt er een visioen van een dier in mijn hoofd. En voordat ik het weet voel ik me veranderen. Paniek gaat door mijn lichaam als ik verander, meer geschreeuw verlaat mijn mond voordat het in een ander geluid verandert. Ik verlies de controle en begin alles wat om me heen staat kapot te maken. 

Nog steeds ben ik alles wat ik zie aan het slopen, ik kan er niks aan doen. Paniek vloeit door mijn lichaam. Plots klinken er allemaal tak kraken en andere geluiden uit een hoek van het bos komen. Meteen uit reflexen draai ik me om, op mijn hoede kijk ik om mij heen. Dan als ik heb gevonden waar het vandaan komt sluip ik er langzaam heen terwijl grommen mijn bek verlaten. Maar voordat ik iets kan doen komt er een zwarte hond uit de bosjes rollen. Voor een moment sta ik stil van verwarring. Een hond? De hond gaat op zijn poten staan en kijkt mij schuin aan. Ik grom hij moet niet in mijn buurt komen nu. Ik stap wat achteruit bang dat ik hem wat doe. Alleen dat domme beest loop rustig door. Dan klinkt er weer wat geluid en een hert komt uit de zelfde bosjes. Ik blijf naar achter lopen als ze beiden te dichtbij komen, maar dan loop ik tegen mijn spullen aan die op het gras liggen. Ik buig mijn hoofd even om naar de spullen en als ik weer terug buig staan de twee beesten enkele meters van me af. Dat wordt me te veel en ik maak een rennetje richting de rechterkant van het bos. Mijn blik went af naar achter en de twee beesten zijn me vervolgt. Ik blijf rennen en als ik weer voor me kijk staat er een groot beest. Een weerwolf. Geschrokken met paniek nog steeds vloeiend in mijn aderen probeer ik de andere kant weer op te rennen maar hij merkt me op en voor ik het weet wordt ik keihard tegen een boom aan gesmeten. Een vurige pijn gaat door mijn taille heen als ik piepend probeer op te staan. Ik kijk achterom en de hond en het hert staan om de weerwolf heen, ze leiden hem af? Ik zie het als mijn kans en sta piepend op, met alle kracht over in mijn lichaam vlucht ik zo ver als ik kan. Maar uiteindelijk hou ik het niet meer en val ik weg in een zwart gat. 

Langzaam maar zeker wordt ik wakker, ik probeer omhoog te komen als een erge pijnsteek door mijn lichaam heen gaat. Alles van gister komt weer in me op. Ik ben getransformeerd in een wolf. Mijn Animagus is het zelfde als mijn Patronus. Ik glimlach zwak als ik mijn hoofd weer op de koude grond laat zakken. Het is me gelukt. Hoewel de nacht niet zo soepel verlopen is. Ik graai met mijn hand naar iets in de buurt waarmee ik me omhoog kan trekken. Als ik rechtop kom voel ik me zo licht in mijn hoofd dat ik even wankel. Ik haal mijn hand van de zijkant van mijn taille af. Langzaam trek ik mijn bebloede sweater omhoog. Een grote wond gaat van de zijkant van mijn taille over mijn buik heen. Alles zit onder bloed waardoor er weer paniek in me op komt. Ik moet veel bloed hebben verloren dat is de reden dat ik me zo licht en slap voel. Met kleine stapjes begin ik te zoeken naar mijn spullen, naar de open plek. Mijn kleding zit onder het vuil en mijn sweater is stuk gescheurd. Als ik mijn spullen vind sla ik mijn mantel om me heen. Wat ben ik blij dat ik hem heb uit gedaan. Ook sla ik mijn tas om mijn goede schouder nadat ik met mijn wand een spreuk heb uitgevoerd dat het bloed stopt met lopen. Fijn die kennis over heling. Rustig vervolg ik mijn weg richting het kasteel als een zwakke glimlach rond mijn lippen verschijnt. Ik ben gewoon een Animagus, ik kan het niet geloven. 

Voorzichtig kijk ik om me heen zodat er niemand is in de hallen. De zon schijnt vel aan de lucht dus dat betekent dat het al wat later op de dag is. Plots stop ik met lopen als ik terug denk aan wat er gebeurt was. Een weerwolf, shit, dat moest Remus zijn geweest.. maar wie waren die andere dieren dan.. waren zij ook Animagus? 'Oh shit,' fluisterend scheldend loop ik door de gang met een tempo. Ik ga de hoek om, 'Bloody hell.' Ik kom tot stilstand door de personen voor me. Komt dit lekker uit precies de personen die ik had willen zien, hoor je de sarcasme? 'Madeline?' Vragend kijkt Sirius mij aan. Dit is de eerste keer in weken dat ik ze spreek. Na alles met James kon ik het niet verdragen om in de buurt te zijn van ook maar een van de marauders. 'Sirius, James.' Zeg ik enkel, ik sla mijn mantel wat dichter in de hoop dat ze het niet zien en probeer er rustig langs te lopen. Maar voordat ik dat kan doen pakt James mijn arm en een pijnkreetje verlaat mijn mond, ik bijt snel op mijn lip om het geluid te dimmen als James geschrokken los laat. Ze komen voor me staan, Sirius kijkt me wantrouwig aan, 'Wat is er gebeurt?' 'Niks.' Ik probeer weer door te lopen maar voordat ik het weet besluipt het lichte gevoel me weer en dan zak ik weg. Weer in een zwart gat. 

~~~~

yeahhhhhhhh animagus in the house! (:

Wat is jullie Animagus? Mijne de wolf :D !


Toxic Lips | The MaraudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu