21

928 62 3
                                    

Het was nog donker toen we vertrokken. Mex maakte mij wakker en wees op een dood konijn dat hij voor me had gevangen. Na snel gegeten te hebben wilde we weg gaan, maar toen vroegen we ons ineens af hoe we de welpen mee zouden krijgen. Één wolf kan één welp meedragen, twee is niet mogelijk. Toen bedacht ik me iets. Snel sprintte ik naar buiten en sprong op het dak van het hol. Even twijfelde ik, maar toch veranderde ik naar mijn mensen vorm en begon een stuk schors van de boom af te krabben. Mex kwam ook naar buiten, bleef even staan, keek schuw naar wat ik aan het doen was en sprong toen naast mij op het hol.

Mijn ogen ontmoette die van hem en ik glimlachte blij. Hij was niet bang voor me, en hij verafschuwde mijn mensen kant niet. Het was even alsof er een gewicht van mijn hart viel. 

Nadat ik een goed groot stuk schors had afgekrabt legde ik het op de grond met de bolling omhoog. Dat bedekte ik met wat gras. Mex keek mij vragend aan. Ik veranderde even in een wolf om tegen hem te kunnen praten.

'We kunnen dit als een soort mandje gebruiken.' Legde ik uit. Ik moest lachen toen ik zag dat zijn gezichtsuitdrukking niet veranderde.

'Een mandje is iets dat mensen gebruiken om iets te dragen, zoals eten bijvoorbeeld. Maar ik heb nog een ander ding nodig, en dat heb ik ergens zien liggen hier...' Ik draaide me om en mijn blik gleed langs de struiken. Ik had een touw nodig om aan het schors te binden en om een soort handvat te maken. En ik wist bijna zeker dat ik een stuk touw heb zien liggen hier. Mijn ogen bleven hangen op een roze springtouw dat half in een struik verborgen lag. Ik rende erop af, greep het vast tussen mijn kaken en sleurde het naar het schors. Daar veranderde ik weer in een meisje. Met een steen begon ik een klein gat te maken in het schors waarna ik het springtouw er doorheen haalde. 

Mex blafte opgewekt toen hij zag wat ik gemaakt had en verdween in het hol. Hij kwam terug met Lotus tussen zijn kaken. Ik kroop naar binnen en pakte Dowan en Elena op met mijn handen en legde ze voorzichtig naast Lotus neer op het schors. Daarna veranderde ik weer terug in een wolf.

'Slim idee zeg.' Complimenteerde Mex. Ik kwam naast hem staan.

'Is dat mensenlichaam toch nog ergens handig voor.' Zei ik vrolijk. Mex lachte en likte mijn neus.

'Op naar huis.' Zei hij voordat hij één van de twee handvaten van het springtouw in zijn bek nam. Ik deed hetzelfde en samen begonnen we aan de weg terug naar de roedel.

*

Er waren al twee dagen voorbij gegaan en we waren er bijna. Ik herkende deze plek en ik gokte dat we ongeveer nog één kilometer te gaan hadden voor de grens in zicht kwam. We waren, zoals de andere twee dagen, vroeg opgestaan om zo snel mogelijk weer thuis aan te komen. 

We trokken nu door het bos vol mensen en hun honden en daardoor werden we flink vertraagd. Vaak moesten we verstoppen voor langslopende honden en hun mensen. En wat het ook niet makkelijker maakte, was dat Lotus en Dowan hun ogen al open waren en daardoor veel bewegelijker werden, wat betekende dat we de hele tijd moesten omkijken of ze er alle drie nog wel waren.

Het was nu midden op de dag en we waren heel dicht bij de grens van de roedel. Het was al een tijdje geleden sinds ik de welpen had gehoord en ik keek voor de zekerheid even om. Meteen voelde het alsof mijn hart stil stond. Ik telde er maar twee, Dowan was weg. Mex voelde mij bevriezen en keek om, waarop hij meteen het touw liet vallen en bezorg om zich heen keek.

'Dowan?!' Riepen we beide. Ik rende langs het schors en keek in paniek om me heen. Snel zei ik tegen Mex bij Lotus en Elena te blijven, tot ik ineens gehuil hoorde. Beide bevroren we weer en luisterde, maar het leek niet op het gehuil van een welp, maar op het gehuil van een mensen baby. Ik keek even schuw naar Mex en kroop toen richting de struik waar het geluid vandaan kwam. 

Ik schrok toen er een kleine baby uit de struik kwam gekropen. De baby had inkt zwart haar en leek voor mijn gevoel nog maar een paar maanden oud. Hij was gestopt met huilen en keek mij met een vrolijk gezicht aan. Hij stak zijn kleine handje naar mij uit en voor ik het door had greep hij mijn neus vast. Ik deinsde achteruit en de baby keek meteen teleurgesteld. Toen bekeek ik de baby beter. Zijn haar had dezelfde keur zwart als Dowan en zijn ogen waren goud. Wolf goud. Mijn mond vielen open. Ik draaide mijn hoofd naar Mex die mij stond aan te kijken en stamelde:

'Ik heb hem gevonden...'

Geen genadeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu