Barstende koppijn was het eerste dat ik voelde toen ik weer bij westen kwam. Mijn ogen wilde nog niet meewerken maar vreemd genoeg de rest van mijn lichaam wel. Mijn hoofd schuddend tegen de hoofdpijn, bonkte ik met mijn achterhoofd tegen iets hards toen ik opstond. Een jank ontsnapte aan mijn lippen en mijn ogen vlogen open. Draaierig keek ik om me heen, mijn hoofd nog erger bonkend dan eerst.
Ik zat in een kooi, die veel te klein was voor mijn lengte, in een donkere krappe kamer. Het enigste licht kwam van het kleine kiertje onder de deur, maar dat was genoeg voor mijn wolvenogen om de hele kamer te kunnen inspecteren.
Er stonden hier en daar wat dicht getapte dozen, maar mijn neus vertelde me dat er iets van vlees of vacht in lag. Wat verder in de schaduw meende ik nog een kooi te zien, maar ik kon niet herkennen wat er in zat. De kooi was wel een stuk groter als de mijne. Verder was de kamer leeg.
Ik zuchtte en ging liggen met mijn kop over mijn poten. Verdrietig staarde ik voor me uit, denkend aan Mex en de welpen. Hij zou toch niet het mensendorp in komen om me te zoeken? Ik gromde luid en stond op, zo ver dat kon. Boos gooide ik mezelf tegen de tralies op, tot ik mijn schouder voelde bloeden.
'Doe eens rustig, dat werkt echt niet hoor.'
Ik schrik me rot van de plotselinge stem en draai me razendsnel om, maar er staat niemand achter de kooi. Verward kijk ik om me heen, tot ik beweging zie in de kooi aan de andere kant van de zaal.
'Hallo...?' Vroeg ik twijfelend.
Een grote, blonde wolf met bruine poten en neus kwam uit de schaduw en in het kleine beetje licht staan. Hij keek me afkeurend aan, zijn zilveren ogen stonden chagerijnig, maar ik zag ook een beetje medeleven in zijn gezicht.
'Ik neem aan dat je ook... speciaal bent?' Vroeg hij. Zijn stem was laag. Ik keek hem vragend aan.
'Hoe bedoel je, speciaal?'
'Hou je niet voor de domme, haarbal.' Blafte hij. Ik draaide mijn oren boos naar achteren en meteen zag ik spijt in zijn gezicht.
'Sorry, ik bedoelde het niet zo. Ik bedoel, ben jij ook een mens?' Hij ging zitten en mijn ogen verwijdde.
'Jij ook dan?' Riep ik bijna, vol verbazing. De andere wolf deinsde een beetje terug in zijn kooi en keek bang naar de deur. Na een halve minuut zuchtte hij en keek mij woedend aan.
'Je moet zachter doen! Als ze het horen worden ze woedend!' Fluisterde hij grommend. Ik kroop een beetje in elkaar en bad snel mijn excuses aan. Daarna zag ik hem ontspannen en zijn oren verdrietig naar achter trekken.
'Ik ben Axel trouwens, en ik zit hier nu drie jaar.'
Het moest even tot me doordringen. Hij zat hier nu drie jaar... Oh nee.
'Ik ben Heather.' Mompelde ik snel toen ik zijn vragende blik zag. 'Waarom zit je al drie jaar hier?'
Axel ging liggen en staarde verdrietig naar de grond voor hem.
'Omdat deze mensen testen uitvoeren op onze soort. Er zijn al zo veel van ons gestorven in deze inrichting...' Hij stopte even, slikte en ging verder. 'Onze soort, onze kracht kan ik beter zeggen, hoeft niet persee genetisch doorgegeven te worden. Ja, het is wel mogelijk de gave door te geven, maar een familie die al eeuwen de gave heeft kan ook ineens overgaan in gewoon mensen. Net zoals dat er zo'n beetje willekeurige babys kunnen worden uitgekozen om de gave te krijgen. Het staat niet vast bij ons. Deze mensen hier begrijpen het niet en proberen al onze... vreemde eigenschappen te onderzoeken.' Hij kuchtte.
'Doen ze onderzoeken op mensen hier...?' Vroeg ik verbijsterd. Axel knikte.
'Ze nemen je mee, spuiten je iets in of snijden je open, en dan is het maar de vraag of je terugkeert.' Zei hij vol afschuw. Mijn oren vielen verdrietig in mijn nek.
Toen vloog de deur ineens open en tegelijk draaide Axel en ik schuw naar de man in de deuropening. Ik ontblootte mijn tanden terwijl ik Axel achteruit hoorde stappen. Snel wierp ik een blik over mijn schouder en mijn mond viel een klein beetje open toen ik zag hoe hij zich overgaf aan de man, voordat die ook maar iets had gedaan. Dit kon niet goed zijn.
'Dus onze nieuwe... aanwinst is eindelijk wakker?' Vroeg de lage stem van de man, met een nadruk op 'aanwinst'. Zijn zwarte haar glimde in het licht en zijn gezicht stond zelfverzekerd. Ik ontblootte mijn tanden weer en blafte boos naar hem. De man grinnikte en draaide zich om naar de deuropening, waar ineens twee bewapende mannen stonden.
'Deze mutant weet zo te zien ons protocol nog niet. Laat haar maar eens zien wat we met stoute mutanten doen hier.' Een duivelse glimlach verscheen op zijn gezicht. Ik deed een stap achteruit, mijn tanden nog steeds ontbloot terwijl één van de twee bewapende mannen op mij af kwam. Hij trok een rare stok met twee ijzere draadjes van zijn riem en klikte op een knop. Daarna sloeg hij de stok tegen de kooi en even voelde het alsof alle deeltjes in mijn lichaam in brand stonden. Het duurde maar een paar seconden, maar het was genoeg om me buiten adem plat op de grond te krijgen. Mijn vacht stond recht overeind en mijn spieren trilde. Zwak keek ik omhoog. De man met het zwarte haar lachtte luid en draaide zich om, zijn mannen wenkend hem te volgen. De deur viel achter ze dicht en het werd weer stil.
Ik hoorde Axel zuchten, zich omdraaien en oprollen. Ik had daarintegen even tijd nodig om weer controle te krijgen over mijn lichaam. Toen ik weer kon bewegen rolde ik mezelf ook op met mijn staart verdrietig tegen mijn buik geplakt. Met mijn blik op het dak gericht fluisterde ik zacht.
'Mex... Ik beloof je dat ik zal ontsnappen. Ik zal terugkeren maar blijf ondertussen alsjeblieft veilig... Kom alsjeblieft niet naar me zoeken...'
Zachtjes legde ik mijn hoofd over mijn poten. Ik wist niet welke tijd het was, dag of nacht, maar dat maakte nu even niks uit. Mijn ogen sloten en langzaam viel ik in een diepe slaap.
JE LEEST
Geen genade
WerewolfHeather Parker is een jong meisje van 13 jaar en zit in de brugklas. Ze wordt vreselijk gepest en haar thuissituatie is ook al niet te best. Maar op een dag komt ze erachter dat ze niet alleen mens is, maar ook wolf. Ze besluit het in eerste instant...