2

1.6K 106 9
                                    

Ik zat achterin de school bibliotheek in de pauze. De tafel waar ik achter zat was een beetje verborgen achter een boekenkast met daarin wetenschappelijke en scheikundige boeken. Zo zouden de 4 mij niet zien als ze naar me opzoek zouden gaan, althans, niet meteen. Door mijn witte haar viel ik meer op dan andere. Daarom keek ik in me tas, die ik in plaats van aan de het rek had gehangen mee naar binnen had gesmokkeld, en greep mijn zwarte muts en een elastiekje. Ik maakte een knotje van mijn haar, trok mijn muts over me hoofd en boog me over mijn papiertje. Op het papiertje stond een meisje getekend. Ze stond voorovergebogen met haar armen over haar knieën en huilde, hoewel dat moeilijk te zien was doordat haar haar voor haar gezicht hing. Ze zat op een soort krukje en je kon duidelijk zien dat ze overstuur was.

Ik zucht, kijk naar mijn tekening en schrijf er een tekst onder in het engels:

Life is a challenge, and you just have to find the way to beat that challenge. But i’m losing hope.

Een plukje haar valt onder mijn pet vandaan. Ik schuif het terug op zijn plaats, pak de tekening en berg het op in mijn tas. Op dat moment hoor ik de bel. Ik pak mijn tas op en loop de bibliotheek uit.

Biologie.

Ik maak mijn weg door de menigte naar ons biologie lokaal. Ik stop voor de deur. Naast de deur is een raam. Via het raam kun je kijken naar het lab naast ons lokaal. Het word het Beta-lab genoemd en alle klassen op deze school doen daar hun proefjes, daardoor is het er altijd vol. De leraren moeten een week van tevoren het lab reserveren als ze een proefje met de klas willen doen.

De leraar loopt langs me het lokaal in en ik volg hem. Ik ga zitten en pak mijn boeken en tekenschrift. Wanneer ik Lucas binnen zie komen bedenk ik me en stop het schrift terug in mijn tas die ik daarna onder mijn stoel schuif en veilig tussen mijn benen hou.

Als iedereen zit kijkt de leraar mijn kant op.

‘’Muts af in de klas Heather’’ Zegt hij, wijsend naar mijn pet, waarvan ik vergeten was dat ik hem op had. Ik doe hem af en schuif mijn haar recht in de knot. Als de leraar zich omdraait voel ik iemand aan mijn haar trekken. Marco trekt het elastiekje uit mijn haar en maakt een heel klein staartje in zijn eigen wilde plukken. Ik kijk even om, kan me lach niet onder controle houden en laat een klein glimlachje zien. Marco en Lisa zien het.

‘’Valt er wat te lachen Parker?’’ Sist Lisa.

Ik schud snel mijn hoofd en draai me weer om. Ik voel dat er iets staat te gebeuren. Dan hoor ik iemand zijn etui openen en ik draai me nog net op tijd om. Lucas heeft een pot lijm in zijn hand en houd het naast mijn haar. Ik kan nog net op tijd wegduiken zodat de lijm niet in mijn haar valt maar op de grond. De 4 lachen zacht en gemeen. Ik pak mijn haar en laat het over mijn schouder vallen.

De leraar legt wat uit over de paragraaf, het gaat over de evolutie theorie, en gaf ons daarna ons huiswerk op.

Ik deed mijn oortjes snel in en zette mijn favoriete liedje op. Het is niet echt een liedje, want er word niet in gezongen. Het is gespeeld op de viool en het is prachtig. Het laat me mijn wereld vergeten.

In plaats van aan mijn huiswerk te gaan teken ik op mijn schrift een wolf met pen, best wel realistisch.

Ik schrik als de 4 opstaan, langs mij lopen en lachend het lokaal verlaten. De les is af. Ik pak mijn tas snel weer in en vlieg de deur uit. School is over voor mij. Frans valt uit omdat de leraar een ziekte heeft waarvoor hij behandelt word in het ziekenhuis, en de school heeft nog geen vervangend leraar gevonden.

Ik haast me naar de fietsenkelder, de kelder waar alle brugklassers hun fiets neerzetten, kijk om me heen en ren naar mijn fiets. Ik steek de sleutel in het slot en klem mijn handen om het stuur. Ik trek de fiets uit het rek en wil naar de opening rennen, als ik de deur van de fietsenkelder hoor opengaan. De 4 komen binnen, luidkeels lachend, tot ze mijn zien. Ik verstijf een paar seconden en zet het dan op het lopen.

‘’Hé! Wij zijn nog niet klaar met jou!’’ Word er door Marco geroepen. De 4 kinderen snellen naar hun fietsen die voorin de kelder staan en rennen achter mij aan. Ik spring op mijn fiets en kijk snel achterom. De 4 is maar een paar meter achter me. Ik trap zo hard ik kan en zigzag door de straten van het centrum, die ik uit mijn hoofd ken. De 4 volgt mij op de voet. Ze zijn sneller en Lucas haalt me in. We zijn ondertussen aangekomen in een verlaten steegje, die uitkomt op een grote vijver, met daaromheen verschillende grote bomen. Ik fiets zo hard ik kan maar Lucas is sneller en hij trapt mij met zijn voet van mijn fiets. Ik val om en schreeuw wanneer ik hard tegen de stenen klap. Mijn arm schuurt over de stenen en ik voel mijn huid openscheuren. Ik blijf liggen, draaierig omdat mijn hoofd ook de stenen muur heeft geraakt.

Ik ruik de geur van bloed en voel iets warm over mijn hoofd naar beneden glijden.

De 4 hebben zich om mij heen verzameld. Ze beginnen me te schoppen. Tegen mijn knieen, buik en armen. Gelukkig niet mijn hoofd. Ik schreeuw het uit, totdat er opeens een geluid uit mijn mond komt dat meer op het gejank van een hond lijkt dan van mensen schreeuw. De 4 stoppen verbaasd en beginnen hard te lachen. Maar dan hoor ik opeens een boos gegrom. Lisa en Marco stappen opzij en ik zie een grote harige Duitse herder het steegje binnen lopen. Zijn tanden zijn ontbloot, zijn haren staan omhoog en zijn oren liggen woedend in zijn nek. Hij gromt hard genoeg om het 2 straten verderop nog te kunnen horen en rent dan op Marco af, die vooraan staat. De hond springt op hem en zet zijn grote witte tanden in Marco's arm. Marco schreeuwt het uit. Lisa, Lucas en Karen beginnen te rennen terwijl Marco de hond van zich af probeert te slaan.

Wanneer de hond loslaat, begint ook Marco te rennen. Ik kruip met het laatste beetje kracht in me tegen de muur aan met mijn handen voor me gezicht ter bescherming tegen de hond. Maar de hond valt me niet aan. Zijn haren zakken, zijn oren komen overeind. Hij lijkt bezorgd.

Ik piep van angst. De Duitse herder komt op me af en ik schrik wanneer hij mijn hand begint te likken. Ik laat langzaam mijn handen zakken.

De hond blaft iets. Mijn ogen vallen open. Ik versta het. Hij vraagt of ik oké ben.

Ik blijf verbaasd zitten en knik dan langzaam.

‘’Dank je…’’ Zeg ik.

De hond laat een honden glimlach zien, wanneer er ineens werd geroepen: ‘’Zack, kom bij het baasje!’’

De Duitse herder draait zijn oor, kijkt mij nog één keer aan, likt mijn hand en rent weg.

Beduusd sta ik op, nog steeds draaierig.

Was dit echt gebeurd?

Geen genadeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu